In de Groninger Archieven bevindt zich de Kroniek van Groningen die Eggerik Egges Phebens (1556-1615) schreef over de Tachtigjarige Oorlog. Op 10 november 2023 vindt in de Groningse Universiteitsbibliotheek de presentatie plaats van deze Latijnse kroniek. Deze uitgave van Zweder von Martels bevat een inleiding over het leven en werk van Phebens, de eerste Nederlandse vertaling van de kroniek en een uitgave van de Latijnse tekst. De Latijnse tekst komt alleen digitaal beschikbaar bij Uitgeverij Verloren en op de site van de Groninger Archieven.
De Kroniek
De kroniek biedt een persoonlijke beschrijving van de geschiedenis van de eerste drie decennia van de Tachtigjarige oorlog in Groningen en omstreken, eindigend met de totstandkoming van het nieuwe verdrag tussen Stad en Lande in februari 1595. Vergelijkbare geschriften uit die tijd zijn de kroniek van Abel Eppens tho Equart en die van Johan Rengers van Ten Post; het dagboek van Johan Julsing en het oorlogsverslag van Francisco Verdugo, bevelhebber van de Spaanse troepen in de noordelijke provincies.
Phebens’ kroniek is overgeleverd in een klein handschrift ter grootte van een kleine pocket. Het werd in 1863 aangeboden op de veiling van de bibliotheek van A.J. de Sitter, die veel Groningana, boeken over Groningen, bevatte. Sindsdien wordt het bewaard in de Groninger Archieven. In 1867 gaf archivaris H.O. Feith de Latijnse tekst van de kroniek uit, maar liet deze verder onvertaald.
Eggerik Egges Phebens
Eggerik Egges Phebens was afkomstig uit Midwolda in het Oldambt. Zijn ouders waren overgegaan naar het gereformeerde geloof. Zij stuurden de jonge Eggerik aanvankelijk naar de Latijnse school in het gereformeerde Emden en later naar de gereformeerde universiteit van Marburg. Vanwege zijn geloof vond Phebens geen werk bij zijn terugkeer in Groningen, dat door het verraad van Rennenberg in 1580 in handen was gekomen van de Spaansgezinde katholieken. In de jaren die volgden werkte Phebens aan zijn kroniek die hij kort na de verovering van Groningen in 1594 voltooide.
Phebens liet een kritisch oog gaan over de gebeurtenissen, maar verhulde ook zijn eigen godsdienstige gezindheid niet. Over de bedoeling van zijn kroniek, zei hij het volgende:
Dan kunnen op die manier onze kinderen en kleinkinderen juist daarvan leren hoe God gewoonlijk vanwege de minachting voor de ware religie en de afgrijselijkste zonden van de mensen gehele heerschappijen, koninkrijken en republieken straft en omverwerpt, volkeren onderling laat vechten, en kortom, de tirannie van de machtigste monarchen bedwingt en zijn kerk beschermt.
Tachtigjarige Oorlog
Phebens’ herinneringen aan de lange reeks rampzalige, trieste gebeurtenissen uit deze jaren van strijd laten de lezer ervaren hoe zowel de stad als het wijde omliggende boerenland en ook de provincies Friesland en Drenthe zwaar gebukt gingen onder de oorlog. Hij stelt aan het begin dat de oorlog, die ooit was begonnen ‘uit naam van de religie en de vrijheid’ en in de eerste plaats gericht was tegen de Spaanse tirannie, de ‘jammerlijkste’ was van alle oorlogen. De mensen hadden de vrome zaak, waar de oorlog om begonnen was, uit het oog verloren. Het geweld, de corruptie, de plunderzucht, honger naar geld en andere misdaden hadden velen ten kwade veranderd. De kroniek is door de accenten die hij legt niet zozeer het verslag van spectaculaire heldendaden van grote militaire leiders. Maar wat opvalt, is juist zijn betrokkenheid bij de bevolking van met name het platteland dat door vriend en vijand het meest onder de oorlog te lijden had.
Na de inname van Groningen in de zomer van 1594 door prins Maurits en graaf Willem Lodewijk veranderde Phebens’ leven op slag. De gereformeerden namen de macht van de katholieken over en vanaf dat moment bekleedde ook Phebens tal van hoge bestuursfuncties. Dit voor hem veel gunstiger lot wordt ook zichtbaar in de slotwoorden van de Kroniek:
Zo komt gelukkig de eens zeer aanzienlijke stad en zeer bloeiende Republiek na de schandelijkste beeldenverering tot de ware verering van God, na het voeren van een langdurige en wrede binnenlandse oorlog met zijn buren tot de gewenste vrede, na de afschuw van de zeer lange en wrede belegering tot de oude rust en, om alles beknopt samen te vatten, na veel doorstane ellende en gebrek (omdat God medelijden had met haar lot) tot de hoogste voorspoed.
Vanwege de rol die Phebens gespeeld had bij de oprichting van de Groningse universiteit in 1614 gunde men hem na zijn overlijden in het daaropvolgende jaar de eer van een lijkrede. Deze werd gehouden door professor Johan Huninga, in de theologische gehoorzaal van het toenmalige Academiegebouw. De inhoud van deze Latijnse rede, waarin Phebens’ leven zorgvuldig werd besproken, wordt in de nieuwe uitgave van Phebens’ kroniek uitvoerig besproken.
Boekpresentatie
Er zijn nog een aantal plekken beschikbaar voor de boekpresentatie van Eggerik Egges Phebens’ Kroniek van Groningen, 1565–1595. Een aantal korte lezingen over verwante onderwerpen gaat aan de presentatie vooraf. Aanmelden is noodzakelijk en mogelijk door een mail te sturen naar