Naar hoofdinhoud
  • Onderzoek
    • Tips bij onderzoek
    • Familie
    • Panden
    • Boerderijen
    • Middenstand
    • Schepen en schippers
    • Militairen
    • Bouwdossiers
    • Digitale bronnen
    • Bronnen
    • Open data
    • Studiezaal
    • Nieuw in de collectie
  • Publiek
    • Maak Geschiedenis
    • Activiteiten
    • Educatie
  • Actueel
    • Nieuws
    • Blog
    • Agenda
  • Over ons
    • Wie zijn wij
    • Werken bij
    • Diensten
    • Publicaties
    • Partners
    • Openingstijden
    • Contact
  • Zoeken
1785_06991_header_.jpg
  • U bevindt zich hier:  
  • Home
  • Archieven
Uw zoekacties: Hoge Justitiekamer en andere gewestelijke rechterlijke inste...
Mijn Studiezaal Mijn Studiezaal (inloggen)

136 Hoge Justitiekamer en andere gewestelijke rechterlijke instellingen, 1444 - 1811

Meer informatie
Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
136   Hoge Justitiekamer en andere gewestelijke rechterlijke instellingen, 1444 - 1811
Delen
Doorsturen per email
Delen via Facebook
Delen via Twitter
Printen
Mijn Studiezaal
Favoriet of een notitie maken
Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn
Reageren
Stuur een reactie naar Groninger Archieven
Inleiding
1. De warven
2. De Hoofdmannenkamer en opvolgende rechterlijke instanties
3. Het archief
laatste wijziging 15-05-2019
3.710 beschreven archiefstukken
26 gedigitaliseerd
totaal 20.797 bestanden
Delen
Doorsturen per email
Delen via Facebook
Delen via Twitter
Printen
Mijn Studiezaal
Favoriet of een notitie maken
Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn
Reageren
Stuur een reactie naar Groninger Archieven
Bijlagen
1. Literatuurlijst
2. Lijst van luitenants
3. Lijst van procureurs-generaal
4. Lijst van secretarissen
laatste wijziging 15-05-2019
3.710 beschreven archiefstukken
26 gedigitaliseerd
totaal 20.797 bestanden
Delen
Doorsturen per email
Delen via Facebook
Delen via Twitter
Printen
Mijn Studiezaal
Favoriet of een notitie maken
Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn
Reageren
Stuur een reactie naar Groninger Archieven
Inventaris
1. Archief der warven
Toon details van deze beschrijving
2. Archief van de Hoofdmannen kamer, sinds 1749 Hoge Justitiekamer, sinds 1795 Hof provinciaal of Hof van justitie, sinds 1803 Departementaal Gerechtshof
Toon details van deze beschrijving
2.1. Stukken van vóór 1536
Toon details van deze beschrijving
2.2. Stukken van 1536 tot 1594
Toon details van deze beschrijving
2.3. Stukken van 1594 tot 1811
Toon details van deze beschrijving
2.3.01. Algemeen
Toon details van deze beschrijving
684-697 Resolutieboeken, 1649-1654, 1679-1811
Toon details van deze beschrijving
684 1649 okt 29-1654 feb 18
685 1679 sep 17-1721 nov 29
686 1722 feb 2-1749 mei 23
687 1749 dec 1-1757 dec 24
688 1758 jan 9-1765 dec 21
689 1766 jan 15-1769 dec 29
690 1770 jan 5-1777 dec 23
136 Hoge Justitiekamer en andere gewestelijke rechterlijke instellingen, 1444 - 1811
Inventaris
2. Archief van de Hoofdmannen kamer, sinds 1749 Hoge Justitiekamer, sinds 1795 Hof provinciaal of Hof van justitie, sinds 1803 Departementaal Gerechtshof
2.3. Stukken van 1594 tot 1811
2.3.01. Algemeen

