Op 19 juli 1672 staan er plots troepen voor de stad Groningen. Ritmeester Johan Sickinge besluit met zijn ruiters voor de Oosterpoort heen en weer te rijden om de vijand uit te lokken. De vijand reageert en komt met twintig paarden op hen af. De ruiters gaan dichter naar de stad toe waardoor de vijand in het bereik van de kanonnen komt. Er ontstaat een achtervolging richting de stad. Helaas raakt daarbij Kornet Wolter Hovinck gewond en overlijdt hij negen dagen later aan zijn verwondingen. De andere ruiters keren terug binnen de muren van de stad.
Het was het allereerste gedocumenteerde verzet van de stad tijdens het beleg. Maar wat was de rol van de ruiters in deze periode precies? En wat voor rol speelde Johan Sickinge tijdens het beleg in 1672?
Gerry Mug schreef deze blog in de reeks Het leven in 1672.
Ruiters in Groningen
In de stad was een ruiterwacht. De ruiterwacht is niet een soort bereden politie. Het woord ruiter had vóór 1600 de algemene betekenis van licht bewapende soldaat, zowel te voet als te paard. De stallen van de ruiterij zijn nog steeds te zien in de Turfstraat aan de rechterkant (met het gezicht naar de Martinitoren). De paarden werden namelijk gestald op een centrale plek in de stad. De stallen zijn nu verbouwd tot woningen. Aan het eind van de Turfstraat staat de Gardepoort. Ook deze is nu nog te zien.
De Gardepoort wordt in 1639 gerealiseerd door in een bestaand pand een poort te maken. Dit gebouw waar de poort in zit, is het onderkomen van de ruiterwacht uit die periode. In Groningen wordt een deel van de ruiterij aangevoerd door de eerdergenoemde ritmeester Johan Sickinge. De familienaam Sickinge komen we nog vaker tegen tijdens en na de belegering van Groningen. Met name in relatie tot de ruiterij.
De cavalerie van de Stad wordt in de periode van het beleg aangevoerd door generaal Stoltsenborch. De cavalerie bestaat uit vier compagnieën met paarden. Deze staan onder leiding van de heren Lutsborch, Broersma, Hendrick Sickinge en Jan Sickinge. Ook waren er drie compagnieën dragonders die geleid worden door de heren Nellis van Beber, Stuart en Dhr. Iserman. Een dragonder is een ruiter voorzien van lichtere wapens om daarmee ook te voet kunnen vechten.
De ruiterij op kaart 1672
Ook op de kaart van Jannes Tideman uit 1672 zijn op diverse plekken paarden en ruiters te zien. Paarden en ruiters spelen een rol bij zowel de belegeraars als bij de verdedigers van de stad. De ruiters worden ingezet bij verkenningen en snelle aanvallen aan beide kanten.
Op dit stuk van de kaart is ook te zien dat paarden ingezet worden voor het trekken van karren en kanonnen. Ze rijden hier op de 'Heere Wegh':
In het onderste deel van de kaart is ook te zien dat er ruiters door sommige loopgraven kunnen, deze loopgraven zijn zo breed en diep aangelegd dat een ruiter geheel beschermd er doorheen kan rijden.
Op de kaart is ook een ruiterwacht aangegeven, vlak achter de loopgraven. Deze bevindt zich bij de Galgenberg. Dit is een van de standplaatsen van de ruiters van de vijand, de bisschop van Münster.
Ruiterij in actie
De ruiterij had verscheidene taken. Behalve heldhaftige acties zoals te lezen aan het begin van deze blog, wordt de ruiterij ook ingezet om snelle en korte acties uit te voeren. Op 21 juli wordt een troep ruiters erop uitgestuurd om langs de Hoorsedijk huizen in brand te steken. Wellicht om belegeraars hun schuilplekken te ontnemen. Deze ruiters worden door de vijand beschoten en moeten zich terugtrekken, maar dat gebeurt niet voordat ze het doel hebben bereikt.
Dat de ruiterij van de stad ook gebruikt wordt voor verkenningswerkzaamheden, blijkt uit een actie op 8 augustus 1672. Tegen de avond komt er een bericht dat de vijand met duizenden soldaten vertrokken zou zijn. Maar het is niet duidelijk waar die troepen naartoe zijn gegaan. Het vermoeden is dat de vijand op weg is naar de Oosterhoogebrug. Er worden er enkele ruiters daar naartoe gestuurd. Zij ontdekken echter niets.
