Een vijandelijke aanval op Aduarderzijl wordt afgeslagen, er worden veel kogels op de stad afgevuurd waarbij enkele Groningers overlijden en bewoners uit de zuidelijke en westelijke stadsdelen moeten evacueren. De week van 25 tot en met 31 juli is een roerige week in het Beleg van Groningen.
Van dinsdag 19 juli tot en met zaterdag 27 augustus 1672 wordt de vesting Groningen belegerd door de troepen van de bisschop van Münster. Hoewel op zondag 28 augustus nog wel enkele schermutselingen plaatsvinden, is de vijandelijke hoofdmacht toen al vertrokken. De stad blijkt onneembaar. In zes weekoverzichten volgen wij aan de hand van korte journaals de acties van beide strijdende partijen en de gevolgen die deze hadden voor de lokale bevolking. De informatie is afkomstig uit een aantal gedrukte dagboeken die kort na het beleg is gepubliceerd. Ook zijn teksten uit de oude bestuurlijke administraties van stad en de provincie Groningen geraadpleegd en komen er fragmenten uit andere handschriften, oftewel oude documenten, uit de collectie van de Groninger Archieven.
Soms vinden we in de weekjournaals twee verschillende data op één dag, zoals het Groningens Ontzet op 18 en 28 augustus. Dit komt doordat er in die tijd twee verschillende kalenders werden gebruikt, de Juliaanse en de Gregoriaanse kalender.
Week 2
Maandag 25 juli
Een vijandelijke aanval op Aduarderzijl wordt onder leiding van de kapiteins Clant en Ripperda en de luitenant dragonder Stuart met hulp van boeren uit de omgeving afgeslagen. Het leidt tot een groot aantal doden en gewonden aan Münsterse kant. Een voorstel van de Münsterse bisschop Bernard van Galen ('Bommen Berend') aan het stadsbestuur van Emden om zich te keren tegen de Staten-Generaal wordt verworpen. Deze stad blijft trouw aan de Republiek der Zeven Provinciën.
Dinsdag 26 juli
De troepen van de bisschop van Münster hebben hun achterstand in de aanleg van hun aanvalswerken (het gevolg van de veel steniger bodem bovenop de Hondsrug) ten opzichte van die van de Keulse troepen ingelopen. Verder is een aantal arrestaties verricht: een deserteur die naar de vijand wilde overlopen en een burgervrouw die zich bij de vijand heeft aangesloten. Zij is na een ‘scherp’ verhoor in het Provinciaal Tuchthuis in de Zoutstraat opgesloten. In Oostwold heeft de plaatselijke pastoor met enkele boeren en studenten stropende Münsterse soldaten verjaagd. Deze hebben in de pastorie vernielingen aangericht, boeken gescheurd en met uitwerpselen besmeurd. Vanwege het brandgevaar tijdens bombardementen heeft het stadsbestuur de inwoners opgedragen een ton water voor de deur klaar te zetten.
Woensdag 27 juli
Al vroeg wordt de stad beschoten door vijf kanonnen vanuit de Keulse batterij tussen de Oosterweg en het Schuitendiep. Gewonden en doden zijn het gevolg. Bij één treffer verliezen vier inwoners het leven. Onder wie een moeder en kind: ‘een Vrouwe draegende haer Kindt op haar armen wierde in dese morgenstondt haar arm afgeschoten, ende het kindt verplettert’. De pottebakkersvrouw Marretjen Geerts draagt haar kind op de arm als een kogel inslaat. Haar kind is op slag dood en de arm van Marretjen wordt afgerukt. Hoewel ze nog tegen de chirurgijn roept dat hij het lichaamsdeel er dan maar helemaal af moet snijden en dat het verlies van de stad erger is dan dat van een arm, sterft deze moedige burger kort daarna door het vele bloedverlies. Schade aan gebouwen is er ook, waaronder het Huis De Drie Koningen in de Oosterstraat. Hier hebben katholieke inwoners juist hun kostbaarheden ondergebracht. Vanuit de vesting Bourtange bereikt ons het bericht dat de Commandeur Prott een poging tot omkoping door de vijand – geld en een adelijke titel in ruil voor overgave - heeft afgeslagen. Daarna heeft de vijand zich daar teruggetrokken.
Donderdag 28 juli
Naast kogels zijn vanaf vandaag door de vijand ook zwaardere projectielen op de stad afgevuurd waardoor de angst onder de bevolking flink is toegenomen. Daarbij worden zware ‘bomben’ gebruikt die veelal gevuld zijn met pek, salpeter of kruit. Aan de zuidzijde leidt dit tot enkele slachtoffers maar overall viel de schade mee. Ook ‘branders’ of brandende ‘stinck-potten’, zoals deze door de stadjers worden genoemd, zijn voor het eerst gebruikt. Her en der leidt dit tot branden die door de brandwachtende doopsgezinden (die om geloofsredenen geen gewapende dienst mogen doen) snel kunnen worden geblust. Onze verschansing bij het Schuitendiep/Klein Poortje kan zodanig worden uitgebreid dat de vijand van daaruit met musketten kan worden bestookt. Studenten onder leiding van vaandrig Scato Gockinga hebben zich vrijwillig gemeld voor dienst in de onderwal buiten de vesting (‘fausse-braye’). Tenslotte zijn Groninger edelen in het landschap Hunsingo en Fivelingo aangespoord om met gewapende dorpsbewoners en boeren te trachten de vijandelijke opmars via het Reitdiep en het Damsterdiep tegen te gaan en zo het Hogeland vrij te houden.