684-697 Resolutieboeken, 1649-1654, 1679-1811
U kunt dit stuk, mits openbaar, raadplegen in de studiezaal van Groninger Archieven.
U heeft daarvoor de volgende gegevens nodig:
Toegangsnummer:136
Inventarisnummer:690
Delen
Doorsturen per email
Delen via Facebook
Delen via Twitter
Printen
Mijn Studiezaal
Favoriet of een notitie maken
Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn
Bestand
Aanvragen (verzoek tot inzage op de studiezaal)
U kunt dit stuk, mits openbaar, raadplegen in de studiezaal van Groninger Archieven.
U heeft daarvoor de volgende gegevens nodig:
Toegangsnummer:136
Inventarisnummer:690
Reageren
Stuur een reactie naar Groninger Archieven
690
1770 jan 5-1777 dec 23
Datering:
1770 jan 5-1777 dec 23
laatste wijziging 15-05-2019
691 1778 jan 2-1785 dec 21
692 1786 jan 9-1788 dec 29
693 1789 jan 12-1795 okt 30
694 1795 okt 31-1798 dec 21
695 1799 jan 7-1802 nov 10
696 1802 nov 11-1807 dec 24
697 1807 dec 28-1811 feb 28
698-701 Registers van excerpt-resoluties, 1679-1804
Toon details van deze beschrijving
702 Repertorium op het resolutieboek, 1749-1757 (chronologisch), 1757-1788 (alfabetisch)
703 Alfabetisch repertorium op het resolutieboek en de ingekomen en uitgaande stukken, letters M-Z, 1758-1788
704 Alfabetisch repertorium op het resolutieboek en de ingekomen missives, 1801-1810
705 Band, houdende plakkaten van de stadhouder, stadhouder en hoofdmannen, luitenant en hoofdmannen en raden in den Hove, 1608-1802
706 Register van ingekomen en uitgaande stukken, 1730 nov-1750 okt
707-716 Register van ingekomen stukken, 1750-1811
Toon details van deze beschrijving
717-724 Register van uitgaande stukken, 1750-1811
Toon details van deze beschrijving
725 Alfabetische klapper op de namen der afzenders en geadresseerden van de ingekomen en uitgaande stukken, 1730-1787
726 Als voren, maar uitvoeriger, 1750-1787
727-728 Ingekomen stukken, 1796-1811
Toon details van deze beschrijving
729-752 Protocol van beschikkingen op ingekomen rekesten, 1734-1811
Toon details van deze beschrijving
2.3.02. Taak en inrichting van de dienst
Toon details van deze beschrijving
2.3.03. Competentiegeschillen
Toon details van deze beschrijving
2.3.04. Civiele rechtspraak
Toon details van deze beschrijving
2.3.05. Bemoeiing met de bediening der rechtsstoelen in de Ommelanden
Toon details van deze beschrijving
2.3.06. Toezicht op de rechtspraak der lagere rechters
Toon details van deze beschrijving
2.3.07. Vrijwillige rechtspraak
Toon details van deze beschrijving
2.3.08. Bemoeiing met criminele zaken vóór 1750
Toon details van deze beschrijving
2.3.09. Criminele rechtspraak
Toon details van deze beschrijving
2.3.10. Handhaving van het stapelrecht
Toon details van deze beschrijving
2.3.11. Rechtspraak over Westerwolde c.a
Toon details van deze beschrijving
2.3.12. Schouw en toezicht op de herewegen
Toon details van deze beschrijving
2.3.13. Bemoeiing met waterstaatszaken vóór 1750
Toon details van deze beschrijving
2.3.14. Bemoeiing met zijlvestenijen en dijkrechten na 1750
Toon details van deze beschrijving
2.3.15. Registratie van heerlijke rechten
Toon details van deze beschrijving
2.3.16. Diverse andere functies
Toon details van deze beschrijving
2.3.17. Gedeponeerde stukken en varia
Toon details van deze beschrijving
laatste wijziging 15-05-2019
3.710 beschreven archiefstukken
26 gedigitaliseerd
totaal 20.797 bestanden
Delen
Doorsturen per email
Delen via Facebook
Delen via Twitter
Printen
Mijn Studiezaal
Favoriet of een notitie maken
Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn
Reageren
Stuur een reactie naar Groninger Archieven
Regestenlijst
Geen regesten zijn gemaakt van de ordelen en constituties van de warven, (inv.nr. 1) aangezien deze zich niet alle leenden voor de regestvorm en bovendien tot 1601 in druk zijn uitgegeven in de Verhandelingen van Pro Excolendo Jure Patrio7e deel 1e stuk, Groningen 1863. Ook leek het niet nodig regesten op te nemen van dijkbrieven en soortgelijke stukken in kopie sinds 1750 verworven, aangezien deze alle in betere tekst voorkomen in de Catalogus der inventarissen in de provincie Groningen, door J.A. Feith (Groningen, Den Haag 1901).
Regest 1 , 1386 februari 22 (up sunte Petersdach ad cathedram): Burgemeesters en raad in Groningen doen kond, dat de gemene buren van de Ooster- en Westerhamrikken bepalingen hebben gemaakt omtrent hun buurrecht.
Regest 2 , 1412 maart 23 (wonsdaghes na den soendach Judica): Burgemeesters, raad en hoofdmannen in Groningen en gemene rechters van Honsegheland, van Fijvelgheland en de van de mene Ummerlanden doen kond, dat zij in de gemene warf uitspraak hebben gedaan in het geschil tussen de zijlvesten van Delfzijlen ter ene en de drie kerspelen van Schiltwolde, Hellum en Sydburen aan de andere zijde over het onderhoud der zijlen.
Regest 3 , 1412 april 25 (des maendages na Jubilate): Dezelfden alsvoren doen kond, dat partijen hun recht gestaafd hebben overeenkomstig de inhoud van het transfix (regest nr. 2).
Regest 4 , 1434 november 11 (up sunte Mertensdach in den winter): Burgemeesters en raad in Groningen en de gemene buren en eigenerfden van het Westerhemmerick ter ene en broeder Duyrt, abt tho den Buerren, en gemene conventslieden aldaar, gemene rechters en meente van Schermsterzijlvesten ter andere zijde verklaren een overeenkomst te hebben gesloten over de inlating van het hamrik in het zijlvest.
Regest 4* , 1449 april 30 (op (op meyavent): De gemene buren te Roderwolde, Lotingewolde, Oostwolde en Letterbert sluiten een overeenkomst, dat geen vreemde het Soltemeer bevissen zal en dat elke buurschap om de twee jaar twee mannen zal kiezen om daarop toe te zien.
Regest 5 , 1454 juni 28 (up sunte Peters ennd Pauwelsaventh apostolen in den sommer): Hisse Touwinge en Egbardt Renghers en Bywe e.l. doen kond, dat wijlen Edzo Touwinghe, vader van Bywe voornoemd, op zijn doodsbed voor een eeuwige memorie gegeven heeft aan het convent te Werum een jaarlijkse rente van 20 arens gl., gaande uit de heerd te Oldersum, waar Johann Roswinckell op woont, en uit het erf dat hij gebruikt, als 14 vorlingen gelegen tussen de twee maren en 4 vorlingen in Aldersummera merum, en dat zij nu deze heerd en dit land overdragen aan het convent met behoud van het recht van terugkoop binnen vijf jaar.
Regest 6 , 1455 juli 31 (op sunte Petersavent ad vincula): Prelaten, hoofdelingen, zijlrechters en gemene meente van Schermsterzijl verklaren een overeenkomst te hebben gesloten met de gemene buren van Oester- en Westerhemmericke over de zijlwerken te Delfzijl.
Regest 7 , 1466 maart 15 (feria sexta proxima post dominicam Oculi): Julianus, proost van Usquard en pastoor in Bedum, doet kond, dat hij in de synode uitspraak heeft gedaan in het geschil tussen Henricus, abt in Syloe, ter ene en Hebeko van Kantense ter andere zijde over een vermeerdering van de kloosterschat door de non Hydeke, zuster van Hebeko, met name over goederen aan de Dyurdewech bij Kantens, welke uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van meester Jacobus Sandis en Eyso Hoddens, stiefbroeder van Hebeko en Hydeke.
Regest 8 , 1468 februari 4 (up sunte Agatenavent): Burgemeesters en raad in Groningen doen kond, dat Symon Sickumma en Hille e.l. hebben verkocht en overgedragen aan Peter Knokenhouwer een jaarlijkse rente van 7 gl., gaande uit de Sickummaheert te Tyabbeweer in Lydenser kerspel.
Regest 8* , 1471 augustus 1 (des vrijdages na sunte Petersdage ad vincula): Burgemeesters en raad in Groningen doen kond, dat Wyllem Clant en Johan Vriese, gedepu- teerde van de raad en gekoren "soenslude", een uitspraak hebben gedaan in het geschil tusen de abt van Gerkesklooster en de eigenerfden van de Rugewaert over het leggen van een zijl en het graven van een watering.
Regest 9 , 1471 november 13 (des wondesdages na sunte Meertensdach in den winter): Burgemeesters en raad in Groningen doen kond, dat Reyner Jarichs heeft verkocht en overgedragen aan Herman Potter de helft van Krusummahuus c.a. te Hogherkercke, waar een jaarlijkse rente van 10 arnh. gl. uitgaat aan het klooster Essen.
Regest 10 , 1476 november 13 (des wondesdages na sunte Mertensdach episcopi): Burgemeesters en raad in Groningen doen kond, dat zij een scheidbrief hebben gezien tussen Jarich Jarichs, Reyner Jarichs en Ludeken, weduwe van Albert Jarichs, waarin een artikel staat betreffende het aandeel van wijle Otte en Bele ter Bruggen in Krusemaguet, waaruit jaarlijkse renten gaan van 10 gl. aan de kloosters van Assen en Essen.
Regest 11 , 1477 juni 3 (des dinxdages na Pinxterachten): Burgemeesters en raad in Groningen doen kond, dat Peter Knokenhouwer heeft verkocht en overgedragen aan Bertolt Ghisens vanwege zijn vrouw Griete, erfgename van heer Claweze ter Klocken, kerkheer te Lydense, de 7 gl. jaarlijkse rente, vermeld in het transfix (regest nr. 8).
Regest 12 , 1477 december 30: Johannes Wunderlick en Ulffardus, vicarii, Nicolaus Kater, hoofdeling, en Petrus Outger, kerkvoogden van de kerk te Bedum, leggen ten verzoeke en in aanwezigheid van Johannes Vredwolt, professor en pastoor aldaar ten opzichte van de notaris Anthonius Vrie getuigenis af over een vicarie in de kerk aldaar.
