Het dijkrecht van Den Andel, volgens Siemens het dijkrecht van Saaxumhuizen, Den Andel en Raskwerd, omvatte oorspronkelijk de genoemde kerspelen. Wat de afwatering betreft was het gebied verdeeld: Saaxumhuizen behoorde tot het Schouwerzijlvest, Baflo en Rasquert tot het Winsumer- en Schaphalster zijlvest.

Het beheersobjekt van het dijkrecht, de oude dijk, is bij de Kerstvloed van 1717 zo erg beschadigd, dat het niet is hersteld; het dijkrecht van de oude dijk is kort daarna opgehouden te bestaan.

Binnen de zomerdijk, die in het tweede kwart van de 17de eeuw is aangelegd, en de oude dijk, en ingeklemd tussen de Oude Riet en de Oudeweer, is het dijkrecht van de kadijk van Den Andel tot stand gekomen. Blijkens het reglement voor den Andelster uytterdijk, pag.47-48 van het Reglement van 1755, is de reeds bestaande overeenkomst tussen de landgebruikers in 1716 aangevuld; volgens dat 'reglement' had het dijkrecht vier dijkrechters, die het toezicht op de kadijk, de zijlen en de pompen uitoefenden. Na de bedijking van de Noordpolder in 1811 is het dijkrecht blijven bestaan, zij het, dat voor de kosten van uitwatering voortaan een omslag aan de Noordpolder werd betaald. In 1856 is het dijkrecht opgenomen in het waterschap Noordpolder. In de inleiding van het reglement (Prov.Blad n° 63 van 1856) wordt de wijze van vereniging van de polder- en uiterdijkslanden beschreven, maar er is geen bepaling opgenomen betreffende de overdracht van de archieven van de betrokken dijkrechten. Bij het archief van het waterschap Noordpolder zijn geen stukken van het dijkrecht van Den Andel aangetroffen.

Herkomst van de stukken:
inv. nr. 1 Arch. dijkrecht van Warffum inv. F5 (uit legaat-Arkema).
inv. nr. 2 Nalatenschap jhr. G. Alberda van Menkema, 1902.