Vrijdag 29 juli
‘…..in de morgen-stondt van seker Snoes-haan buyten de Stadts-grachte sijn hoedt swenckende rondsom sijn hooft, een Burger sijn musket vaerdich hebbende deed' hem door 2. koegelen sijn leven met sijn ontidige couragie verliesen’. Met dit merkwaardige voorval begint deze dag. Een dag ook waarop de burgemeesters en raad naar het Prinsenhof vertrekken vanwege de onveilige situatie in het Raedt (en Wijn-) Huis op Brede Merct (= Grote Markt) als gevolg van schade door de vele beschietingen. Ook de bewoners uit de zuidelijke en westelijke stadsdelen evacueren. Zij zijn ondergebracht in het noorden van de stad. Om de vijand te misleiden is besloten de klokken niet langer te luiden.
Zaterdag 30 juli
Hoewel de noordwestenwind erger doet voorkomen, is de stad getrakteerd op een flink bombardement wat her en der leidt tot veel schade. ‘Saturdach wiert seer vreeslick met bomben en branders gesmeten’. De vijand heeft intussen zodanig doorgewerkt aan hun aanvalslinies dat hun met hout bekleedde loopgraven (volgens bronnen waren die van de Münsterse troepen sierlijker betimmerd dan die van de Keulenaren!) tot aan de stadswal komen. Een groot gevaar! Om de legeraanvoerder, lieutenant-generaal Rabenhaupt, die dag en nacht bezig is met de organisatie van de verdediging van de stad, te ontlasten zijn een viertal adviseurs benoemd die hem in dit zware werk moeten bijstaan. Namens de stad zijn dat Johan van Julsinga en Johan Isbrants en namens de ommelanden de jonkheren Oesebrand Johan Rengers en Lucas Clant. Vanuit de provincie vernemen wij dat een vijandelijke aanval op Aduarderzijl is afgeslagen.
Een verzoek aan de Staten van Friesland om toezending van extra troepen heeft helaas niets opgeleverd. Ze hebben ons laten weten dat de manschappen daar hard nodig zijn om ook hun bedreigde grenzen te verdedigen. Inmiddels is een brief verzonden aan de Staten-Generaal en de Prins van Oranje om levering van militaire steun.
Zondag 31 juli
Net als gisteren valt er vandaag ook weer een regen aan (brand)bommen op de stad: ‘…wieren overgroote Bommen ingeschoten hebbende de swaarte van 300. en meerder ponden waege wichte. De slaagen van dese wierden tot verschrickinge gehoort to boven en ter zijden van Martini ende Noorder Kerck, zijnde deselve in haare ingewanden beswangert met vijf-en-twintigh à dertigh pondt gekernt schiet pulver’. Wonderwel is er alleen materiële schade. Omdat er ook de nodige kogels worden afgevuurd, is het op straat zeer onveilig. Uit angst voor schade gaan de preken in de gasthuiskerken niet door. Het St. Geertruids- of Pepergasthuis loopt behoorlijke schade op. Een bom in de kerk vernielt de ramen, kerkbanken en het orgel. De schade in het Pelstergasthuis blijft beperkt tot de ramen. De diensten in de andere kerken kunnen wel doorgang vinden. Eén bom bereikt zelfs de (Oude) Ebbingestraat, het verst tot nu toe. Het leidt ertoe dat veel inwoners uit dit tot nu toe veilig gewaande gebied op de vlucht slaan. Tegen de avond komen een trompetter en tamboer uit het vijandelijke kamp voor de poort met een brief van de bisschop van Münster. Op dat moment zwijgen de vijandelijke kanonnen. Vanwege het gerucht dat er een ‘stillestand’ is, komen vele burgers naar de wallen om de vijandelijke linies de bekijken. Na een korte gevechtspauze laat Rabenhaupt z’n manschappen op de stadswallen echter tot verrassing van zijn tegenstanders feller dan ooit tevoren op hen vuren. Het bombardement waarmee de vijand antwoordt, duurt de hele nacht.
Andere weekjournaals
- Weekjournaal 1 uit 1672 - 19 t/m 24 juli
- Weekjournaal 2 uit 1672 - 25 t/m 31 juli
- Weekjournaal 3 uit 1672 - 1 t/m 7 augustus
- Weekjournaal 4 uit 1672 - 8 t/m 14 augustus
- Weekjournaal 5 uit 1672 - 15 t/m 21 augustus
- Weekjournaal 6 uit 1672 - 22 t/m 28 augustus