Regest 13 , 1480 november 18 (sunte Elisabetsavent): Johan Grijp, Yemme Syardes en Herman Lewe, overrechters in Gronynghen, wijzen een doem in het geschil tussen heer Wolter, kelner van Adwerdt, Goesen van Dulck, Ebel Ukuma en Hereke Syckumma, volmachten van Northorrum, ter ene en Abele thoe Faen en Rumpt Sywema, volmachten van Faen en Nijerkercke ter andere zijde over de westerwal van Oxwerder tocht, namelijk dat de buren van Northorrum deze wal mogen gebruiken om te hooien en te etten ieder naast zijn land, terwijl de buren van Faen en Nijerkercke de aarde van deze wal mogen nemen om de watering te stoppen, zo vaak dat nodig mocht zijn.
Regest 14 , [14]84 maart 11 (des eersten maendages in de vasten): De hoofdmannen in Grionyngen gebieden Jarich ter Borgh een schriftelijke doem te geven tussen Ludeken Clant en Syewert te Wynyngetylle.
Regest 15 , 1485 april 2 (up den hilgen Paesschenavende): Burgemeesters en raad in Gronyngen doen kond, dat Theso Potter aan Jacob Henricks heeft opgedragen een jaarlijkse rente van zes gouden rijnse gl., gaande uit Crusemahuus c.a
Regest 16 , [14]85 april 30 (mey avont): De hoofdmannen gebieden Herman Bouknecht, Meijners Jacobs bij den tyl en Peter te Weywert, meiers van proost Haye, aan Herman Lewe het geld te betalen dat de erfgenamen van Oemke Nelgersma hem schuldig zijn.
Regest 16* , 1486 maart 8: Hinrick, bisschop te Munster, verklaart,-na belofte van Haye Adinges van Westerwolde, dat hij een trouw onderdaan van de bisschop zal zijn, dat hij het slot te Wedde Sint Paulus, de bisschop en het sticht Munster "ingeeft", onder voorwaarde, dat hij er ambtman zal zijn, dat hij het slot niet zal versterken tegen de zin van de bisschop, dat bij zijn kinderloze dood het slot aan de bisschop zal komen en nadat hij de leenhulde heeft afgelegd-genoemde Haye in bescherming te nemen overeenkomstig de bepalingen van deze brief
Regest 17 , 1588 januari 21 (up sunte Agnetendach): Burgemeesters en raad in Groningen doen kond, dat Frouke toe Godlinse verkocht en opgedragen heeft aan Ludeken Horneken, voormond, en de voogden van Henrick, kind van wijle Johan Horneken, een jaarlijkse rente van 36 arnh. gl., gaande uit haar nader aangeduide heerden te Leermynse en Schuwum in Warffhuuster karspel.
Regest 18 , 1488 maart 11 (op sancte Gregoriusavent): Eggerick Ripperda en Trintyen e.l. verklaren te hebben gekocht en overgedragen aan Galtko toe Spijck en Remke e.l. een jaarlijkse rente van 3 gouden rijnse gl., gaande uit het vierde deel van hun heerd te Leermens.
Regest 19 , 1488 juli 8 (des dinxdages voer sunte Margaretendage): De hoofdmannen gebieden Schelte ter Borch te betalen aan Fenne, weduwe van Evert Scomaker, het verschuldigde geld, waarvan hij de maning per botbrief toegestaan heeft.
Regest 20 , 1489 maart 10 (des dinsdages voer sunte Gertrudedach): Eylke Onsta, hoofdeling te Lydense, oorkondt, dat hij heeft verkocht en overgedragen aan Jacop Henricks, burger van Groningen, een jaarlijkse rente van 12 gouden rijnse gl., gaande uit het vierendeel van de heerd te Falkum.
Regest 21 , [14]89 april 28 (des dynxedages voir mey): De hoofdmannen gebieden Eggerick Rypperda de voogden van sunte Meerten aan recht te helpen ten aanzien van Jacop Grovens(?)
Regest 22 , 1489 oktober 27 (up sunte Sijmon ennde Judasavent apostolorum): Prelaten, hoofdelingen, zijlrechters en gemene meente van Schermsterzijl verklaren een overeenkomst te hebben gesloten met de gemene buren van Oester- en Westerhemmerickenn over de zijlwerken te Delffzijlenn.
Regest 23 , 1490 mei 15 (des saterdages na sunte Servaciusdage martiris): Burgemeesters en raad in Groningen doen kond, dat Reynt Potter heeft opgedragen aan Henrick Reberch een jaarlijkse rente van 4 gouden rijnse gl., gaande uit de helft van Krusingehuus c.a. te Hogerkercke.
Regest 24 , 1491 juli 29 (des dinxedages na sunte Margaretendage virginis): Burgemeesters en raad in Groningen geven een vidimus van een oorkonde van 1471 (regest nr. 9.).
Regest 25 , 1491 augustus 16 (des dinxdages na onser liever Vrouwendage assumptionis): Burgemeesters en raad in Gronyngen doen kond, dat de voogden van de kinderen van Reyner Jarghes en Derrik e.l. hebben geschonken en overgedragen aan het convent van Essen een jaarlijkse rente van twee arnh. gl., gaande uit hun tichelwerk buiten Botteringepoorte bij den Schouwenberch.
Regest 26 , 1493 februari 11 (des maendages voer sunte Valentijnsdage): Burgemeesters en raad in Gronyngen doen kond, dat meester Derrick Sappema en Golde e.l. overgedragen hebben aan Johan van Zwolle en Alijt een jaarlijkse rente van 9 arnh. gl., gaande uit een nader omschreven huis c.a, in de Krumme Jate.
Regest 27 , [14]]4 oktober 30 (des donredages vor alle Gods hilligendage): De hoofdmannen gebieden Asynge in den Poell, Hayko Ackuma op de Meden, Walke heer Roleeffs, wijlen Popken erfgenamen te Warffhuusen, Hans biertapper te Warffhuusen, de meier op Asingeheert te Rasquert aan de voogden van sunte Meertenskercke in de stad het verschuldigde geld te betalen
Regest 28 , 1494 november 4 (des dinxdages na alle Godes hilligendage): Burgemeesters en raad in Groningen doen kond, dat Sibrant te Engelum verkocht en opgedragen heeft aan Herman Koeck een jaarlijkse rente van 6 arnh. gl., gaande uit zijn land, huizinge enz. te Engelum te Hummers.
Regest 29 , [14]95 maart 17 (up sunte Geertrudendach): De hoofdmannen gebieden Herman Bennckumma en Gylt Eysema het convent van Trimunt de verplichte betaling te doen overeenkomstig de "botbrief".
Regest 30 , [14]95 juni 2 (des dinxedaegs voor Pinxteren): De hoofdmannen gebieden Clawes Alberda Ludeken Clant aan recht te helpen ten aanzien van Gheert ten Berge.
Regest 31 , 1495 juni 13 (des saterdagen na des hilligen sacraments dage): Burgemeesters en raad in Groningen doen kond, dat Focko Ackumma heeft verkocht en opgedragen aan Peter Gherryts een jaarlijkse rente van zes rijnse gl., gaande uit zijn heerd op de Rugewaerte, geheten Akummaheert.
Regest 32 , [14]95 juni 27 (des saterdaiges voor sunte Peters ende Pauwelsdage): De hoofdmannen gebieden Azege te Rasquert, Egbert Clant, Hilbrant te Sandtweer en Johan Rengers op de naaste rechtdag te Loppersum Ludeken Clant aan recht te helpen ten aanzien van Jarich ter Borch, Eltet to Lellens en Wilke te Sijdeburum.
Regest 33 , [14]95 oktober 17 (op sunte Lucasavent): De hoofdmannen gebieden Jarich ter Borch zich niet met de berechting te bemoeien in de zaak waarover hij met Ludeken Clant in geschil is.
Regest 34 , 1496 juni 1 (des hilligen sacramentis avent): Rodolphus Hoernken, commandeur, heer Gheert, prior, en de gemene broeders van het convent Wijtwert verklaren van Harmen Kuper en Syken e.l. te hebben ontvangen 51 rijns gl. op grond van drie jukken land en een klein heem, welk land is geheten Suerlinghe.
Regest 35 , 1497 september 3 (des soendages na Egidii): Burgemeesters en raad in Groningen doen kond, dat Johan Warmoldes heeft overgedragen aan Ludeken Hoernken een jaarlijkse rente van ... gulden, gaande uit zijn huis aan de Folkeringestraat.
Regest 36 , 1498 januari 16 (op sunte Antoniusavent): De hoofdmannen gebieden Ludeken Clant terstond aan Jacob Ghijsens het geld terug te geven dat hij hem op de vrije weg afgenomen heeft.
Regest 37 , [14]98 januari 31 (des wondesdages voer Lichtmyssendach): De hoofdmannen gebieden Heynken te Slochteren aan de voogden van sunte Mertenskercke het verschuldigde geld te betalen.
Regest 38 , 1499 maart 11 (up sunte Gregoriusavont): Ulffardus Jacobs, kerkheer ten Damme en commissaris van de bisschop van Munster, oorkondt, dat heer Willem, wijlen Laurens Steenmeslers zoon ten Damme, Griete, zijn moeder, en Catrijne, dochter van Grete, hebben verkocht en overgedragen aan Goede Meertens ten Damme en Aenke e.l. drie grazen land bij den Damme en 1? arends gl. jaarlijkse rente, gaande uit hun huis, staande aan de noordzijde van de Buitendelffsstraat in den Damme.
Regest 39 , 1500 februari 20 (des donredages vor sunte Petersdage ad cathedram): Burgemeesters en raad in Groningen doen kond, dat Johannes, abt te Tesinge, vanwege het convent en Ludeken Hoernken een scheiding hebben gemaakt van de erfenis van Johan van Swolle, waarbij de abt wordt toegewezen jaarlijks 42 arens gl. gaande uit de drie nader omschreven huizen aan de Vyschmarkt, waartegen hij afstand doet van zijn overige pretenties.
Regest 40 , [15]01 mei 4 (des dinxedages nae meye): De hoofdmannen gebieden Egbert Drent te Westerwijtwert, Popke te Oisterhusen, Frederick te Schouwerzijl, Peter Arens bij de Roeschole Heertken te Folkerdahuus bij de Rodeschole, Wabbe Radinges te Huusdinges aan de voogden van sunte Mertenskerke het verschuldigde geld te betalen.
Regest 41 , 1502 februari 18 (des vrijdages voer Reminiscere): De hoofdmannen doen kond, dat op een mene landswarf de doem welke Tyaert Harkuma, grietman van Langkwolt, gewezen heeft tussen Johan Borst aan de ene en Focke Etens en Ysebrant, zijn zwager, aan de andere zijde, van onwaarde wordt gekend, terwijl het onderhoud van Derck Sybeke Louwenszoon nader wordt geregeld.
