Een aantal masterstudenten Geschiedenis van de Rijksuniversiteit Groningen schreef een blog over het online symposium Vertel ErfGoed. De Maand van de Groninger Geschiedenis organiseerde dit evenement op 1 oktober. Hoe beleefden de studenten dit online symposium? Lees het hier.
Door Klaske Berger
Eenzaamheid is een woord dat de laatste tijd vaak valt. De coronamaatregelen maken dat mensen zich sneller alleen voelen, iets wat ik zelf ook ondervind. Uren eenzaam zittend op m’n kamer. Mijn studietijd belevend vanachter de computer. Ik had het me allemaal toch wat anders voorgesteld.
Zittend in mijn pessimistische stemming arriveerde ik bij het online symposium van de Dag van de Groninger Geschiedenis. Ik was sceptisch. Dit kon toch bij lange na niet opwegen tegen een real life evenement? Blijkbaar had ik me vergist.
Natuurlijk, dit symposium had in het echt veel meer opgeleverd. Maar tot mijn grote verrassing voegde de digitale variant ook een nieuwe dimensie toe, eentje die ik nog nooit eerder zag. Normaal gesproken vinden lezingen vaak plaats in zalen waarmee de sprekers zelf geen persoonlijke binding hebben. Deze ruimten laten niet de mens achter de verteller zien. Dit is anders bij online presentaties. Zo keek ik mijn ogen uit tijdens de lezing van Eppo van Nispen. Zomaar een kijkje krijgen in de werkkamer van een medehistoricus, hoe uniek is dat?! Kunst hing aan de muren, foto’s stonden in de kasten. Er was zelfs een cheque te vinden van een duizelingwekkend hoog bedrag. Zou dit betekenen dat we als historici toch écht wel wat kunnen verdienen?
Mijn hart ging het snelste kloppen van de rijkelijk gevulde boekenkast. Deze puilde zó uit dat niet alle boeken erin pasten. Herkenbaar. Ik kreeg meteen een gevoel van verbondenheid. Mijn eigen boekenkast heeft namelijk te maken met hetzelfde probleem. Ook mijn geschiedenisdocenten hebben – volgens mij – last van deze kwaal. In het pre-coronatijdperk bracht ik nog wel eens bezoekjes aan hun werkkamers. Ik stond dan vaak versteld van hun boekencollecties. Medelijden had ik vooral met de werken die de selectie voor de boekenkast niet hadden doorstaan. Deze waren veroordeeld tot een leven naast de stellage. Een medicijn tegen de boekenziekte is tot zover niet gevonden. En ik weet ook niet of dat zo erg is. Het boekenprobleem zorgt er namelijk voor dat historici zich onderling verbonden voelen. Zelfs het coronavirus en het nieuwe digitale leventje kunnen hier geen speld tussen krijgen.
Denkend aan de volle boekenkast van Eppo van Nispen voel ik mij opeens een stuk minder eenzaam.