Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.
Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:
• Kenmerken van het archief • Inleiding op het archief • Inventaris of plaatsingslijst • Eventueel bijlagen
De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.
De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.
De inventaris of plaatsingslijst is een hiƫrarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.
Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiƫrarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.
Gerrit van Houten werd in 1866 in Groningen geboren als de zoon van de houthandelaar Hindrik van Houten en Alida ten Bruggenkate. Als schilder en tekenaar (hij schilderde stillevens, portretten, stadsgezichten en landschappen in een naturalistische stijl met een impressionistische inslag) is hij vanwege een ongeneeslijke geestesziekte slechts gedurende zijn jeugdjaren actief geweest. De rest van zijn leven, tot aan zijn dood in 1934, bracht hij door in een inrichting te Santpoort. In 1945 besloten zijn broers en zusters een stichting op te richten onder de naam Gerrit van Houten Stichting. De doelstelling was het goed bewaren van de tekeningen, aquarellen en schilderijen en ze bekend te maken aan de buitenwereld.
Deze stichting verwierf in 1972 de Fraeylemaborg te Slochteren. Een deel van het werk van Van Houten is daar in vaste opstelling te zien.
Gerrit van Houten stamde uit een bekende Groninger familie van houthandelaars. Naast Gerrit waren ook andere familieleden getalenteerde kunstenaars, zoals zijn tante Sientje Mesdag-van Houten (zij trouwde met de bekende zeeschilder Hendrik Willem Mesdag), zijn zus Alida van Houten en zijn nicht Barbara van Houten. Ook Gerrits vader Hindrik van Houten kon aardig tekenen. Gerrit van Houten had drie broers (Derk, Samuel en Jan van Houten) en twee zusters (Alida en Sientje). Derk, de oudste en de enige die trouwde, zette samen met Jan de houthandel (Firma houthandel "D.van Houten") voort. Samuel werd huisarts. Jan, Alida, Samuel en Sientje bleven tot hun dood in het ouderlijke huis aan het Damsterdiep wonen.
De onderneming was genoemd naar Derk van Houten, de zoon van de korenmolenaar Hindrik Sebes van Houten en Grietje Derks Tonkens uit 't Waar. Deze Derk kocht in 1831 de windhoutzaagmolen "de Twee Reizigers" met bijbehorend woonhuis en erf, gelegen buiten de Steentilpoort aan het Damsterdiep bij Groningen. Na zijn dood zetten zijn oudste en jongste zoons, Hindrik en Jacob, de zaak voort. In 1868 breidden dezen het bedrijf uit met een stoomhoutzagerij en in 1878 met een schaverij.
Na het vroege overlijden van Hindrik in 1883 zette zijn weduwe, Alida van Houten-ten Bruggenkate, het bedrijf voort samen met haar zwager, die in 1895 uit de firma trad. Haar eerdergenoemde zoons Derk en Jan namen de leiding van de zaak op zich. In dat jaar installeerde Jan in de houtzagerij "elektrische beweegkracht", waardoor de zagerij van Van Houten het eerste Nederlandse bedrijf was dat elektrisch werd aangedreven. In 1905 ging de houtzagerij door brand verloren, waarna de familie, uit angst voor herhaling daarvan, besloot de oude houtzaagmolen te slopen. In de jaren '20 en '30 van de vorige eeuw werd het bestaan van de houthandel bedreigd door de crisis. Tijdens de tweede wereldoorlog nam de Duitse bezetter de bedrijfsgebouwen in beslag. De houthandel bleef in naam tot in de jaren '50 in bedrijf. In 1967 werd de onderneming officieel ontbonden.