Regest 42 , [15]02 juli 1 (lieve Vrouwenavent visitationis): De hoofdmannen gebieden Take Hilbrants te Santweer de zaak tussen Ludeken Clant en Doken ter Borch aan de ene en Gerardus ten Berge vanwege de drie gebroeders Abeke, Rolof en Wigbolt Ewessum ter andere zijde te laten rusten wegens hoger beroep, en dagvaarden hem op de warf.
Regest 43 , [15]02 juli 1 (lieve Vrouwenavent visitationis): Alsvoren om de "roof" van Ludeken en Doken vrij te laten.
Regest 44 , 1503 juni 3 (up Pinxteravent): Dr. Teso Huginge, kerkheer ter Ae binnen Groningen, Lefferdus Elderwolt, Niclaes Grijp, Johan Mertens, priesters, met de overige priesters en senioren dier kerk verklaren, dat Johan Hoerneken en Clawes Nijs vanwege de erfgenamen van Johan van Zwolle hun betaald hebben 15 schild rente min 3 schellingen, welke heer Johan Mertens, vicarus ter Ae, gehad heeft uit het huis van wijlen Johan van Swolle, gelegen in de Scomakerrijp, dat eertijds heette Aleff en Willem Gijsens Steenhuis en welke rente geschonken was tot een vicarie door Sweder van Winde en Aveke e.l.
Regest 45 , [15]03 oktober 7 (des saeterdages vor Santgange): De hoofdmannen gebieden Johan Bleister te Gotlinse en Johan Nanninges aan Ludeken Clannt het verschuldigde geld te betalen dat met botbrieven ingemaand mag worden.
Regest 46 , [15]04 maart 21 (up sunte Benedictusdach): De hoofdmannen gebieden Eylko Onsta de zaak tussen Luideken Clant en Wyllem Allema onvervolgd te laten wegens hoger beroep en dagvaarden hem op de warf.
Regest 47 , 1505 maart 11 (up den avende sancti Gregorii pape): Roeloff ten Holte, raadsman van Gronynghen, doet kond, dat heer Melle, vicarius te Loppersum, als voormond over Tamme in den Ham, Lueloff Everdes en Yde e.l. ter ene zijde en Reynt Duerdes en Ghese e.l. ter andere zijde een erfscheiding hebben gemaakt ten aanzien van de goederen van wijlen Heer Tammens en Hille e.l.
Regest 48 , 1506 april 4 (Damme am saeterdages na Judica): Edezarddt graaf te Oestfriesslandtt doet uitspraak in het geschil tussen de jonkers van Ewssum en Mencko Hemster ter ene en Ludeken Klant to der Borch ter ander zijde.
Regest 49 , 1506 november 27 (des vrijdaghes voer sunte Andreas): Burgemeesters en raad in Groningen doen kond, dat Abele Grovinge heeft verkocht en overgedragen aan Ghele Potters een jaarlijkse rente van zes arnh. gl., gaande uit 20 grazen land, waar Johan en Ditmer Mensema mede in geland zijn, gelegen bij de Hoeghewal.
Regest 50 , 1508 december 20 (up sunte Thomasavend): Burgemeesters en raad in Groningen doen kond, dat Wendele, weduwe van Fredrick Ridder, gelegateerd en overgedragen heeft aan de kerkheren en gemene priesters van St. Mertens- en St. Walborghekercken te Groningen de drie gouden rijnse gl., vermeld in het (verdwenen) transfix, voor het houden van zielmissen voor haar, haar overleden man en haar dochter.
Regest 51 , 1509 mei 19 (des saterdages nae ons Heren Hemelfaertsdach): Burgemeesters en raad in Groningen doen kond, dat Johan Hoerneken heeft opgedragen aan Elleken, weduwe van Hermen Ghisens, en haar zoon Hermen Ghijsens een jaarlijkse rente van 14 arnh. gl. min een krumstert, te beuren van de 36 gl., waarvan het transfix spreekt. (regest nr. 17.)
Regest 52 , 1509 mei 19 (des satherdaghes na ons Heren Hemelfaertsdach): Burgemeesters en raad in Groningen geven vidimus van de oorkonde van 1488 (regest nr. 17).
Regest 53 , 1509 mei 19 (des saterdaghes na ons Heren Hemelfaertsdach): Burgemeesters en raad in Groningen doen kond, dat Johan Hoerneken heeft opgedragen aan de kerkheer en gemene priesters te sunte Merten in de stad een jaarlijkse rente van 12 arnh. gl. te betalen van de 36 gl., waar het transfix (regest nr. 52) van spreekt, in voldoening van het testament van Wigbolt Wigboldes, waarvoor deze priesters met andere renten uit de Lusenborch en elders memorien zullen houden voor een aantal met name genoemde personen.
Regest 54 , 1509 juni 17: Emeke Tamminga, weduwe van Onno Tamminga, schenkt en draagt over t.o.v. Gotfridus Yerwert, notaris, en meester Rodolphus Goltsmidt, pastor te Freebzum, en Johannes Wilhelmi, priester, en Johannes Ghijsens, leek, getuigen, aan Focko Manninge en zijn bruid Hoyke haar huis of "castrum" Asingeherdt, dat zij nu bewoont, met voorbehoud van het vruchtgebruik, terwijl zij een schenking van Tammingehuis aan Harmen Lewe d.a. 1503 herroept.
Regest 55 , 1510 juli 19 (des vrijedaghes voer Maria Magdalena): Heer Wolter upten Dijck, commandeur, heer Johan Snelle, priester, heer Lambert Hagedoerne, broeder Hermen Backer en verder de conventslieden te Wijtwerd verklaren te hebben verkocht en overgedragen aan Ludeken Hornken zeven akkers land met een heem, groot drie jukken, benevens een stuk land een juk groot min 18 roeden, dat Dydde van hen gekocht heeft, welke twee stukken land eertijds aan Herman Kuper waren verkocht en nu met Herman als provenier weer aan het convent gekomen zijn. Verder verklaren zij, dat zij onlangs verkocht hebben aan Ludeken Hornken negen akkers land, belopende 2? juk en 60 blote stokken, en ongeveer 10 jaar geleden een ander stuk land, welke landerijen alle betaald zijn.
Regest 56 , 1510 augustus 16: Wilhelmus Friderici, art. med. dr., persona personatus et curatus van de kerk S. Martini in Gruningen, doet kond, dat hij een aan hem door Dodoko Grevinck, utr. juris dr., curatus et rector in Middelstum, overhandigd papieren stuk, houdende de stichting door voornoemde Grevinck van een praebende of vicarie voor het altaar van de heilige Maria in de parochiekerk te Leermense, in de vorm van een oorkonde heeft opgesteld, welke nader bepalingen over deze fundatie bevat.
Regest 57 , 1511 september (up sunte Lambersavent): Snelle Doens up de Venne en Remke e.l. verklaren te hebben verkocht en overgedragen aan broeder Jacob van Wynckel, prior, en de conventualen tho Apell de drie gulden bedoeld in de oorkonde van 1488 (regest nr. 18), met getuigen heer Boldewijn, kerkheer te Gherlswer, en heer Melle, vicaris te Loppersum.
Regest 58 , 1511 oktober 15 (mydweken na Calixti pape): Gedeputeerden van het hofgericht van de graaf te Oestfriesland, stadhouder, doen kond, dat in de landswarf te Wynsum uitspraak is gedaan in het geschil tussen de erfgenamen van wijlen Garmt Doedens ter ene en Mello Ponster, Janneke Dowema en Algher Brunynge ter andere zijde over de doodslag welke Peter Remkens heeft begaan aan Garmt, over welk geschil Ludeken Klanth een doem gewezen heeft.
Regest 59 , 1512 september 11 (des saterdaghes voer lieven Vrouwendach nativitas): Burgemeesters en raad in Groningen doen kond, dat Hayke te Enghelum met consent van zijn vader Sybrant heeft verkocht en opgedragen aan Hermen Kock een jaarlijkse rente van drie gl., gaande uit 8 grazen land te Engelum aan het zuideinde van Engelummerweg, waar de Upster vresen naast liggen aan de westzijde en Rempt Ykumma aan de oostzijde.
Regest 60 , 1512 september 27 (des maendaghes voer sunte Michael): Johan en Dutmer Mensma, gebroeders, doen kond, dat zij hebben verkocht en overgedragen aan hun zuster Ghele Potters een jaarlijkse rente van zes arens gl., gaande uit een heerd van 20 grazen land, waarin tevens Hermen en Wigbolt Lewe en Abele Groevinghe geland zijn, gelegen in Harbaringhe made aan de Hoghewal.
Regest 61 , 1513 mei 28 (des saterdaghes na des hilligen sacraments dach): Burgemeesters en raad in Groninge doen kond, dat Sybrant te Enghelum met consent van Hayke, zijn zoon, heeft verkocht en opgedragen aan Hermen Kock een jaarlijkse rente van drie g. gl. gaande uit vier grazen land te Enghelum naast de acht grazen land van Hayke (zie regest nr. 59.).
Regest 62 , 1513 september 20 (sunte Mathewesavent apostel): Burgemeesters en raad in Groningen oorkonden, dat Sybrant te Enghelum en Hayke, zijn zoon, hebben verkocht en opgedragen aan Hinrik van Mellen een jaarlijkse rente van zes arnh. gl., gaande uit hun huizen en goederen te Engelum.
Regest 63 , 1513 oktober 9 (sunte Victoersavent): Burgemeesters en raad in Groningen doen kond, dat Harke en Ywe Meynema, gebroeders, hebben verkocht aan Ludeken Hoerneken een jaarlijkse rente van 7? arnh. gl., gaande uit hun erf op 't Sant in het kerspel Oldekerke.
Regest 64 , 1513 november 24 (sunte Kathrinenavent): Burgemeesters en raad in Groningen doen kond, dat zuster Hylle Hueginge heeft geschonken "voer een ewich testament" aan de procuratoren der Armenhuessitten een jaarlijkse rente van 24 gl. en een van 7 gl., vermeld in de transfixen (regesten nrs. 8 en 11).
Regest 65 , 1514 juli 24 (up sunte Jacobsavent): Burgemeesters en raad in Groningen verklaren te hebben verkocht en overgedragen aan Ludeken Hoerneken een jaarlijkse rente van vijf arnh. gl.
Regest 66 , 1517 oktober 28 (dages Simonis et Jude apostolorum): Burgemeesters en raad in Groningen doen kond, dat Rene Wobbema heeft verkocht en overgedragen aan Berent Vrese een jaarlijkse rente van zes arnh. gl., gaande uit Here Igensheert te Grotegast.
