Het Groningse Stadsbestuur had 300 jaar geleden uiteenlopende zaken aan haar hoofd. Wekelijks werden er besluiten genomen door de vier burgemeesters en de raad. Waar hield het Stadsbestuur zich op 12 en 13 mei 1719 zoal mee bezig?
Groninger tot slaaf gemaakt in Algiers
Soms stuit je op een minder alledaags onderwerp. Op vrijdag 12 mei 1719 wordt geschreven over ‘een collecte […] tot verlossinge van een persoon in Turckijen [Turkije] gevangen’. Dat deze opvallende kwestie al eerder werd besproken in het Stadsbestuur blijkt uit een verzoekschrift uit het Requestboek uit 1719. Dankzij de transcripties, gemaakt door de vrijwilligers van Open het Stadsbestuur, werd dit opvallende verhaal enkele weken geleden ontdekt.
In het verzoekschrift vraagt Tietien Nannes, moeder van Albert Mennes, toestemming voor een collecte voor haar zoon. Haar zoon werkte als koksmaat op een schip dat richting Bordeaux voer. Op 13 juni 1718 werd hij door een ‘Algierse Roover’ naar Algiers ontvoerd en aldaar verkocht als slaaf. Om Albert Mennes te bevrijden moest 600 gulden losgeld worden betaald. Omgerekend naar huidige begrippen moet dit zo’n €6500,- zijn geweest. De burgemeesters en raad verleenden Tietien Nannes toestemming om een collecte te doen.
Op 12 mei 1719 wordt gemeld dat de collecte 260 gulden had opgebracht, terwijl het losgeld 600 gulden bedroeg, aldus de Resoluties van burgemeesters en raad uit 1719 (bladzijde 504). Tietien Nannes vroeg het Stadsbestuur om een nieuwe collecte ‘met assistentie van een diacon dienaar met een geslotene busse te doen’. Ze toonde de Stadsbestuurders ook stukken waaruit bleek dat het verhaal van haar tot slaaf gemaakte zoon niet verzonnen was. Haar verzoek werd wederom ingewilligd.
Deel van het fragment:
Veneris den 12 Maij.1719.
Ter vergaderinge zijnde gelesen de ingediende re-
queste van Tietjen Nannes alhier geboortigh, re-
monstrerende, dat ingevolge Raads apostille van
authorisatie den 22 februarij jongst an haar ver-
leend in dese stad een ommegank hadde ge-
daan om eenige penningen te collecteren tot ver-
lossinge van haar soon gerequireerd die in
het vorige jaar door een Algierse Rover is
genomen, aldaar opgebragt en voor slave ver-
kogt welke collecte niet meerder hadde
aangbragt dan 260 gulden en de somma van
600 gulden werd vereischt,
Een dergelijke ontvoering door Noord-Afrikaanse piraten kwam vaker voor, zo blijkt uit andere stukken uit deze periode. In 1710 werd een plakkaat gedrukt over de “lossing van Nederlandsche Slaven”. Een gezant van de regeringen van Algiers en Tunis had laten weten dat de gevangengenomen Groningers voor een “redelycke prijs” konden worden vrijgekocht. De gedeputeerde staten van Stad en Ommelanden riepen hierin familieleden van deze slaven op zich te melden, zodat zij daarin konden bemiddelen.
Hoe het verder afgelopen is met Albert Mennes is nog niet duidelijk. Is hij uiteindelijk vrijgekocht en teruggekeerd naar Groningen? Wellicht wordt het raadsel opgelost wanneer we meer getranscribeerd hebben. U kunt ons daarbij helpen.

Steenkalk van Koopman Nauta
Op het geproponeerde door de Edele Erentfeste Heer Borgemeester
Baurmeester en sijn Edele Assesoren hebben de H.
Heeren Borgemeesteren en Raad de stads bouwmeester
Mejer geauthoriseerd de nodige steenkalk van
de Coopman Nauta ten dienste dese stad in te
koopen.
De stadsbouwmeester had een uiteenlopend pakket aan taken, die vooral te maken hadden met wat er gebouwd werd in de stad of in de gebieden die in bezit van de stad waren. Uit de resolutie van 13 mei 1719 lezen we dat bouwmeester Meijer toestemming krijgt om steenkalk te kopen van koopman Nauta. Dit besluit geeft niet veel prijs over de bestemming van de steenkalk. Misschien dat de transcripties van de stadsrekening daar binnenkort meer informatie over geven.
Loon van een politicus
Op dezelfde dag wordt ook besproken wat er moet gebeuren met meneer Van Swinderen. Hij is gekozen tot Raadsheer en tot president van het krijgsgericht van Generaliteitsland Westerwolde. De vraag is of hij dubbel betaald zou krijgen voor beide functies. Hij zou dit niet naast elkaar kunnen doen. Generaliteitsland Westerwolde was een gebied dat na 1595 onder het directe bestuur viel van de Staten Generaal, en na 1619 door Groningen werd gekocht. Tot 1749 hadden verschillende regimenten een eigen krijgsgerecht, zo ook Westerwolde. Als President van het krijgsgericht was Van Swinderen verantwoordelijk voor militaire juridische zaken. Uiteindelijk wordt besloten dat de raadsheren van het Nedergericht, de rechtbank in Groningen voor kleinere zaken, een beslissing moeten nemen over Van Swinderens loon. Vragen over het loon voor politici of ambtenaren waren kennelijk ook in deze tijd een onderwerp van discussie.
Heeren Gecommitteerden nopende
het quartaal tractement van
't presidentschap van 't
krijghsgerighte.Door de Raadsheer Scato Gokkinga ter vergade-
ringe sijnde geproponeerd dat wegens sijn Edele pro-
motie tot Raadsheer in desselfs plaatse weder-
om genomineerd was tot president van 't ge-
neraliteits Krijgsgerigte De Heer van Swinderen, en
vervolgens een different ontstaan over het quar-
taal tractement [….] hebben de H. Heeren
Borgemeesteren en Raad dese saake gewesen
an de Heeren Raadsheeren van 't Nedergerigte
om de president van 't Crijgsgerigte van Swinde-
ren over desen mede te verstaan met authori-
satie om alsdan deselve te reguleren en te
termineren.

Het archief van het Groningse Stadsbestuur (1594-1815) bevat een schat aan informatie over de stad Groningen, haar inwoners en bezittingen in de provincie. Deze goudmijn is een archief van bijna 400 strekkende meter. Met een groeiende groep vrijwilligers wordt er gewerkt aan het overtypen van deze teksten. Zes seriematige bronnen vormen het geraamte van het archief, waaronder de resoluties. Mensen kunnen nu gemakkelijker online gebruik maken van dit archief en wij lichten af en toe een onderwerp uit.
Deze blog is geschreven in samenwerking met Jaline de Groot.
Bronnen
- www.iisg.nl, hier hebben we berekend hoeveel 600 gulden in 1718 omgerekend naar nu in euro's zou zijn
- W.J. Formsma, inventaris van het archief van het Krijgsgerecht en Krijgsraad, 1651 – 1811
- P.J. Van Winter, Westerwolde Generaliteitsland, 1948