In de verslagen over het beleg van Groningen in 1672 staat een opvallend verhaal over een vrouw, genaamd Marretjen Geerts, die de iconische woorden ‘beter een arm verloren dan de stad!’ uitspreekt. Dit fragment trekt de aandacht en roept de nodige vragen op. Is dit op werkelijke gebeurtenissen gebaseerd? Heeft Marretjen echt bestaan? Is het mogelijk dat iemand na zo’n verwonding echt nog zulke woorden spreekt? Hieronder volgt het fragment uit het Wytlopigerverslag:

Transcriptie, oftewel uitgetypte tekst, van bovenstaande afbeelding is:
Mede wierden eenige andere Huysen in de Stadt beschadight/ en zijn eenige Menschen ghequetst en doodt ghebleven: Besonderlijck trof een van de eerste Kanon-Kogels/ eerst een Huysman in de Nieuwe Ebbinge-straet het halve Hooft wech nemende/ waer af hy aenstonds storf; daer na trof de selve Kogel een Potte-backers Vrouw / Marretjen Geerts genaemt/ en verpletterde haer Kindt datse op de arm droegh/ sy roepende om haer kindt/sagh een arm op de Straet leggen/ ende segde tot de Buyren/ siet daer/ wiens arm is dat? Niet gevoelende dat het haer eyghen was; in Huys ghebracht zijnde/ socht de Chirurgus het Vleesch wat te rechte te brenghen om het Verbant recht te schicken; maer sy antwoorde met vuer/ snijdt maer af/ snijdt af/ beter een arm verlooren dan de Stadt; doch korts daer na is sy ghestorven; eyndtlyck raeckte de selve Kogel een Landt-Meysjen/ ’t welck ter neder geworpen zijnde mede gedoodet is
Ger Boonstra, deelnemer aan Open het Stadsbestuur, besloot een poging te wagen deze vragen te beantwoorden. Deze blog is onderdeel van de reeks Het leven in 1672. Hoewel het erg lastig kan zijn om de geschiedenis van gewone lieden in de 17e eeuw te onderzoeken, heeft hij toch gegevens gevonden die de mogelijke historische grondslag achter dit verhaal vormen. Of het verhaal ècht op deze mensen gebaseerd is, of een stuk goede propaganda is, blijft ongewis. Dezelfde kogel die Marretjen trof, trof ook een landman uit de omgeving van Winsum: Harmen Joosten.
De uitzonderlijk verre kogel
Op 27 juli 1672 beginnen de vijandelijke troepen onder leiding van de bisschop van Münster met het beschieten van de stad. Vanuit hun stellingen aan de Oosterweg schieten ze onophoudelijk met kanonnen, ook wel halve kartouwen of 24-ponders genoemd. Dit kanon schiet ijzeren kogels met een doorsnede van 14,5 cm en een gewicht van, de naam zegt het al, 24 pond (circa 12 kilogram) af. In de muur van het pand Zuiderdiep 15 is daarvan een voorbeeld te vinden. Of deze kogel ècht door het beleg in de muur is gekomen, is te betwijfelen. Tegenwoordig wordt het gezien als een soort monument.

Met dit geschut proberen de Keulse kanonniers het Provinciale Magazijn te raken. Dit magazijn, op de plaats waar nu de Stadsschouwburg staat, is de opslagplaats voor de munitie van de stad. Met vooruitziende blik hadden de Groningers hun munitie echter overgebracht naar de opslagkelders bij de Boteringepoort. Of de Keulse troepen dat wisten en hun doel aanpasten, of dat het richten van hun geschut niet geheel volgens plan verliep weten we niet, maar een van de kogels komt terecht in de Nieuwe Ebbingestraat.
Marretjen en het kind
Daar loopt op dat moment Marretjen Geerts met een kind op haar arm. Deze Marretjen is waarschijnlijk Marretjen Roebers, de vrouw van de pottenbakker Egbert Geerts. Marretjen Roebers en Egbert trouwden al op 17 april 1650 en kregen drie kinderen: een zoon en twee dochters. Het kind op de arm van Marretjen zou dan niet haar eigen kind zijn geweest, aangezien dit kind in 1672 nog klein is. Kan dit dan wel de Marretjen zijn waar het verslag over spreekt?
De oudste dochter van Marretjen Roebers en Egbert Geerts, Jantien, trouwt op 21 mei 1669 met Siebolt Caspers. Uit dit huwelijk wordt op 10 juni 1670 een jongetje geboren dat de naam Geert krijgt. Siebolt is soldaat, misschien wel gelegerd in de kazerne aan het Nieuwe Kerkhof, dichtbij de Nieuwe Ebbingestraat. Het is mogelijk dat Marretjen met haar kleinkind op de arm in de Nieuwe Ebbingestraat, in de buurt van de kazerne, is. Net op de verkeerde tijd en op de verkeerde plaats, precies waar de kogel terecht komt.