Regest 67 , 1517 november 7 (up sunte Willebrordusdach): Alsvoren van 4? arends gl.
Regest 68 , 1517 december 18 (frijdages nae sunte Thomas aposteldage): Burgemeesters en raad in Groningen doen kond, dat Clawes Scaffer heeft opgedragen aan Reinolt, abdis van Assen, de jaarlijkse rente genoemd in het transfix (regest nr. 23).
Regest 69 , 1518 augustus 3 (dinxdage na Vincula Petri): Luert Kater te Fraem verklaart te hebben verkocht en overgedragen aan Hermen van Campen een jaarlijkse rente van 15 arens gl.
Regest 70 , 1518 augustus 14 (op avonde assumptionis Marie): Bevelhebbers van de hertog van Gelre en burgemeesters en raad van Gronningenn verklaren, dat de geërfden der hamrikken bij de stad, te weten Westerhemric, Huyngehemrick, Frijemehemrick en Herbargemadenn, voor de toekomst onverplicht zijn tot onderhoud der Oosterse dijken, al hebben zij nu een bijdrage gegeven.
Regest 71 , [15]20 maart 6: Burgemeesters en raad in Groningen en hoofdmannen vanwege hertog Karele van Gelre roepen de abten, prelaten, hoofdelingen en eigenerfden of twee volmachten uit elk kerspel ten landdag op.
Regest 72 , 1520 oktober 27 (up sunte Symon ende Jude avende): Fecko Ompteda en Luyke e.l. verklaren verkocht en opgedragen te hebben aan Frederik Scroder en Johan e.l. een jaarlijkse rente van 6 phil. gl., gaande uit Eyngeweer te Westerwijtwert.
Regest 73 , 1521 juni 10: Albertus Conradi, notaris, instrumenteert tezamen met Helpericus Altinck, notaris, dat de inwoners van Langewoldt, Vredewoldt, Hommerssen en Myddagerlandt te Sudhorrum de eed van trouw hebben afgelegd aan de hertog van Gelre ten overstaan van de hoofdmannen en rentmeester Everhardus Dunzeler en Johannes Huynge, proost van Hommerzen, en Johannes Conradi, pastoor te Suedhorrum als getuigen.
Regest 74 , 1521 juni 12: Albertus Conradi, notaris, instrumenteert alsvoren en bovendien hetzelfde ten aanzien van de inwonders van de Marna, Halffampt, Ubbaga, Inderdijken, Oesterampt Hunzingelandt met de leken Gerhardus de Groethues en Johannes Wylhelmi als getuigen.
Regest 75 , 1522 juli 30 (feria quarta post Panthaleonis): De officiaal van Phrisia bevestigt de dotatie van goederen in de oorkonde van 1510 (regest nr. 56) gedaan.
Regest 76 , 1523 januari 29 (donredages vor Lichtmisse): Burgemeesters en raad in Groningen doen kond, dat vrouwe Bauwe Katers to Frame, Egryck Ripperda en Tese Kater, hoofdelingen, als voogden over de kinderen van wijlen Luwert Kater en Bauwe hebben overgedragen en gegeven aan juffer Blijke Wicherynge, ministerse van vrouw Szywenklooster op het Mynnerbroderkerckhoff, tot een kloosterprove van juffer Trydyken Katers, dochter van Bauwe voornoemd, 12 arns. gl. jaarlijkse rente, gaande uit Houwerdeheerd te Husdinge bij Framehues.
Regest 77 , 1524 februari 19: Johannes Alberti, alias Tymmerman, notaris, instrumenteert, dat Vrede Kannegheters, echtgenote van Symon Kannegeter, een testament heeft gemaakt waarin verschillende legaten worden vermeld, met Johannes Leffardi en Nicolaus Tappen, burgers van Groningen, als getuigen.
Regest 78 , 1524 oktober 8 (saterdagh voer sunte Victoer): Burgemeesters en raad in Gronyngen doen kond, dat Ake Meynema op 't Oestersant in het kerspel Oldekerk heeft verkocht en opgedragen aan Ludeken Hoernken een jaarlijkse rente van 12 arens gl., gaande uit zijn part land en huis te Oldekerke.
Regest 79 , 1524 december 10 (saterdag na conceptionis Marie): Burgemeesters en raad in Gronyngen doen kond, dat Hemko Sunkema heeft verkocht en opgedragen aan Geert Kremer een jaarlijkse rente van 4 arens gl., gaande uit Sunkumaheerd in Olbert.
Regest 80 , 1525 april 7 (frijdage na Ambrosi): Fransiscus, abt van Corvey, doet kond, dat hij Heyen Addingen, "hovetschoppe" te Westerwolde, wijlen Jorgens zoon, beleend heeft met het ganse land te Westerwolde met al zijn toebehoren, geestelijk en wereldlijk, in het bijzonder met de kerk te Onzwedde c.a., met het dorp Smerlicke, uitgezonderd drie huizen Tanglinckhuyss, Edinghuyss en Lottrinckhuiss, met de kerk te Sellingen en het ganse dorp c.a., in het bijzonder de Borch, de Haer, de Melme, de "walsclaegen" en de "wich", uitgezonderd Weddlingenhuyss, met het dorp te Laude c.a., met de kerk te Flachtwedde c.a., met het dorp Waldingehuyss en de erven Diringehuiss, Kolesshuiss, Emesingehuyss, ... en Bussmanshuyss c.a., met de kerk te Wedde c.a., als Meeningenerve, Redwerdinck, Bruninck(?) en Wicherinck, met de kerk te Frieschelohe c.a., met de voogdij te Winschote c.a.
Regest 81 , 1526 januari 16 (up avent santi Anthoni): Claves Clant en Anna e.l. verklaren te hebben verkocht en overgedragen aan Herman Gijsens en Grete e.l. een jaarlijkse rente van 10 arens gl., gaande uit hun land te Enemattyll.
Regest 82 , 1526 januari 21 (op sunte Agentendach): De magistraat der stad Hasselt verklaart van Jasper van Merwich, stadhouder te Groenyngen etc., 500 gouden philips gl. op rente genomen te hebben.
Regest 83 , 1527 maart 11 (up avende Gregorii pape): Burgemeesters en raad in Gronyngen doen kond, dat Acke Meyninge op 't Oestersandt in het kerspel Oldekercke verkocht en opgedragen heeft aan Ludeken Hoernken een jaarlijkse rente van 12 arens gl. gaande uit Meyningeheerd op 't Oestersandt.
Regest 84 , 1527 november 16 (saterdages voer der octaven sancte Mertini episcopi in den winter): Focko Aykema verklaart te hebben verkocht en opgedragen aan Claes Verwer en Katrine e.l. een jaarlijkse rente van zes rijnse gl., gaande uit een heerd te Zuythorum waarvan hij de ene helft en zijn boer Melle de andere helft.
Regest 85 , 1528 november 11 (up dage Martini episcopi): Sywert Fossema, grietman in Westerdiell Vredewolt, doet kond, dat Gerryt Sybema verkocht en opgedragen heeft aan Harcke Ydema en Habe e.l. een jaarlijkse rente van 7? arn. gl., gaande uit al zijn goederen, met consent van zijn zwager Wobbe voor zijn vrouw Foppe en in bijzijn van Syedt Ybema, pastoor in Nijeberth, en Tyart Benema in Nues.
Regest 86 , 1529 februari 8 (des maendaeghes vor Invocavit): Take Aykema verklaart te hebben verkocht en opgedragen aan Claes Varwar en Katrina e.l. een jaarlijkse rente van zes rijnse gl., gaande uit een heerd te Westerdijken in het kerspel Sibaldebuuren, bewoond door Simen Delis en Hisse e.l.
Regest 87 , 1529 febrari 19 (vridaegh vor Petri ad cathedram): Burgemeesters en raad in Groenynge doen kond, dat Ake Meyninge op het Oesterzandt verkocht en opgedragen heeft aan Luytken Hoernekens een jaarlijkse rente van zes arens gl., gaande uit zijn heerd aldaar.
Regest 88 , 1531 maart 18 (des saterdaghes voer Letare): Bartolt Conardes en Teteke verklaren te hebben verkocht aan Coert Conardes een jaarlijkse rente van 30 arens gl., gaande uit 12 grazen land achter Zelwardt aan het Zelwarderdiep.
Oorspronkelijk in inv.nr. 200
Regest 89 , 1531 juli 7: Notaris Anthonius Wissinc instrumenteert, dat in bijzijn van Rodolfus Schore en Nicolaus up Oldtdijck, getuigen, Ida Tammynga, weduwe van Oemke Snelgers, verpacht heeft aan Gerardus Lewe, haar zusters zoon, haar huis c.a. te Damme.
Regest 90 , 1531 oktober 20 (up Elvendusent mageden avent): Onno van Euszum, grietman over Vredewolt, doet kond, dat Wobbe Sybema en Foppe e.l. verkocht en opgedragen hebben aan Ewe Mentes en Benne e.l. een jaarlijkse rente van zes arns. gl., gaande uit hun goederen.
Regest 91 , 1531 oktober 27 (up avende Simonis et Jude apostolorum): Burgemeesters en raad in Groeninghen doen kond, dat Sicke Hayema te Oldekarcke verkocht en opgedragen heeft aan Harmen van Campen een jaarlijkse rente van zes arens gl., gaande uit Hayemaheert en Doeygemaheert te Oldekarcke.
Regest 92 , 1532 maart 2: Stadhouder, president en raden in Vrieslant verzoeken hoofdmannen, burgemeesters, schepenen en raden der Stadt en Omlanden van Groeningen getuigen te horen in het proces tussen Joost van Bourmania en Jasper van Merwijck, eertijds stadhouder.
Regest 93 , 1532 april 27 (saterdaeg na Marci evangeliste): Onno van Ewsum, hoofdeling, verklaart verkocht en opgedragen te hebben aan Hayo Obelens te Loppersum een jaarlijkse rente van zes phil. gl., gaande uit 10 grazen land aldaar in een heerd waar Allart Syghers op woont.
Regest 94 , 1533 februari 11 (dinxdaeges vor Valentini episcopi): Burgemeesters en raad in Groeninghen doen kond, dat Geerdt Kremer heeft verkocht en opgedragen aan meester Sweer Hoenrix de rente genoemd in het transfix (regest nr. 79).
Regest 95 , 1533 september 7 (up avende nativitatis Marie dat men vrijmarckt noempt): Pieter Onsta verklaart te hebben verkocht en opgedragen aan Ghebbe van Ballen weduwe een jaarlijkse rente van 36 arn. gl., gaande uit Schelligeheerd te Wetsinge, waar Pieter zelf op woont.
Regest 96 , 1534 februari 23 (des daegs nae Petri ad cathedram): Burgemeesters en raad in Groeninghen doen kont, dat het huwelijk tussen Wolter yn den Ham en Amele, dochter van wijlen Berndt Redeman, gesloten is onder de volgende voorwaarden: Wolter zal inbrengen nader omschreven heerden met "de steen" te Loppersum en Eppinghehuesen, jaarrenten, gaande uit Dyddengoed te Usquart, uit Roederschole, uit Johan ter Borchs goed, uit des commandeurs goed van Bonne, gelegen in Norgerkarspel en een half huis met de halve brouwketel in de stad; Amele zal inbrengen nader omschreven huizen met brouwketels in de stad, jaarrenten uit goederen in de stad, in de Marne, land in de Marne, bij Hogerkarcke, bij Monnikedijck, in Oestwolt, goederen te Embden, land bij de Reytdijck en enige renten. Verder wordt de vererving dezer goederen geregeld.
