Achter de schermen #2
In de blogserie Achter de schermen laten we zien hoe Maak Geschiedenisprojecten in zijn werk gaan. Wat moet er gebeuren om een archief daadwerkelijk toegankelijk te maken en wat doen de diverse medewerkers en vrijwilligers?
De negatiefstroken van Persfotobureau D. van der Veen komen uiteindelijk op Beeldbank Groningen, maar voor het zover is moet er heel wat werk verzet worden. Neem een kijkje in onze keuken en volg de route die de negatieven binnen het Maak Geschiedenisproject Het beeld van Groningen afleggen. Deze keer: het opnieuw verpakken van de negatieven.
Afscheid van het ouderwetse pergamijn
Persfotobureau D. van der Veen was actief in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw. In die periode was het gebruikelijk om negatieven te bewaren in glassine ook wel pergamijn genoemd. Dit gladde transparante papier is gemaakt van houtpulp en wordt ook vaak gebruikt als tussenblad in postzegel- en fotoalbums. Ook de vensters van vensterenveloppen waren vroeger van pergamijn. Het materiaal is ph neutraal en heeft een goede resistentie tegen vocht en vet, maar een nadeel van pergamijn is dat het na verloop van tijd scheurt, verkleurt en zelfs verzuurd. Het pergamijn, waar 90.000 negatiefstroken van Persfotobureau D. van der Veen in waren opgeborgen, had dan ook inmiddels zijn beste tijd achter de rug. Om de negatiefstroken goed te bewaren voor de toekomst was het nodig ze opnieuw te verpakken in duurzamer materiaal.
Ompakken naar het moderne Secol
Hiervoor is het zogenaamde Secol gebruikt. Secol, een Engels product, is speciaal voor de archiefwereld gemaakt van zuurvrij polyester. Het materiaal is chemisch stabiel, sterk en helder doorzichtig. Een team van zes mensen heeft ruim een jaar gewerkt aan deze omvangrijke ompak operatie. Met veel geduld, doorzettingsvermogen en precisie zijn alle negatiefstroken in de juiste volgorde verpakt, waarbij elke albumpagina een nieuw nummer heeft gekregen. Ook de oude nummering van het persfotobureau is geregistreerd. Zo kunnen we een koppeling maken tussen de nieuwe nummering en de gegevens die de fotografen noteerden in de logboeken.
Haarnetjes en handschoenen
Om de negatiefstroken en de secolbladen te beschermen tegen vingerafdrukken, huidschilfers, haartjes en stof behoorden haarnetjes en handschoenen van 100% synthetisch nitril tot de standaard werkkleding van de ompakkers. Daarnaast was het natuurlijk ook belangrijk de ompakruimte stofvrij te houden. Niet in het minst omdat in dezelfde ruimte ook scanapparatuur staat.
Puzzelwerk
Tijdens de ompak operatie kwam op verschillende manieren aan het licht hoe de tand des tijds vat had gekregen op de negatieven. Negatiefstroken waren bijvoorbeeld met het pergamijn verkleefd geraakt doordat ze nog nat waren geweest van het spoelen in de doka toen ze destijds bij het persfotobureau zijn gearchiveerd. Ook waren stroken soms onderling verkleefd, want per sleuf bevatten de pergamijnbladen bijna altijd meerdere negatiefstroken. Het aantal stroken per sleuf kon oplopen tot wel tien tot vijftien stuks. Vaak was de volgorde in de war geraakt of waren stroken tussen de bladen beland in de negatiefalbums. Medewerker Hans vertelt hierover: “Regelmatig kwam ik pergamijnbladen tegen waar zoveel negatiefstroken in zaten dat de sleuven aan de onderkant volledig waren gescheurd. Alle stroken zaten dan onderin het pergamijnblad, zodat het extra lastig werd de juiste stroken weer bij elkaar te zoeken en op volgorde te leggen.” Dit bij elkaar zoeken en op volgorde leggen van de negatiefstroken werd gedaan op een lichtbak, nadat het materiaal was gesorteerd op negatiefformaat. “Leuk, spannend en uitdagend puzzelwerk” vond medewerkster Rita.
Na al dit uitzoekwerk zijn de stroken één voor één, op volgorde, in een sleuf van een secolblad geschoven met de kwetsbare emulsiezijde aan de onderzijde. Vervolgens begon het hele proces opnieuw met een volgend pergamijnblad vol negatiefstroken, en opnieuw en opnieuw. Bijna vierduizend keer, tot alle pergamijnbladen aan de beurt waren geweest. Kortcyclisch werk zou je het kunnen noemen, dat veel vergde van het concentratie- en doorzettingsvermogen van onze medewerkers. Maar het resultaat mag er zijn! De fotoreportages liggen nu weer bijna allemaal op volgorde en elke negatiefstrook heeft nu een eigen sleuf. De afbeeldingen zijn goed te bekijken op een lichtbak zonder ze uit hun verpakking te verwijderen. En, heel belangrijk, alle negatiefstroken kunnen op die manier sneller worden gescand!
Terwijl de hele collectie negatieven van Persfotobureau D. van der Veen inmiddels is omgepakt is er ook hard doorgewerkt om alle beelden te scannen. Hoe dit in zijn werk gaat vertellen we in de volgende blog.
Benieuwd hoe u mee kunt werken aan Het beeld van Groningen? Kom dan naar een van onze inloopochtenden.