De Gemeente Groningen laat het stadhuis binnenkort grondig renoveren en verbouwen. Dit stadhuis, waarvan de bouw in 1793 begon, is niet het eerste gebouw waar de Groninger stadsbestuurders bijeenkwamen.
Het oude raad- en wijnhuis sierde daarvoor ruim drieënhalve eeuw de Grote Markt. De gravure van Hermanus Numan met het raad- en wijnhuis uit 1775 is ook het beeldmerk van het Maak Geschiedenisproject Open het Stadsbestuur. Waar werd 300 jaar geleden overlegd over de resoluties die nu door een grote groep vrijwilligers wordt getranscribeerd? Vijf weetjes over dit ooit iconische Groninger gebouw.

1 Bouwjaar van het Raadhuis
Het Groningse raadhuis is gebouwd als een eenvoudig langwerpig gebouw, met een verdieping voor handelsdoeleinden en een voor het houden van vergaderingen. Het stond midden op de Grote Markt (toen Breede Marct). Op achttiende eeuwse tekeningen is een gevelsteen te zien met het jaar 1443. Het raadhuis werd toen uitgebreid met enkele vertrekken en de sierlijke noordgevel. Het stadsbestuur zag door de jaren heen haar taken steeds meer uitbreiden. Daarom hadden ze soms meer ruimte nodig en werden er nieuwe vertrekken bijgebouwd. Het oudste gedeelte van het stadhuis is dus niet precies te dateren, maar komt waarschijnlijk uit de veertiende eeuw.
2 Gratis wijn in het wijnhuis
Niet lang na de verbouw van het raadhuis werd, enkele meters ernaast, het wijnhuis gebouwd. Het wijnhuis was forser van opzet, maar beide vertoonden gelijkenissen met hun trapgevels, pinakels en gebogen vensters. Bovenop het wijnhuis zat tot het begin van de achttiende eeuw een torentje van zo’n 40 meter hoog met daarin een uurwerk. Net als verschillende Hanzesteden kreeg Groningen ook een eigen stadswijnhuis of kelder.
In het wijnhuis kwamen de bestuurders en andere personen die belast waren met stedelijke ambten bijeen en bespraken met een glas wijn de beslommeringen van de dag. Hier konden zij hun presentiepenningen of wijnloodjes inleveren, in ieder geval tot 1609. Op den duur circuleerden de wijnloodjes die zij kregen buiten het wijnhuis en kwamen er zelfs valse loodjes in omloop. Dat was natuurlijk niet de bedoeling en in plaats van wijnloodjes kregen de functionarissen loonopslag. Daarnaast hadden zij recht op een bepaalde hoeveelheid traktementswijn, die ze in het wijnhuis konden ophalen. In het wijnhuis vonden ook publiekelijke verpachtingen en verhuringen plaats van stadsbezittingen of jurisdicties en goederen in de Ommelanden. Onder het wijnhuis zat een grote wijnkelder, maar soms was deze te klein voor de grote voorraad. In 1703 kreeg de huurder van het wijnhuis zelfs toestemming om een deel van de gevangenis onder het raad- en wijnhuis, bedoeld voor zware misdadigers, ook te gebruiken als wijnkelder.
3 De herberg, de bakker en de hoofdmannenkamer
Tussen het raad- en wijnhuis werden in het begin van de zestiende eeuw vertrekken gebouwd die de hoofdmannenkamer vormden. De hoofdmannen waren een afzonderlijk bestuurlijk college die voor de bezittingen in de provincie werkten. Aan de zuidkant van het raad- en wijnhuis werden door particulieren drie huizen gebouwd. Stenen waren erg kostbaar in deze tijd, dus wellicht was dat de reden. De eigenaar van de twee oostelijke panden, de Merrijenborch en de Bulderije mag bijvoorbeeld de schoorsteen van het wijnhuis gebruiken. Deze huizen werden gebruikt als herberg en bakkerij. Het meest westelijke pand, De Pauw, was eveneens een herberg. Het stadsbestuur kocht de drie panden in de zeventiende eeuw op om te gebruiken voor de uitbreiding van het raadhuis, waarvan twee ook daarvoor dienst deden.

4 Duurzaam afgebroken
Na eeuwen trouwe dienst was het raad- en wijnhuis bouwvallig en te klein geworden. De stad besloot om het te laten afbreken in 1775. In het dikke boek met de stadsrekening van dat jaar staat dat Berent Bolmeijer voor 5337 gulden en 8 stuivers zowel het raadhuis als het wijnhuis met de drie panden kocht van de Stad. Dat was op voorwaarde dat alles werd gesloopt, maar met behoud van bouwmaterialen.
In de stadsrekening van 1775 is te lezen dat voor het afbreken van de drie huizen Bolmeijer 1060 gulden kreeg, zoals met hem was afgesproken:
Ontfangen van Berent Bolmeijer
Duizend en Sestig Cararolus Gulden zijnde het volle mon-
tant loopschats penningen van drie an een
Staande Behuisingen Verkogte an de Groote
Markt zo deselve om af te slijten van de Stads
heeft angekogt blijkt nevensaande geap-
robeerde conditien van verkoop
Ons hier 1060

De bijlagen bij de stadsrekening van 1775 geven meer inzicht in de verkoop. Er zitten drie documenten in, de zogenaamde conditiën van de verkoop. Het slopen van de panden moest namelijk aan allerlei voorwaarden voldoen. De taak moet allereerst voor 18 juni 1775 geklaard zijn. De koper verplichtte zich onder andere om de Grote Markt zo veel mogelijk vrij te laten en alle puin snel af te voeren. Mocht er iets onverwachts worden ontdekt, dan stelde de koper de Raad direct op de hoogte. Uiteindelijk zijn er 62800 bakstenen en allerlei houtwerk weer aan de Stad verkocht voor hergebruik. Ook staat op een los briefje dat Bolmeijer goederen die zijn achtergelaten mag houden, zoals een spiegel, een lijst, twee tafels en een draadraam voor een glasraam. Op een andere plek in de Stadsrekening zien we dat Bolmeijer 3000 gulden krijgt voor het leveren van materialen voor een nieuwe brug over de Steentilpoorten gracht. Ook nam hij een klus aan om een weg aan te leggen richting Helpman. Zitten soms de overblijfselen van het oude raad- en wijnhuis nog steeds in Helpman in de grond of wellicht in de Steentilbrug?

5 Een replica
Helaas is het oude raad- en wijnhuis niet meer te bewonderen. Toch is er nog iets concreets dat aan het gebouw doet denken. Stadsbouwmeester J.A. Mullock Houwer schijnt de gevel die hij maakte voor het pand aan de Boteringestraat nummer 19 ontleend te hebben aan het oude Wijnhuis op de Grote Markt. De gevel in neogotische stijl uit 1913 vertoont duidelijke overeenkomsten met de gevel van het oorspronkelijke Wijnhuis. Het pand was ooit het gemeentelijk belastingkantoor, maar is nu bekend als het Van Swinderen Huys. Een verrassende herinnering aan het oude raad- en wijnhuis.

Bronnen
- Rekeningen van inkomsten en uitgaven van de stad 1775, Groninger Archieven 1605-2157.
- Bijlagen bij rekening 1775, Groninger Archieven.
- De raadhuizen van de stad Groningen, T.A. Schuitema-Meijer.
- Hervonden Stad, Berend Raangs en Joris van Haaften, 2007.