Regest 97 , 1534 mei 16 (saterdaege na Ascensionis Domini): Burgemeesters en raad in Groeninghen doen kond, dat Walike tho Hardeweer, zoon van wijlen Rempt tho Hardeweer, verkocht en overgedragen heeft aan Wyke tho Byauwart, weduwe van Hero, een jaarlijkse rente van 13 arns. gl., gaande uit al zijn goederen.
Regest 98 , 1534 juli 24 (up avende Jacobi apostoli): Abel Tammynghe, hoofdeling te Wynsum, verklaart te hebben verkocht en opgedragen aan Ludtgert, weduwe van Hinrick Touslager een jaarlijkse rente van 18 arends. gl., gaande uit zijn heerd te Westeremden.
Regest 99 , 1534 november 28 (saterdages vor Andree apostoli): Burgmeesters en raad in Groeninghen doen kond, dat Wybet Hayema te Aylsum heeft verkocht en opgedragen aan Lubbert Ulger een jaarlijkse rente van drie arens gl., gaande uit zijn heerd aldaar.
Regest 100 , 1535 augustus 22 (maendaeges vor Bartholomei): Burgemeesters en raad in Groeninghen doen kond, dat Hinrick van Mellen heeft verkocht en opgedragen aan Truyde Ulgers een jaarlijkse rente van zes arens gl., omschreven in het transfix (regest nr. 62).
Regest 101 , 1535 augustus 24 (sunte Bartholomeusdach): Bartholt Entens en Emerentiana e.l. verklaren verkocht en overgedragen te hebben aan Bawe van Dulck, weduwe van Geert Arens, een jaarlijkse rente van zes goud guldens, gaande uit hun heerd te Middelstum, waar het steenhuis op staat.
Regest 102 , 1535 september 7 (op avende nativitatis Marie): Tamme Eelts als broeder en Albert Coenrades als zwager doen als arbitratoren uitspraak in het geschil tussen Roloff Hiddinge aan de ene en zijn stiefkinderen Wolter en Johan in den Ham, gebroeders, en Alijt en Johan, hun zusters, kinderen van wijlen Bauwe en Tamme in den Ham ter andere zijde over de erfenis van Roloff en wijlen Bauwe voornoemd
Regest 103 , 1535 oktober 16 (saterdages na Gereonis et Victorie): Burgemeesters en raad in Groeninghen doen kond, dat Sicko Hayema te Oldekarcke en Lubbe e.l. verkocht en opgedragen hebben aan Harmen van Campen een jaarlijkse rente van zes arns gl., gaande uit Hayema- en Doeygemaheerden aldaar.
Regest 104 , [15]36 januari 6: (Everdus, secretaris van de hoofdmannenkamer,?) verzoekt de (hoofdmannen?) om voorspraak bij (de hertog van Gelre), bij wie hij in ongenade gevallen is.
Regest 105 , 1536 februari 21 (sunte Petersavent ad cathedram): Beetke van Ewszum en Hyddo van Ewszum verklaren te hebben verkocht en overgedragen aan Wyllem Kanter een jaarlijkse rente van 24 gouden rijnse gl., gaande uit een heerd te Eenrum.
Regest 106 , 1536 juni 18 (in het veldleger te Wyrdum): Schenck, vrijheer to Tautenburch, stadhouder enz., doet kond, dat hij dr. Rodolff Mepsche, pastoor te Beem, wegens zijn verdiensten voor de keizer en de schade hem dientengevolge berokkend door Meynert van Ham, voorzien heeft met de proosdij te Loppersum, en gebiedt de hoofdmannen in Groningen en alle rechters en ingezetenen van de proosdij hem de bediening van de proosdij ongestoord te laten uitoefenen.
Regest 107 , [15]36 september 16: Marie, (landvoogdes), bedankt Georgien Schenck to Tautemburch voor het sluiten van het verdrag met die van den Dam, draagt hem op de hoplieden Harckfort en Meynart van Ham en andere gevangenen naar Brussel over te brengen, een inventaris op te zenden van het buitgemaakte geschut in den Dam en te Delfzijl, het aanbod van graaf Erich van den Hoy om in 's keizers dienst te treden te "excuseren", Wedde te veroveren, de inwoners van Drenthe tot hulde te brengen, Diepenhem te reduceren enz., den Dam te slechten en tenslotte deelt zij mee, dat zij betreffende de gift van Fermerssum brieven zal zenden over het recht dat de keizer daar heeft.
Regest 108 , 1536 november 10 (op sunte Meertensavendt in de wynter): Tammo Eels te Adorp verklaart verkocht en overgedragen te hebben aan vrouwe Abele, weduwe van Albert Byllingheweer, een jaarlijkse rente van 6 gouden gl., gaande uit zijn heerd te Adorp.
Regest 109 , 1536 november 14 (dinxsdages na Martini episcopi yn den wynter): Burgemeesters en raad in Groenynghen doen kond, dat Take Aijkema heeft verkocht en opgedragen aan Claes Varwar een jaarlijkse rente van drie rijnse gl., gaande uit een halve heerd te Westerdijken, bewoond door Simon Delis.
Regest 110 , 1537 februari 1 (up onser lever Vrouwen lichtmisse avent): Bartolt Conders en Teteke e.l. verklaren te hebben verkocht en opgedragen aan Lumme, weduwe van Johan Veleker, een jaarlijkse rente van 12 phil. gl., gaande uit 12? grazen land achter Selwert aan het Selwerderdiep.
Regest 111 , [15]37 juni 1 (vrijdach na Sacramenti): Stadhouder en hoofdmannen dagvaarden Bartolt Entens op aanklacht van meester Geert Schatter wegens smaad.
Regest 112 , 1537 juli 18 (woensdaegh na Margarete virginis): Burgemeesters en raad in Groeninghen doen kond, dat Jaspar van Marwijck heeft verkocht en opgedragen aan Hilbrandt Rolteman de jaarlijkse renten van 7?, 12, 12 en 6 arens gl., genoemd in de transfixen (regesten nrs. 63, 78, 83, 87).
Regest 113 , 1537 november 10: De keizer schenkt de door de dood, de vlucht of het vertrek van iemand van het geslacht van Ripada vacant proosdij of dekenaat van Loppersum aan Rolandus Mepsch, medicinae doctor, en beveelt al zijn functionarissen en onderdanen hem als zodanig te erkennen en hulp te bieden.
Regest 113* , [15]38 januari 26 (altera Conversionis Pauli): Burgemeesters en raad in Groenynghen doen kond, dat Roloff van Haren, gezworen dienaar der hoofdmannen, onder ede verklaard heeft, dat jonker Kairl van Gelre in de tijd dat hij stadhouder was, hem bevel gegeven had heer Johan van Hasselte te Loppersum "bij den kop te grijpen" en te halen.
Regest 114 , 1538 januari 30 (woensdages na conversionis Pauli): Burgemeestes en raad in Groenynghen doen kond, dat Take Aykema heeft verkocht en opgedragen aan Katrine, weduwe van Claes Varwar, een jaarlijkse rente van drie rijnse gl., gaande uit zijn halve heerd te Westerdijken, bewoond door Simon Delis.
Regest 115 , 1538 april 25 (sunt Marcusdach des hillige ewangelyste): Beetke van Ewesum en haar zoon Hydde van Ewesum verklaren te hebben verkocht en overgedragen aan heer Hinrick Hasenkamp, prior van het St. Heleneklooster te Schermer, een jaarlijkse rente van 15 emd. gl., gaande uit hun heerd in de Rijp, waarbij Johan van Suelen, kapelaan in de Hillige geest te Groningen en meester Hilke, steenmetselaar in Groningen getuigen waren.
Regest 116 , 1538 juni 15: De regentes zendt de oldermannen (bedoeld is hoofdmannen) der stad en Ommelanden van Gronynghen een kopie van een supplicatie haar gepresenteerd door de weduwe en onmondige kinderen van jonker Wigbolt van Ewsum ter zake van een procedure en vonnis door stadhouder en hoofdmannen tegen hen gevoerd en uitgesproken, terwijl zij daarover advies vraagt en opdracht geeft, dat de supplicanten inmiddels vrij hun huizen mogen betrekken.
Regest 117 , 1538 juni 18 (dynxdage na den sundage Trinitatis): Albertus Mumme, officiaal, geeft een aanbeveling aan de hoofdmannen voor de priester Johan Oltgerti van Hasselt.
Regest 118 , [15]38 juli 14: Georgien Schenck to Tautenburch, stadhouder, verzoekt de hoofdmannen Elyno Clasen van den Wiele en Alffijt Selle e.l. aan recht te helpen, zodat zij betaling ontvangen van Herman Peters.
Regest 119 , [15]38 juli 21: De hoofdmannen geven een rechtvaardiging van hun handelswijze in het proces tussen Beetke van Ewsum ter ene en Magdalena Schenck van Tautenburch, weduwe van Onno van Ewsum, ter andere zijde over de goederen van wijlen Onno.
Regest 120 , 1538 augustus 12: De keizer doet kond, dat de inwoners van Westerwoldigerlant bij hun oude privileges zullen blijven behoudens des keizers heerlijkheid, wet en justitie; zij zullen hebben rechters binnen het land geërfd, mogen door drost en ambtslieden niet bezwaard worden met huisdienst, elke huisman moet een dag per jaar de drost of ambtman te Wedde dienen, zij krijgen vrijdom van molenplicht, hun tax wordt vastgesteld en hoger beroep van de vonnissen van de drost te Wedde staat open op stadhouder en hoofdmannen.
Regest 121 , [15]38 augustus 17: Georgen Schenck to Tautenburch, stadhouder, beveelt de hoofdmannen op de penningen, door Beetke van Ewessom gelost, verder executie te laten geschieden.
Regest 122 , 1538 augustus 28 (up avende decollationis Johannis): Focke Rypperda verklaart te hebben verkocht en overgedragen aaan Reyken Peters en Ellyken e.l. op Averderzijl een jaarlijkse rente van 24 dikke penningen, gaande uit zijn land in de Paddepoel.
