Beverstaart, kikkers, spreeuwen en zwanen. Hoe u dit klaarmaakt, staat in het kookboek van Occa Johanna Ripperda (1619-1686). Het boek bevat duizend recepten die zij in haar leven verzamelde. Van poffert tot pasteien met gekonfijte citroen. De in Groningen geboren Occa was een echte lekkerbek.
Redmer Alma vertelde in de lezing Koken met Occa Ripperda over deze bijzondere Groningse en Kok Dennis Klompsma uit Annen vertaalde haar recepten naar het heden. Daardoor kunnen wij de culinaire hoogstandjes van de Groningse adel in de zeventiende eeuw proeven.
Zoals beloofd, kunt u onderstaande recepten van Occa nu zelf maken:
Occa Ripperda
Occa Johanna Ripperda (1619-1686) leefde in de Gouden Eeuw. Ze werd geboren in Farmsum en trouwde met de Oost-Friese Enno Adam van In- en Kniphuisen. Al op jonge leeftijd werd Occa weduwe en besloot ze door Europa te reizen. In Zweden hertrouwde ze met graaf Erik Stenbock. Tragisch genoeg sneuvelde hij bij het beleg van Kopenhagen (1656-1659). Occa bleef in Zweden, maar na haar dood werd haar grafkist over zee teruggebracht naar Oost-Friesland en daar bijgezet. Ze liet brieven, archieven en dus een kookboek na, waardoor we veel over haar en de smaken van de Groningse adel te weten komen.
Meer weten?
Heeft u de lezing over de kookkunsten van Occa Ripperda door Redmer Alma en Dennis Klompsma gemist? Kijk de lezing Koken met Occa Ripperda terug:
Het kookboek van Occa Ripperda wordt tegenwoordig bewaard in Emden, Handschriften der Gesellschaft für bildende Kunst und vaterländische Altertümer zu Emden, Ms. 332.
Meer kookboeken en recepten
Bent u benieuwd naar een ander historisch kookboek? Bekijk dan eens het kookboek van Menkema en Dijksterhuis (18e en 19e eeuw) uit de collectie van de Groninger Archieven.
Wanneer u er geen genoeg van kunt krijgen, dan kunt u naar de Groninger Archieven komen en de volgende recepten inzien (er zijn geen scans van):
- Bereiding van Rumfordsoep uit het archief van het Gewestelijk Bestuur, 1812. De Commissie tot spijsuitdeling ontstond op 3 december 1802 door particulier initiatief van zes burgers. Zij stelden zich tot doel in de maanden januari t/m maart driemaal per week (36 x 2000 = totaal 72000 porties) een krachtige voedzame soep (Rumfordse soep, ook wel 'soupes economiques', is gebaseerd op de inzichten van Benjamin Thompson, graaf van Rumford, uit Massachusetts) uit te delen aan behoeftigen en zodoende ook het groeiend aantal bedelaars tegen te gaan. De soep bevatte onder meer bonen, gort, vlees, kool, uien en selderij. Op smaak gebracht met peper en kruidnagels. De eerste spijsuitdeling vond plaats op 4 januari 1803 vanuit een lokaal van het Prinsenhof. Later vonden de uitdelingen plaats vanuit het Burgerweeshuis (Rodeweeshuisstraat) en daarna vanaf 1844 vanuit een pand (‘Het Soephuis’) aan de Zwanestraat en een zijstraat hiervan. Dat straatje ging vanaf 1874 het ‘Soephuisstraatje’ heten.
- Kookboek van familie Kool, 1861
- Kookboek van Anna Gorter, directrice van de Groninger kook- en huishoudschool, 1912