In 1884 komt een wet tot stand houdende bepalingen tot regeling van de kleinhandel in sterke drank en tot beteugeling van openbare dronkenschap, de zgn. Drankwet. Deze wet is een herziening van een eerdere wet uit 1881. De verkoop van sterke drank wordt aan strikte regels gebonden. Voortaan is drankverkoop alleen toegestaan in gesloten flessen. Uitschenken wordt verboden: verkoop in het klein samen met andere winkelnering is voortaan verboden. In dit geschrift wijst de auteur, voormalig gemeentesecretaris Groningen en hoogleraar, op de negatieve gevolgen voor kleine neringdoenden die juist aan deze kleine verkoop een bescheiden boterham overhouden.

De Nederlandsche Juristenvereeniging houdt een vergadering over "'aanraking van den eigendom met het politierecht". Anders gezegd: het recht op onteigening door overheden van particuliere bezittingen tbv grotere en belangrijker geachte publieke zaken. De auteur, voormalig gemeentesecretaris Groningen en hoogleraar, geeft - tbv de aanstaande vergadering - hierover een beschouwing, bespreekt daarmee samenhangende jurisprudentie en gaat onder meer ook in op het aspect "schadevergoeding".