Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.
Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:
• Kenmerken van het archief • Inleiding op het archief • Inventaris of plaatsingslijst • Eventueel bijlagen
De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.
De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.
De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.
Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.
De hieronder beschreven stukken zijn in 1971 overgedragen door het Rijksarchief in Gelderland aan het Rijksarchief in Groningen. Aanwinstnr 40:1971. Agendanr. B 205.
U kunt dit stuk, mits openbaar, raadplegen in de studiezaal van Groninger Archieven. U heeft daarvoor de volgende gegevens nodig: Toegangsnummer:621 Inventarisnummer:5
U kunt dit stuk, mits openbaar, raadplegen in de studiezaal van Groninger Archieven. U heeft daarvoor de volgende gegevens nodig: Toegangsnummer:621 Inventarisnummer:5
Akte van bevestiging door Stadhouder en Hoofdmannen der Stad Groningen en Ommelanden van de op hun last ten verzoeke van schuldeisers op 22 april 1601 gedane publieke verkoping bij brandende kaarse van de heerd land met alle heerlijkheden, gerechtigheden en toebehoren, genaamd "die Holwijnde" en gelegen onder klokslag van Usquert, in gebruik bij Tonnis Jacobs en diens zoon Jacob, oorspronkelijk vermeld als "omtrent 163 grazen groot", de binnendijkse landen echter volgens de oude meetcedule van de gezworen landmeter meester Gerrijdt Hoppers groot 130 grazen en de buitendijkse volgens de nieuwe opmeting van de gezworen landmeter Pieter Herens groot 47 1/2 grazen minus 21 roeden land, waarbij aan Herman Sickinga, hoveling en diens vrouw Bele Clandtz anders Sickinga de eigendom werd toegewezen voor het hunnerzijds uitgebrachte bod van 44 embder guldens per gras van genoemd heerd, bevrijd van alle lasten behoudens een vierendeel rode boter welke de armen van het Mepsche gasthuis te Groningen jaarlijks daaruit toekomt, 1604 dec. 22