Medewerkers van de Groninger Archieven tonen hun favoriete stuk uit onze collectie. Deze maand vertelt Sebastiaan Vos, collectiebeheerder, over een bijzondere veldkaart van de omgeving van Ellersinghuizen, gemaakt door Jan Wieringa. Deze veldkaart is onderdeel van het archief Verzameling Groninger veldnamen (toegang 1854).
Veldnamen benoemen de niet-bewoonde kleinere elementen in het landschap, zoals bijvoorbeeld akkers en weiden. Ze geven veel waardevolle informatie over het leven van vroeger: zoals grondgebruik, bezit of bijzondere gebeurtenissen die op die plek plaatsvonden. Ze kenden en kennen vooral een mondelinge overlevering. Er zijn ook schriftelijke bronnen met veldnamen, zoals het Oorkondenboek van Groningen en Drenthe, stukken van het stadsbestuur van Groningen over landerijen (bijvoorbeeld om te gebruiken voor verdedigingswerken), archieven met betrekking tot publieke verkopen, oude kaarten en gegevens van het Kadaster.
Na de Tweede Wereldoorlog zijn de veldnamen door ruilverkaveling en een andere bewoningsstructuur van het platteland in de verdrukking gekomen. Het oorspronkelijke kleinschalige landschap maakte grotendeels plaats voor een grootschaliger landschap. De veldnamen bleven overwegend achter in de hoofden van een ouder wordende generatie. Om de waardevolle veldnamengegevens niet verloren te laten gaan is men in de tweede helft van de vorige eeuw begonnen veldnamen te bewaren.
Bodemkundige Jan Wieringa (1933-1997), in dienst van het Nedersaksisch Instituut te Groningen, verzamelde vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw duizenden veldnamen in Drenthe en Groningen. Hij noteerde ze op lijsten, losse blaadjes en ook op kaarten. Deze kaarten zijn feitelijk stukken karton (van supermarktdozen) waar Wieringa een uitsnede van een kaart van de Provinciale Planologische Dienst op plakte. Die uitsnede betrof doorgaans een marke of een deel daarvan binnen een toenmalige gemeente. Al deze kaarten kregen een eigen nummer. Wieringa ging vervolgens letterlijk de boer op. Mensen die hem gekend hebben schetsen een beeld van een bevlogen verzamelaar die rondfietste gewapend met grondboor (als bodemkundige deed hij ook af en toe nog grondboringen). Onderweg tekende hij veldnamen op uit de monden van boeren en anderen met kennis van de plaatselijke omgeving. Dit betreffen daarmee toponiemen die in de eerste helft van de 20e eeuw nog gebruikt werden of gekend waren. Deze veldkaarten geven en passant ook een interessant inkijkje in de werkwijze van Wieringa. Hij schreef er bijvoorbeeld namen en telefoonnummers op van zegslieden, veldnamen uit archiefbronnen of archeologische vindplaatsen, bodemtypen, boerderijnamen, verdwenen schansen en eendenkooien. Er staan soms helaas ook onduidelijke afkortingen op of verwijzingen waarvan de betekenis niet meer is te achterhalen. Al met al zijn het prachtige documenten die blijk geven van de betrokkenheid en toewijding van Wieringa. Voor het feit dat hij zo ontzettend veel landschappelijke en (cultuur-)historische informatie heeft verzameld en vastgelegd, die anders verloren zou zijn gegaan, verdient hij wat mij betreft een standbeeld.
Wieringa ging vervolgens letterlijk de boer op. Mensen die hem gekend hebben schetsen een beeld van een bevlogen verzamelaar die rondfietste gewapend met grondboor (als bodemkundige deed hij ook af en toe nog grondboringen). Onderweg tekende hij veldnamen op uit de monden van boeren en anderen met kennis van de plaatselijke omgeving. Dit betreffen daarmee toponiemen die in de eerste helft van de 20e eeuw nog gebruikt werden of gekend waren. Deze veldkaarten geven en passant ook een interessant inkijkje in de werkwijze van Wieringa. Hij schreef er bijvoorbeeld namen en telefoonnummers op van zegslieden, veldnamen uit archiefbronnen of archeologische vindplaatsen, bodemtypen, boerderijnamen, verdwenen schansen en eendenkooien. Er staan soms helaas ook onduidelijke afkortingen op of verwijzingen waarvan de betekenis niet meer is te achterhalen. Al met al zijn het prachtige documenten die blijk geven van de betrokkenheid en toewijding van Wieringa. Voor het feit dat hij zo ontzettend veel landschappelijke en (cultuur-)historische informatie heeft verzameld en vastgelegd, die anders verloren zou zijn gegaan, verdient hij wat mij betreft een standbeeld.
De getoonde veldkaart geeft een beeld van de omgeving van Ellersinghuizen (ten zuiden van Vlagtwedde). Er zijn talloze veldnamen op te zien. Links van het midden ligt het gehucht Ellersinghuizen. Met blauwe pen heeft Wieringa de loop van de Ruiten Aa ingekleurd, met naar het oosten de vertakking van het Veelerdiep. Onder die vertakking heeft Wieringa met potlood de veldnaam Droon genoteerd. Droon kom je buiten Westerwolde als toponiem niet tegen in Nederland. Het behoort geografisch meer tot het Duitse gebied over de grens dan tot Noord-Nederland. Dat is natuurlijk boeiend omdat Westerwolde op meer vlakken minder Gronings is dan andere regio’s in onze provincie. Denk alleen al aan de naam Westerwolde zelf, die verwijst naar bos of woud dat ergens westelijk van ligt: Duitsland. De naam Droon verwijst naar een ligging, een perceel dat gelegen is aan een rand of eindstuk. In dit geval zou het dan gaan om de ligging aan de rand van de es, tegen de lager gelegen hooilanden aan. Onder Droon is duidelijk leesbaar de veldnaam Oosteresk geschreven. Esk is Westerwolds voor es, het vruchtbare bouwland. Boven Droon staat (op de kop) Oostereskmai: de madelanden (natte hooilanden) onder aan de Oosteres, bij het Veelerdiep.
Het voert veel te ver om al die veldnamen en notities van de afgebeelde veldkaart hier te bespreken. Wel wil ik nog wijzen op een leuk detail: links van het midden op de kaart heeft Wieringa een boerderij weergegeven. Er staat in hoofdletters Alting bij. In de uitsnede van de afgebeelde veldkaart zie je dat daar onder meer de intrigerende veldnaam Heilige Stoel staat weergegeven (die komt meer voor in Westerwolde), een door Wieringa met rode pen genoteerd code van het type bodem (cHn 20 VI) én een schetsje van een boom. Dit is de dikke-eik ook wel van Hesse-eik genoemd, een eeuwenoude en legendarisch grote eikenboom, die in 1975 is gekapt. Maar op de kaart van Wieringa staat hij er gelukkig nog. Net als al die boeiende veldnamen.
januari februari maart april mei juni juli september november december