Burgers uit Groningen kwamen ook bij het stadsbestuur om onderlinge geschillen op te lossen. Willem Sambeeck (ook Sandebeek genoemd) werd door Menso Alting ‘sonder de minste verschil met hem te hebben’ in zijn arm gestoken op 3 december 1714. De Heeren Borgemeesteren ende Raadt stuurden hem op 20 december 1714 (blz 190) door naar het Nedergericht, de lagere rechtbank in Groningen, om de Raadsheren het geschil op te laten lossen.
Op de requeste van Willem Sam-
beeck, waar bij remonstreerde, dat
op den 3. deses Maandts van de Solliciteur
Alting, sonder de minste verschil
met hem te hebben, des avondts
ongeveer halff elff uir met de
degen in sijn slincker arm is ge-
steken, waar over tot nu toe onder
Meesters handen is geweest ende
nu ontrent genesen. Versoeckende
derhalven dat hem desen ængaande
vergoedsinge van opgemelte Sollici-
teur moge werden gedaan.
Van de rechtszaak die uiteindelijk wordt behandeld bij het Volle Gerecht (criminele zaken) is een verslag aanwezig in de Groninger Archieven. Het proces begon met de eis van de stadsadvocaat om 200 gulden ‘breuke’, boete, op te leggen aan de gedaagde Menso Alting. Hierna volgde een verklaring van meester-chirurgijn Radijs, die in de nacht van 4 december Willem Sandebeek verzorgde aan een wond boven zijn linkerelleboog.
Vervolgens deden Willem en twee getuigen, Abraham de Vries en Pieter Gautier, hun verhaal over wat er was gebeurd op de avond van 3 december 1714.
Om half elf ’s avonds, in de buurt van het huis van Thomas Knas op de markt, had de solliciteur (financieel ambtenaar) Menso Alting Willem tegengehouden toen hij uit de Oude Ebbingestraat kwam. Willem had gezegd: “wat sal dat weesen, wat sijn dat voor grillen?” Hij probeerde opzij te stappen, maar Alting versperde hem de weg en zei kort: “wat wilste daer voor hebben?” en sloeg Willem vervolgens met zijn vuist op de borst. “Wat onfatsoenlijk doen is het dat gij mij molesteert op de straat!”, zei Willem. Hij probeerde weg te komen, maar Alting volgde hem en trok een degen. “Het is geen fatsoen mijn Heer, dat gij een degen trekt op ijmant die geen degen draegt!” Ondanks deze opmerking van Willem, stak Menso Alting hem in zijn linkerarm. Willems kameraad Pieter Gautier, die het voorval had gezien, zei: “Mijn heer Alting wij kennen u wel!” Hierop ging Alting ervandoor over de markt in de richting van de Oosterstraat of de Poelestraat. Willem, Pieter en Abraham gingen hem achterna, raakten hem kwijt en klopten bij een aantal huizen aan. Even later kwamen ze hem toch weer tegen, toen Alting terugkwam uit de Poelestraat.
Ze vroegen hem waarom hij Willem gestoken had, maar hij antwoordde dat hij van niks wist en “daer scheltwoorden bijgevoegt”. Abraham vroeg hem eerlijk te zijn en raakte zijn eigen degen aan. Alting sloeg weer op de vlucht, maar nu werd de burgerwacht ingeschakeld door de drie heren. De burgerwacht kreeg hem al gauw te pakken, maar hij bleef ontkennen dat hij Willem had gestoken. Hij maakte het zelfs nog bonter door 10 gulden op tafel te smijten, zeggende dat het om geld te doen was zeker, in de hoop de wacht om te kopen. De dienstdoende officier weigerde dit smeergeld echter aan te nemen.
Het rechtbankverslag laat verder geen conclusie zien van deze zaak en de motieven van Menso Alting worden ook niet duidelijk. Zijn kant van het verhaal wordt verder niet belicht in het rapport. Helemaal achterin het rapport staan twee samenvattende zinnen, die wellicht de conclusie van de rechtbank over deze zaak weergeven, namelijk dat de aanval niet uitgelokt leek te zijn:
de Solliciteur Menso
Alting heeft W. Sande-
beek met de degen
gewondetdat Sandebeek niet anders
geseit als stu keerel wat
ben ge voor een.
Zal Menso Alting uiteindelijk zijn straf hebben gekregen?
Bronnen
- 1534 Volle Gerecht van de stad Groningen, 1475 – 1811, 1.2.2 (crimineel, afzonderlijke zaken)
- 1419 De solliciteur Menso Alting wegens mishandeling van Willem Sandebeek, 1714.1
Het ABC van Open het Stadsbestuur
Met het Maak Geschiedenisproject Open het Stadsbestuur komen we regelmatig verrassende zaken tegen die eeuwenlang met ganzenveer en kroontjespen door het Groninger stadsbestuur aan het papier werden toevertrouwd. Met het ABC volgen we wekelijks een letter van het alfabet en verbinden daaraan een bekende of veelvoorkomende term uit het archief van het stadsbestuur van 1594 tot 1815. Lees mee met ons ABC.
Marijke van Diggelen