Regest 123 , 1538 september 22 (des sondages nae sunt Lambertsdach): Johan en Hiddo van Ewszum, hoofdelingen te Myddelstum, verklaren, dat zij en Beetke van Ewssum de rente zullen betalen van een schuld van 700 dikke penningen aan Reyntgen Peter op Aewerderzijll en Elletgen e.l. en stellen daarvoor als onderpand drie heerden te Mynszyngewer.
Regest 124 , [15]38 september 23: Stadhouder Georgien Schenck to Tautenburch verzoekt de prelaten, edelen, hoofdelingen, hoofdmannen, burgemeesters en raad der stad en Omlanden van Gronyngen de achterstallige jaartax op te brengen aan rentmeester Geerit van Loo.
Regest 125 , 1538 september 30: Marie, regente etc., geeft burgemeesters, raad, hoofdmannen, bouwmeesters en gildemeesters der stad Gronyngen te kennen, dat zij Gerard Mulert tot luitenant en overste hoofdman heeft aangesteld.
Regest 126 , [15]38 oktober 21: Stadhouder Georgien Schenck to Tautenburch raadt burgemeesters, raad en hoofdmannen der stad en Ommelanden van Gronyngen aan door de hoofdmannen een mandaat te laten uitgaan tegen de landsknechten, die op de kloosters teren.
Regest 127 , 1538 november 14 (donredaeges na Martini episcopi yn den wynter): Reyner Garmers, burgemeester in (Groningen), doet kond, dat (Lam)bart Sappens overgedragen heeft aan Cornelius, weduwe van Ha(rmen) Potter, een jaarlijkse rente, gaande uit een huis en hof in de Oesterstraten naast Everhardus Embda.
Regest 128 , 1538 december 23: Marie, regente etc., schrijft burgemeesters, hoofdmannen, bouwmeesters en raad van Gronyngen, dat zij op hun hoede moeten zijn voor de wederdopers.
Regest 129 , [15]39 januari 9: Stadhouder Georgien Schenck to Tautenburch beveelt burgemeesters, raad en hoofdmannen scherp toezicht te houden op de wederdopers.
Regest 130 , [15]39 januari 12: Dezelfde als voren zendt burgemeesters, raad en hoofdmannen een supplicatie van de abt van Geerrikencloister vanwege gemene meente en zijlvesten van Monickerzijll en verzoekt hen de zaak te onderzoeken.
Regest 131 , [15]39 mei 16: Dezelfde alsvoren schrijft de hoofdmannen een aanbeveling voor de verdachte Pieter Goltsmyt, burger te Leuwarden, wiens zaak bij hen in hoger beroep is.
Regest 132 , 1539 juni 12 (donredage voer sunte Vijt): Menno Houwerda, hoofdeling ten Damme, doet kond, dat Bauko Eppens te Farmpssum heeft verkocht en overgedragen aan Focko Hayens te Holwyrda een jaarlijkse rente van 5 emd. gl
Regest 133 , [15]39 augustus 2 (saterdach na vincula Petri): Stadhouder en hoofdmannen gebieden alle tappers der Ummelanden geen bier uit de stad uit te voeren alsvorens aangifte te doen bij de accijnsmeester Johannes Wilhelmi.
Regest 134 , 1539 september 7 (up avende nativitatis Marie): Johan Sickynge, burgemeester in Groeninghen, doet kond, dat Dorothea Sappens heeft verkocht en overgedragen aan Egbart Potter, voormond, en de voogden van de kinderen van Harmen Potter een jaarlijkse rente van 9 arns. gl., gaande uit haar halve huis in de Oesterstrate naast Sappenganck en Everhardus Embda.
Regest 134* , 1539 september 21 (vrijdach nae Mathei apostoli): Stadhouder en hoofdmannen doen uitspraak in het geschil tussen de abt Gerritkecloester en de andere scheppers of zijlvesten, voorts hoofdelingen en eigenerfden tot de nieuwe Monckezijl behorende ter ene en de gevolmachtigden van de kerspelen Doessum en Uppende ter andere zijde over het onderhoud van genoemde zijl.
Regest 135 , 1539 november 3: Marie, regente etc., verzoekt burgemeesters, raad, hoofdmannen, bouwmeesters en gildemeesters van Gronyngen een processie te houden voor de reis van de keizer door Vranckrijcke naar "herwertsover".
Regest 136 , [15]39 november 16: Stadhouder Georgen Schenck to Tautenburch zendt burgemeesters, raad en hoofdmannen van Gronyngen een brief van de regentes en verzoekt hen overeenkomstig de inhoud een processie te laten houden.
Regest 137 , 1540 februari 24 (up avende Matthie apotoli): Johan van Eweszum, hoofdeling te Middelstum, verklaart te hebben verkocht en opgedragen aan Reintgen Peters op Aedwerderzijl en Ellygen e.l. een jaarlijkse rente van tien dikke penningen, gaande uit zijn heerd te Dornnwert.
Regest 138 , [15]40 maart 24: Burgemeesters en raad in Gronyngen antwoorden de keizer op zijn brief over de klacht van den Dam over het stapelrecht
Regest 139 , 1540 april 6 (naer paesschen): De keizer schrijft terug naar aanleiding van deze brief.
Regest 140 , 1540 mei 14: De keizer beveelt de stadhouder te laten afkondigen, dat niemand zich bij de heerloze knechten mag voegen.
Regest 141 , 1540 juni 1: Maximiliaen van Egmondt, graaf te Bueren enz., stadhouder, beveelt burgemeesters en raad en hoofdmannen een mandaat van de keizer af te kondigen over de heerloze knechten.
Regest 142 , 1540 juni 15: De keizer beveelt burgemeesters, hoofdmannen, bouwmeesters en raad van Gronyngen aan die van den Dam het afgenomen geld terug te geven.
Regest 143 , [15]40 juni 20: Maximiliaen van Egmont, graaf te Bueren enz., stadhouder, verzoekt (burgemeesters, raad en hoofdmannen) de Staten van de landen op te roepen.
Regest 144 , [15]40 juli 1: De hoofdmannen antwoorden de keizer op de brief van 15 juni
Regest 145 , 1540 juli 1 (up avende visitationis Marie): Burgermeesters en raad in Groenynghen doen kond, dat Alijt Rumpts en haar zoon Johan Rumpts hebben verkocht en overgedragen aan Johan van Rynghe, hoepenbinder, een jaarlijkse rente van zes arens gl., gaande uit een erve te Sibaldeburen.
Regest 146 , [15]40 juli 1: De hoofdmannen verzoeken de keizer die van den Damme te berichten, dat zij hun ongemotiveerde klachten over het stapelrecht van Gronyngen staken en de hoogheid van de hoofdmannen eerbiedigen.
Regest 147 , 1540 juli 10: De keizer antwoordt de hoofdmannen op hun brief van 1 juli.
Regest 148 , 1540 juli 21: De raden in Vrieslandt verzoeken burgemeesters en raden in Gronyngen doctor Hector van Hoxwijer geloof te schenken ter zake van de hechtenis van Jorryt Pybesoen.
Regest 149 , 1540 juli 28: De keizer schrijft de hoofdmannen, dat hij Burchart van Westerholt benoemd heeft tot luitenant en eerste hoofdman.
Regest 150 , 1540 september 9: De keizer beveelt Burchart van Westerholt, luitenant en eerste hoofdman, de prelaten, hoofdelingen en regeerders van Gronyngen en Gronyngerlant te beschrijven voor een afvaardiging ter Staten-Generaal te Bruesell.
Regest 151 , 1540 september 17 (am dage Lamberti episcopi): Herman van Westerholt maakt uit zijn naam van zijn vader burgemeesters en raad van Gronyngen en de hoofdmannen bekend, dat overeenkomstig de voorgaande brief gedeputeerden naar Bruesell gezonden moeten worden.
Regest 152 , 1540 november 5: De keizer beveelt de stadhouder een plakkaat uit te vaardigen tegen het dienst nemen bij vreemde heren.
Regest 153 , 1540 november 9: De stadhouder zendt de luitenant bovenstaand plakkaat toe, met verzoek het te publiceren.
Regest 154 , 1540 november 16: Herman van Westerholt zendt namens zijn vader, de luitenant, die ziek is, burgemeesters en raad en hoofdelingen van Stad en Ommelanden van Gronyngen kopieën toe van bovenstaand plakkaat met verzoek ze te publiceren.
Regest 155 , 1540 november 18: Een notaris instrumenteert het testament van meester Nicolaus Engelinck, prebendatus ecclesie Dammonensis altaris Katerine virginis.
Regest 156 , [15]40 november 20 (op avonde presentationis Marie): Stadhouder en hoofdmannen bevelen de hoofdelingen, redgers, grietmannen en richters der Ummelanden het bovenbedoeld plakkaat van de preekstoel te laten afkondigen.
Regest 157 , [15]40 november 22: Borchart van Westerholt, luitenant, zendt burgemeesters, raad en hoofdelingen der stad en Ommelanden van Groningen mandaten van de keizer met missiven van de stadhouder om deze mandaten te laten publiceren.
Regest 158 , [15]40 november 22: Dezelfde als voren schrijft burgemeesters en raad, prelaten en hoofdelingen der stad en Ommelanden van Gronyngen, dat de bisschop van Munster en de graaf van Benthem maatregelen hebben getroffen tegen een verzameling van soldaten en verzoekt hen desgelijks te doen.
Regest 159 , [15]40 november 28 (sonnendach na Catherine virginis): Stadhouder en hoofdmannen roepen abten, prelaten, hoofdelingen, eigenerfden en volmachten ten landdag op.
Regest 160 , ca. 1540: Gherardus de Swollis, abt in Witterwerum, en Gerardus de Groeningen, abt in Thesinga, verklaren, dat hun door de priester Godfridus Reemsnijder een brief aangeboden is van de kardinaal Anthonius.
laatste wijziging 15-05-2019
3.710 beschreven archiefstukken
26 gedigitaliseerd
totaal 20.797 bestanden
Delen
Doorsturen per email
Delen via Facebook
Delen via Twitter
Printen
Mijn Studiezaal
Favoriet of een notitie maken
Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn
Reageren
Stuur een reactie naar Groninger Archieven
Lijst van aanwezige zegels (door A. Pathuis)
1. Toelichting
2. Zegellijst
3. Zegels met letters of monogrammen
4. Zegels met onbekende wapens
laatste wijziging 15-05-2019
3.710 beschreven archiefstukken
26 gedigitaliseerd
totaal 20.797 bestanden
Delen
Doorsturen per email
Delen via Facebook
Delen via Twitter
Printen
Mijn Studiezaal
Favoriet of een notitie maken
Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn
Reageren
Stuur een reactie naar Groninger Archieven

