Verhalen van ooggetuigen van de Kerstvloed in 1717 staan beeldend beschreven in het pamflet “Opregt en Nauwkeurig Historis-Verhaal Van de Verwonderenswaardige, Droevige, Schrikkelike en seer Schaddelike Waaters-Vloed […]”. Het pamflet is dankzij de inzet van onze vrijwilligers getranscribeerd (omgezet naar moderne letters) en deze transcriptie is nu te vinden op onze website.
Het pamflet besteedt vooral aandacht aan de lotgevallen van individuele slachtoffers. Of deze wederwaardigheden waar zijn of onderdeel van een geruchtenstroom weten we niet zeker, maar deze berichten zijn nergens anders te vinden. Dit pamflet was toen het werd uitgegeven, in 1719, het eerste algemene verslag. Opgenomen zijn ook opsommingen van omgekomen personen en vee per dorp en korte beschrijvingen over de gevolgen in Oost-Friesland en de rest van Nederland, alsmede een paar gedichten.
Het volgende fragment gaat over het tragische lot van het gezin Ubbens uit Warfhuizen. Op emotionele wijze wordt omgeschreven hoe het gezin letterlijk ‘uit elkaar dreef’ en alleen de vader van het gezin de natuurramp overleefde.
Doede Ubbens en sijn Vrouw met vier Kinderen, zijn op een bosje Stroo en
een stuk van 't huus gedreeven / van Warfhuisen [Warfhuizen], naa de kant daar de Borg van
de Hoog Welgebooren Mevrouw Sikkinga staat / terwijl sy alsoo voortdreeven;
trof haar het ongeluk; dat sy van malkaar genoodsaakt wierden te moeten schei-
den / welke scheidinge den eenen soo wel als den anderen te smerteliker was / als
siende voor oogen / dat'er geen hoope voor haar meer ooverig scheen / van malkan-
der / in dit leeven weederom te moogen sien / waarom sy door handlanging / en
goede nagt wensching / haar aan de wil en 't welbehaagen des ALMAGTI-
GEN hebben oovergegeeven. De Man, (naa dat rieds Twee van sijne kinde-
ren / gelijk meede de Vrouw met de Twee andere door de waateren waaren ver-
slonden) komt aan de voorschreeven Borg / van welke hy eindelijk is afgehaalt /
en behouden in de Stad gebragt.
Onderstaand fragment gaat over een bruid en bruidegom die elkaar warm hielden en hierdoor de Kerstvloed overleefden.
[…] De Soon van deesen Vaader, niet meer aanhebbende / als alleen 't bloote Hembd, naam sijn toevlugt /
op 't huus-dak / digt aan gemelde boom / gelijk sijn Bruud haar meede op 't selve
dak had begeeven / in deesen staat / verwekte de Liefde van de Bruud, een herte-
lik meedelijden / tot haar Bruudigam, vreesende dat hy / van sijn natuurlike
Duur / en Warmte / (waarby sy geen klein interesse had) ten eenemaal soude
worden beroovt / waarom sy een van haare Rokken uuttrok en aan haar Bruu-
digam overgaf / om hem daarmeede te verwarmen / en haar daarnaa de-
selve dielgenoot te maaken / 't geen van sulk een uutwerking heeft geweest / dat
deese beide aanstaande Ehelieden, eindelik zijn geborgen.
Met Maak Geschiedenis: Kerstvloed 1717 maken wij bronnen over de Kerstvloed in onze Archieven beter toegankelijk.