Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.
Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:
• Kenmerken van het archief • Inleiding op het archief • Inventaris of plaatsingslijst • Eventueel bijlagen
De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.
De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.
De inventaris of plaatsingslijst is een hiƫrarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.
Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiƫrarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.
De vereniging Delfzijls Spaarbank werd op 17 juli 1918 opgericht door Delfzijls Handelsvereniging. Reeds voor 1918 was op vergaderingen van de Handelsvereniging de kwestie van een eventuele spaarbank te Delfzijl ter tafel gekomen. De vereniging constateerde dat na de opheffing van de Nutsspaarbank ter plaatse (voor 1910) veel spaargelden uit Delfzijl afvloeiden naar spaarbanken elders, met name naar die te Appingedam. Dit kwam de ontwikkeling van Delfzijl natuurlijk niet ten goede. De vereniging besloot daarom een commissie te benoemen die zou moeten onderzoeken of een nieuwe spaarbank levensvatbaarheid zou hebben. 96 personen werden bereid gevonden in te tekenen op de vorming van een garantiefonds; gezamenlijk zegden zij de bank een bedrag van fl. 8700,- toe. De door de aandeelhouders gestorte bedragen werden in 1952 terugbetaald.
Naast een bestuur bestaande uit 5 personen werd een driekoppige Raad van Toezicht benoemd. het bestuur legde zich toe op solide belegging van de hun toevertrouwde gelden. De bestuursleden waren onbezoldigd. Wel werd een boekhouder aangesteld die een klein percentage van het inlegkapitaal ontving als loon voor zijn schrijfwerk. Omdat het bedrag van de inlagen steeg, werd in 1935 besloten de boekhouder een vast bedrag van 400 gulden per jaar te geven. De eerste jaren werd eenmaal per week zitting gehouden in verschillende gehuurde gelegenheden. In 1924 kocht de bank een eigen pand aan in de Waterstraat. In 1934 werd een nieuw pand aangekocht, omdat het oude te klein was geworden.
De balans werd door een accountantskantoor gecontroleerd, dat de bank bij oprichting ook van advies had gediend bij de samenstelling van de boeken en bij het opmaken van de statuten. in 1927 sloot de bank zich aan bij de Post-, Cheque- en Girodienst en bij de Nederlandse Spaarbankbond. Voornaamste reden voor aansluiting bij de NSBB lijkt de automatisch toegang tot de collectieve verzekering. Vanaf 1931 wordt de jaarlijkse controle uitgeoefend door de NSBB
Na 1935 werd besloten spaarbusjes uit te geven. Aanvankelijk had men hier huiverig tegenover gestaan ten gevolge van het advies van de voorzitter van het Oud-diakengezelschap, die de bank reeds in 1925 gewezen had op de slechte resultaten die er elders mee bereikt waren.
Ook sloot de bank zich al spoedig aan bij de Kring van Spaarbanken van Appingedam en omstreken, een vereniging van gewestelijke spaarbanken, die onder meer jaarlijks de inleggersrente vaststelde en contacten tussen de afzonderlijke leden ter behartiging van hun belangen regelde.
Na de Tweede Wereldoorlog werd de bank langzaam gemoderniseerd. voor het eerst werden bioscoopreclames van de bank vertoond. In 1947 werd begonnen met maandelijkse zittingen in de school in Meedhuizen. Wegens uitblijvend succes werd dit een paar jaar later veranderd in driemaandelijkse zittingen In 1967 werden de zittingen wegens gebrek aan belangstelling helemaal gestaakt. in 1951 drong de Bond aan op meer uren en dagen van openstelling. Na uitbreiding van het aantal commissarissen werd een tweede zitdag op woensdagavond ingesteld. in 1956 werd een nieuw hoofdkantoor geopend, toegespitst op de moderne, zakelijke eisen van het bankbedrijf. Het werd dagelijks geopend met uitzondering van de maandag. in 1960 bestond de mogelijkheid voor de jeugd om bij de bank te sparen. Het schoolsparen werd door de bank niet ingevoerd, omdat dit reeds door de Rijkspostspaarbank ter plaatse was gedaan. In 1962 werd voor het eerst op de wereldspaardag een gratis filmvoorstelling voor de jeugd gegeven. van af 1960 beschikte de bank over een directeur. van af 1962 werd wekelijkse zitting gehouden in Delfzijl-Noord, en vanaf 1967 eens per maand in een tehuis. in 1977 nam de bank de Spaarbank Holwierde over.
In 1973 nam de bank deel aan een samenwerkingsoverleg tussen verschillende spaarbank uit Noord-Oost Groningen (zie inleiding op het archief van de Bondsspaarbank te Winsum). Pas in 1979 leidde dit tot een daadwerkelijke fusie met de Bondsspaarbank te Winsum, de Bondsspaarbank Harkstede-Scharmer en de Spaarbank 'Duurswold' te Schildwolde. De fusie werd met ingang van 1 januari 1980 van kracht.
Het archief van de Spaarbank Holwierde was reeds eerder overgedragen aan de Groninger Archieven. De enkele stukken afkomstig van de bank die in het archief van de Bondsspaarbank gevestigd te Winsum werden aangetroffen, zijn in het archief van de Spaarbank Holwierde geplaatst.