Kenmerken

Beschrijving:
De archieven van de Hoge Justitiekamer te Groningen en andere gewestelijke rechterlijke instellingen
Bewerker:
W.J. Formsma
Behoort tot collectie:
Rijk
Laatste Publicatie:
2013 (herziene versie)
Omvang:
591 charters 68,5 m standaardarchiefberging
Bijzonderheden:
Betreft archief der warven en van de hoofdmannenkamer
Licentie:
CC0 1.0 Public Domain Dedication
Categorie:
  • Justitie en rechtspraak
Archiefvormer(s):
 
Archiefvormer Departementaal Gerechtshof, 1803 - 1811
 
Archiefvormer Hof provinciael of Hof van Justitie, 1795 - 1803
 
Archiefvormer Hoge Justitiekamer, 1749 - 1795
 
Archiefvormer Hoofdmannenkamer, 1375 - 1748
 
Archiefvormer Warven, de, 1444 - 1750
laatste wijziging 15-05-2019
3.710 beschreven archiefstukken
26 gedigitaliseerd
totaal 20.797 bestanden
 
 
 
  • facebook
  • twitter
  • instagram
  • Vimeo
  • youtube
  • linkedin

Contactinformatie

Bezoekadres

Cascadeplein 4
9726 AD Groningen

050-5992000

Postadres

Postbus 30040
9700 RM Groningen

info@groningerarchieven.nl

  • Groninger Archieven
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacy
  • Contact
  • Pers