In het archief van het Groninger stadsbestuur zijn in de resolutieboeken van de 17e en 18e eeuw tientallen pagina’s te vinden in het Latijn over de Latijnse school. Die school was de opvolger van de St. Maartensschool, een middeleeuwse kloosterschool die zich bevond op het terrein waar nu het Provinciehuis staat (Martinikerkhof 12). De leerlingen leerden daar Latijn om een rol in de liturgie van de kerk te vervullen. In de 16e eeuw was de rector van deze school Regnerus Praedinius. Vanaf 1595 nam het stadsbestuur de school over. Ubbo Emmius, rector van de Latijnse school in het Duitse Leer, werd aangetrokken om de middeleeuwse school om te vormen tot een Latijnse school die de leerlingen voorbereidde op de universiteit.
Schoolordres
Om grip te krijgen op het onderwijs dat op de school werd gegeven, werden schoolbestuurders (scholarchen) aangesteld die ordres, een reglement, moesten opstellen voor de school (1605/nummer 31/scan 15637, p. 491). De teksten werden in het Latijn aangeleverd en aan het stadsbestuur ter goedkeuring aangeboden. De reglementen van de jaren 1670 en 1727 zijn inmiddels vertaald.
In die schoolordres stond het lesprogramma op de Latijnse school beschreven, tot in detail. Voor de leerlingen stond precies aangegeven uit welke boeken de talen Latijn en Grieks moesten worden geleerd. En ook welke Griekse en Latijnse auteurs, na verwerving van de basiskennis, bestudeerd moesten worden. Tegenwoordig zijn de schoolreglementen vooral gericht op de leerlingen, maar de schoolordres van de 17e en 18e eeuw geven voornamelijk aan waartoe de leraren, de praeceptoren, verplicht zijn.
Discipline
Als in de loop van de 17e eeuw de discipline van de praeceptoren verslapt, is het geen wonder dat er in 1670 ook regels komen voor de leraren. Daarin werd zeer de nadruk gelegd op het handhaven van de discipline en het bevorderen van een goede leerhouding van de leerlingen. In de schoolordres van 1727 zijn nóg meer bepalingen voor leraren opgenomen. Uit bepaling 14 kan de conclusie worden getrokken dat de discipline onder de leraren in 1727 niet erg verbeterd was sinds 1670, omdat het kennelijk nodig was de leraren te berispen als ze laks waren geweest:
Vertaling van bovenstaande afbeelding vanuit het Latijn:
14.
De leraren die hun taak niet vervuld hebben, hen moet de Rector
ernstig vermanen, en als dit te weinig geholpen heeft moet hij hem
veroordelen tot een geldboete in overeenstemming met de mate
van de overtreding, mits die niet veel de dertig obolen (stuver) te
boven gaat.
Het succes van het Latijn
In de loop van de 18e en 19e eeuw werd het succes van de Latijnse school minder, omdat langzamerhand op de universiteit meer Nederlands werd gebezigd en de behoefte aan kennis van het Latijn afnam. En toch wordt de waarde van de klassieke oudheid ook in de 21e eeuw nog steeds bewezen. Bloeiende zelfstandige gymnasia zijn hier het bewijs van. En de Latijnse school in Groningen heeft in de 20e eeuw een waardig opvolger gevonden in het Praedinius Gymnasium, genoemd naar de 16e-eeuwse humanist, theoloog en docent Regnerus Praedinius (1510-1559). Met die naamgeving wordt de continuïteit tussen de middeleeuwse kloosterschool via de Latijnse school naar het moderne gymnasium in Groningen duidelijk gemaakt en is de cirkel rond.
Meer over de Latijnse school
Deze blog van Truida van Bochove is een samenvatting van een veel groter artikel. Dat artikel zal verschijnen in de septembereditie van het tijdschrift Stad&Lande. Wilt u het artikel niet missen? Dan kunt u lid worden van Stad&Lande en valt het tijdschrift automatisch bij u op de mat. De losse nummers zijn ook te verkrijgen bij diverse verkooppunten.
Het ABC van Open het Stadsbestuur
Met het Maak Geschiedenisproject Open het Stadsbestuur komen we regelmatig verrassende zaken tegen die eeuwenlang met ganzenveer en kroontjespen door het Groninger stadsbestuur aan het papier werden toevertrouwd. Met het ABC volgen we wekelijks een letter van het alfabet en verbinden daaraan een bekende of veelvoorkomende term uit het archief van het stadsbestuur van 1594 tot 1815. Lees mee met ons ABC.
Truida van Bochove