Op 23 augustus komt er opnieuw een bericht dat de Oosterhoogebrug zal worden aangevallen. Jonkheer R. Sickinga, familie van de eerdergenoemde ritmeester Johan Sickinghe, rijdt met vijftig ruiters uit om deze te beschermen.
Op het eind van de belegering op 27 augustus 1672 worden er mensen op uitgestuurd om de loopgraven op verschillende plaatsen dicht te gooien. Achter de Galgenberg bevinden zich nog enkele troepen van de vijand, waaronder ruiterij en soldaten. De strijd gaat heen en weer, volgens de verslagen leek het net of ze aan het spelen waren. Voor de vijandelijke ruiters loopt het niet allemaal goed af: enkelen worden van hun paarden afgeschoten.
Ruiterfamilie Sickinge
In de bovenstaande fragmenten wordt diverse keren een familielid van de familie Sickinge (of Sickinga, Sickinghe) genoemd. Sickinge is een oude Groningse adellijke familie die gedurende lange tijd een belangrijke rol speelt in de stad Groningen en de Ommelanden. Al in 1256 is een familielid burgemeester van Groningen, te weten Otto Sickinge. Hierna volgen nog vele burgemeesters en ook leden van de Staten-Generaal en Raad van Staaten.
De eerdergenoemde Johan Sickinge is heer van de Warfumborg (of Sickingborg) in 1608. Hij sterft in 1673 in het harnas. In een tweegevecht met een Duitser wordt hij doodgeschoten en vanuit de Warfumborg begraven. Een ander lid van de familie, Roelof Sickinge, is later met de prins van Oranje meegegaan als vrijwilliger naar Engeland. Hij sneuvelt daar bij Exeter, in het enige belangrijke gevecht van de expeditie.
In de stad stond het stamhuis van de familie aan de westzijde van de Oude Boteringestraat, het Sickingehuis. Later woonden ze op de hoek Heerestraat – Zuiderdiep (westkant).
Na het beleg: ruiters in Coevorden
Hoewel de strijd in de stad voorbij is, is de rol van Groningen en de ruiterij nog niet uitgespeeld. Coevorden is, als belangrijke vestingsplaats, nog bezet en wordt door Groningse troepen bevrijd. De bevrijding wordt uitgevoerd volgens een plan van schoolmeester Meijndert van Thijnen.
Van Thijnen vlucht vanuit Coevorden naar Groningen op 4 september 1672 en neemt daarbij kaarten van de vesting Coevorden mee. Ook maakt hij een aanvalsplan. In Groningen aangekomen informeert hij de militaire aanvoerder Carl Rabenhaupt. In december machtigt Rabenhaupt hem zelf de officieren uit te zoeken. Van Thijnen wijst als algemeen aanvoerder Frederik Eijbergen aan en onder meer majoor Jan Sickinge. Er wordt een troepmacht samengesteld van duizend man infanterie en een eskadron (een kleine aanvalseenheid) ruiterij. Behalve Jan Sickinge zijn ook zijn broers Hendrik, Roelof en Feijo ingedeeld bij de ruiterij. Het plan heeft succes: de ruiters van Sickinge galopperen de stad in en ook Coevorden wordt op 29 december 1672 bevrijd.
Het leven in 1672
In 2022 herdenken we dat het 350 jaar geleden is dat het Beleg van Groningen plaatsvond. Dit doen we door verhalen van de belegering van de stad te vertellen op de website kaart1672.nl. We werken hierbij samen met de deelnemers van het Maak Geschiedenisproject Open het Stadsbestuur. Deelnemers aan dit project duiken in oude bronnen om kleine – soms onbekende – stukjes geschiedenis over 1672 bloot te leggen. Zo schetsen we het leven in 1672 in diverse blogs, die weer terug te vinden zijn op kaart1672.nl.
Bronnen
- Jaarboek der vereniging Amstelodamum, 1911
- Uitgebreid Dagboek van het beleg van Groningen in 1672. Jan Drewes, 2015
- Groninger Encyclopedie, K. ter Laan, 1955
- Liefde en leed gedurende zeven eeuwen in Groningen en de Ommelanden en daarbuiten, Feijo Sickinge, 1999
- Vijf zonen van Feyo Sickinghe (1610-1666). Feyo Onno Joost Sickinghe, 1983
- Gemeente Coevorden, Geschiedenis Coevorden, www.geschiedeniscoevorden.nl
Gerry Mug