Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.
Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:
• Kenmerken van het archief • Inleiding op het archief • Inventaris of plaatsingslijst • Eventueel bijlagen
De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.
De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.
De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.
Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.
Wanneer het kerngebied van de Marne zich waterstaatkundig tot een zijlvest heeft verenigd is moeilijk te zeggen. Enerzijds is er in 1371 (nr.597 van het Oorkonden-boek) geen sprake van een zijlvest in de Marne, anderzijds wordt in de akten nrs.400 en 401 van 1347 als mede-oorkonder een Fredericus de Houwersyle genoemd. Deze plaatsbepaling duidt zeker op de aanwezigheid van een zijl of uitwateringssluis van enige betekenis. Gezien de ligging van het gehucht de Houw op de grens tussen de schepperijen van Ulrum en Leens en de strekking van de vermoedelijke ligging van het afwateringsdiep naar de zijl is er grond voor de veronderstelling dat de dorpen Ulrum en Leens in die tijd al door de Houwerzijl afwaterden. De ligging van de schepperij van Vierhuizen, als een schild om Niekerk, Ulrum en de Houw heen, en grotendeels daarvan gescheiden door de Zwintocht en de Zoutkampertocht, duidt vermoedelijk op een veel latere toetreding tot het verband van de Houwerzijl.
Het Houwerzijlvest was in drie schepperijen en acht zijleden verdeeld:
schepperij van Leens Leens Zuurdijk
schepperij van Ulrum Ulrum Houw Niekerk Vliedorp
Schepperij van Vierhuizen Vierhuizen Hornhuizen
Volgens het reglement van 1672 vond jaarlijks op meidag de aanspraak en aanzwering plaats van de scheppers en de zijlrechters; het president-schepperschap rouleerde eveneens jaarlijks onder de scheppers. Scheppers en zijlrechters vormden samen het bestuur van het zijlvest.
Tengevolge van voortdurende opslibbing van het voorland heeft het zijlvest z'n voornaamste afwateringswerk, de Houwerzijl, in 1717 moeten afsluiten. Sindsdien is de afwatering van Hornhuizen en de schepperijen van Ulrum en Leens tegen een kleine vergoeding door het Schouwerzijlvest verzorgd. De eed Vierhuizen, die een eigen afwatering had door de Zoutkamperpomp, een duiker die in de haven van Zoutkamp uitkwam, bleef zelfstandig uitwateren. Het Houwerzijlvest en het Schouwerzijlvest waren samen met de schepperijen van Baflo en Obergum in het Winsumer- en Schaphalster zijlvest onderhoudsplichtigen van de brug, later de 'boog', over het Winsumerdiep tussen Obergum en Winsum. Het Houwerzijlvest is in 1856 opgegaan in het waterschap Hunsingo. Het archief heeft een omvang van bijna één m1.
In druk verschenen als inventaris 23 in 1994 in A.L. Hempenius en C. Tromp, Inventaris van archieven van zijlvesten en dijkrechten. Groningen 1994. Publikaties van het Rijksarchief in Groningen 11. In deze publikatie ook de algemene inleiding en de inventarissen van de archieven van het Waterschap Hunsingo. Eerder zijn deze inventarissen gepubliceerd in J.A. Feith, Catalogus der inventarissen van de archieven der voormalige zijlvestenijen en dijkrechten in de provincie Groningen (Groningen/Den Haag 1901).