Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.
Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:
• Kenmerken van het archief • Inleiding op het archief • Inventaris of plaatsingslijst • Eventueel bijlagen
De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.
De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.
De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.
Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.
1462Brieven, ingekomen bij burgemeesters en raad of burgemeesters en raad, oud en nieuw, met taalmannen, gezworen meente en bouwmeesters van de gilden, 1551, 1552, 1554-1573, 1577, 1579-1594
Brief van gravin Anna van Oost-Friesland aan burgemeesters en raad in Groningen houdende mededeling dat zij, gezien haar pogingen de vrijbuiters uit de Oostfriese wateren te verwijderen, niet in de gelegenheid is met deze in contact te treden teneinde de vrijlating van de Groningse burger Filips Abne te bewerken. Met postscriptum inzake de ontvangst van een schrijven van burgemeesters en raad over Bartholomeüs Meertens, 20 september 1570. Met gelijktijdige afschriften [door Johan Julsing?]. 4 stukken
Datering:
20 september 1570. Met gelijktijdige afschriften [door Johan Julsing?]
Omvang:
4 stukken
NB:
Met receptum van Egbert Alting d.d. 21 september 1570. Abne is een Groninger van Engelse afkomst. De brief waarvan de ontvangst in het postscriptum wordt gemeld is die van 15 september 1570, inv.nr. 16.1 fol. 206v. De brief van Anna is verontwaardigd van toon: 'iedereen weet toch dat wij geen contacten met de zeerovers onderhouden, en onze onderzaten verboden hebben hen van proviand te voorzien'. De brief is een antwoord op een schrijven van B&R van 16 september 1570 (inv.nr. 16.1 fol. 207-207v). Betreft Register Feith 1570.32