Achter de schermen #1
Het afgelopen jaar zijn 90.000 negatiefstroken, waarop zo’n 350.000 foto’s staan, van Persfotobureau D. van der Veen opnieuw verpakt. Onlangs is deze enorme klus afgerond. Elke negatiefstrook is op de lichtbak bekeken, opnieuw verpakt en geregistreerd in ons collectiebeheersysteem.
In de blogserie Achter de schermen laten we zien hoe Maak Geschiedenisprojecten in zijn werk gaan. Wat moet er gebeuren om een archief daadwerkelijk toegankelijk te maken, hoe gaat dat in zijn werk, wat doen de diverse vrijwilligers?
De negatiefstroken van Persfotobureau D. van der Veen komen uiteindelijk op Beeldbank Groningen, maar voor het zover is moet er heel wat werk verzet worden. Neem een kijkje in onze keuken en volg de route die de negatieven binnen het Maak Geschiedenisproject Het beeld van Groningen afleggen.
Persfotobureau
Persfotobureau D. van der Veen fotografeert in de jaren 60 en 70 kleine en grote gebeurtenissen in stad en provincie. De fotografen zijn dag en nacht op pad om het dagelijkse nieuws vast te leggen. Nieuwsfoto’s moeten snel geleverd worden. Zodra de fotografen terug zijn op het bureau worden de rolletjes ontwikkeld, de geselecteerde foto’s afgedrukt en geleverd aan kranten, nieuwsdiensten en bedrijven.
De negatiefstroken worden door het persfotobureau bewaard in mappen. Om ervoor te zorgen dat de negatieven terug te vinden zijn, gebruikt het persfotobureau logboeken. Hierin schrijven de fotografen op wat er op de negatieven staat en in welke map de stroken zijn opgeborgen. Hiervoor heeft het bureau een eigen manier van nummeren ontwikkeld. Wij noemen dit de oude nummering. Dankzij dit systeem van mappen, logboeken en nummering kunnen wij vaak achterhalen wat er op een negatief te zien is.
Van pergamijn naar polyester
Het persfotobureau bewaarde de negatiefstroken in pergamijn. Dit transparante papier wordt ook vaak gebruikt als tussenblad in fotoalbums. Pergamijn verkleurt en scheurt na verloop van tijd. Om de negatiefstroken goed te bewaren hebben we de stroken daarom opnieuw verpakt in albumpagina’s die gemaakt zijn van een speciaal polyester, zogenaamd Secol. Elke nieuwe albumpagina heeft een nieuw nummer gekregen. Ook de oude nummering van het bureau is geregistreerd. Zo kunnen we een koppeling maken tussen de nieuwe nummering en de gegevens die de fotografen noteerden in de logboeken.
Zes mensen hebben ruim een jaar gewerkt aan het ompakken van de negatiefstroken. Hoe dit precies in zijn werk gaat vertellen we in de volgende blog.
Lees meer over het Maak Geschiedenisproject Het beeld van Groningen en doe mee.