In de Groninger courant van 22 januari 1822 staat een aankondiging van de openbare verkoop van de borg Verhildersum te Leens, bestaande uit "een groot, zeer modern, betimmerd landhuis, voorzien van diverse, meest behangene vertrekken, ruime kelders, keuken, waschhuis en verdere commoditeiten. Voorts met de daar bij behoorende grond, welbeplantte tuinen, hoven, singels en zeer spatieuse allée, met een nieuw getimmerd zomerhuis, aan de rijweg. Wijders eene welbetimmerde schure, met stalling voor paarden en beesten, met een groot appelhof en verdere annexen, en eindelijk, de vaste altoosdurende beklemminge, gelijk mede de eigendom van 27½ juk best groen- en bouwland".
Koper werd mr. Hendrik van Bolhuis, notaris te Leens, en zo kwam Verhildersum in handen van de welgestelde families Van Bolhuis en Frima. Dat bleef zo tot aan de verkoop van de borg in 1953 door de heer Hendrik Frima aan de gemeente Leens.

Dat de families Van Bolhuis en Frima welgesteld waren mag verder blijken uit het feit dat mr. Hendrik Frima van 1868 tot aan zijn overlijden in 1900 alle jaren wordt genoemd in de lijsten der hoogstaangeslagenen in de rijks directe belastingen in de provincie Groningen (Provinciaal blad van Groningen). En ook eerder, in de Franse tijd, wordt Harm Jan van Bolhuis (1766 - 1824) door jhr. dr. P.J. van Winter genoemd in zijn standaardwerk De lijsten der hoogstaangeslagenen in het departement van de Westereems.

Literatuur:

Jeanine Oostland. Verhildersum, terugkeer van de bewoners. Verhildersum, 2015.

R.A. Luitjens - Dijkveld Stol. De borg Verhildersum en zijn bewoners. Groningen, 1970.

Borgen in Groningen. Verhildersum. (Teksten: Freerk J. Veldman). Groninger Borgen Stichting, ca. 1988.

C.J. Polvliet. Bijdrage tot de genealogie van het geslacht van Bolhuis. De Nederlandsche Leeuw, jaargang 29 (1911), blz. 281 - 290.