Iconische woorden na ernstig letsel
Uit een fragment in het Wytlopiger-journael is op te maken dat deze ene kogel vier mensen doodt. Dit kan komen doordat de ijzeren kogel ‘stuitert’ en daarbij splinters van de straatstenen of de huizen losslaat. Of de slachtoffers getroffen worden door de kogel zelf of door de splinters is niet duidelijk. In ieder geval raakt het projectiel het kind, dat op slag dood is, en rukt het een deel van de arm van Marretjen af. Hierna zou Marretjen nog de iconische woorden hebben gesproken. Is dat waarschijnlijk na zo’n heftig trauma?
Bij ernstig bloedverlies en pijn, zoals bij de plotselinge amputatie van een arm, knijpen de vaten zich voor een korte tijd dicht. Vlak nadat Marretjen geraakt is, gebeurt dit waarschijnlijk ook bij haar. Dat zou verklaren waarom Marretjen in eerste instantie geen pijn voelt en nog bij zinnen is. Ze heeft rondgekeken opzoek naar haar kleinkind en ziet daarbij tot haar verwondering een arm liggen. Gelukkig is er snel een dokter te plaatse om haar een kans te geven.
Behandeling van ernstige wonden
In de Ebbingestraat woont de chirurgijn Pieter Idema, die op 19 januari 1672 ingeschreven wordt in het gilderegister. Gelet op de geografie zal deze, als hij thuis was, bij Marretjen zijn geroepen. De chirurgijn wil de loshangende restanten van de arm bij elkaar halen en met doeken afdekken. Daar wil Marretjen niets van weten. Vol vuur zegt ze tegen de chirurgijn dat hij de resten er af moet snijden en dat “het beter is dat zij een arm zou missen dan dat de stad verloren zou gaan”. Na verloop van tijd komt de bloeding natuurlijk weer op gang en sterft Marretjen alsnog.
Als ze wel was blijven leven zou ze vermoedelijk naar het hospitaal gebracht zijn dat ingericht is in de Latijnsche School aan het Martinikerkhof. Chirurgijns hebben in de 17e eeuw minder kennis en mogelijkheden dan we nu kennen, maar er zijn meerdere leerboeken, bijvoorbeeld De Chirurgie en Nieuwe veldt chirurgye, waarin legerchirurgijns uitleggen op welke manier men verwondingen, zoals amputaties, kan behandelen. Marretjen zou bij zo’n behandeling veel pijn hebben gehad. Weliswaar zijn er pijnstillende middelen als laudanum bekend, maar die hebben nogal wat nevenwerkingen en worden daarom niet vaak gebruikt.
Toch zouden de chirurgijns in de stad er alles aan gedaan hebben om haar te genezen. In het leger van Bommen Berend is men daarin veel rigoureuzer zoals te lezen in het Wytlopiger Journaal (blz 52):
Eer ymant verbonden wiert soo wiert de wonde ge-examineert, of doodelick was of niet: indien soo, soo wiert voort een pistoolkoegel den gequetsten geschonken, in plaets van een plaester. Dickwils was het daer [het veldhospitaal] soo vol geweest dat om de nieuws-gequeste plaets te geven, de outste, die het swaerste gewont waeren, uitgemonstert [uitgezocht] en doot geschoten wierden
Is het bijna ongelooflijk verhaal van Marretjen Geerts inderdaad meer dan een volksverhaal? Liep de vrouw van Egbert Geerts richting haar schoonzoon, met de kleinzoon op de arm? Was het Pieter Idema die Marretjen helaas tevergeefs te hulp schoot? Zeker weten doen we het niet, maar dit verhaal gebaseerd op bronnen uit de archieven brengt het echte verhaal wel een stap dichterbij.
Het leven in 1672
In 2022 herdenken we dat het 350 jaar geleden is dat het Beleg van Groningen plaatsvond. Dit doen we door verhalen van de belegering van de stad te vertellen op de website kaart1672.nl. We werken hierbij samen met de deelnemers van het Maak Geschiedenisproject Open het Stadsbestuur. Deelnemers aan dit project duiken in oude bronnen om kleine – soms onbekende – stukjes geschiedenis over 1672 bloot te leggen. Zo schetsen we het leven in 1672 in diverse blogs, die weer terug te vinden zijn op kaart1672.nl.