24.969 Boeken, tijdschriften en artikelen
Nummer | Titel | Auteurs | Jaar | |
---|---|---|---|---|
Droom op Lewe.. - 1731. - (1731) | 1731 | |||
Somnium in Leonem. . - 1731. - (1731) | 1731 | |||
Redenvoering van Mercurius over de verjaargedichten van de drie Agtbaare Geleerde, Eer en Roem-waarde Groninger Poeten, Die gelijk de Proheer, ik meende Poeet-Juvenalis segt: Communi feriunt caremn triviale moneta. Uitgesproken in de groote Raadt der Gooden op Donderdach den 22 Meert 173.. Toen Phoebus uit de twee visschen in den Ram voer.. - 1732. - (1732) | 1732 | |||
Ter eeren van de Heer Petrus Engels. - 1732. - (1732) | 1732 | |||
234.5 | Vita & res gestae abbatum horti divae virginis, seu Mariengard apud Frisios / Sibrandus Leo. - 1738 In: Veteris aevi analecta, seu Vetera monumenta hactenus nondum visa : quibus continentur scriptores varii qui praecipue historiam universalem, ... Hollandiae, Ultrajecti, ... Groningae, ... de Culenburch, & de Arckel ... / Antonius Matthaeus. - (1738), nr: 5, p. 243-266 | Sibrandus Leo | 1738 | |
234.5 | Deductie der Heeren Staten van Utrecht, waar by wordt aangetoont, dat de gepretendeerde Balyagien, Commandeuryen, huyzen en goederen van de Joanniters of Matheser Heeren, onder het ressort en gebied van de Geunieerde Provintien gelegen, by de Heeren Staten der respective Provintien met regt zijn aangeslagen. - 1738 In: Veteris aevi analecta, seu Vetera monumenta hactenus nondum visa : quibus continentur scriptores varii qui praecipue historiam universalem, ... Hollandiae, Ultrajecti, ... Groningae, ... de Culenburch, & de Arckel ... / Antonius Matthaeus. - (1738), nr: 5, p. 952-974 | 1738 | ||
234.4 | Historie van Oostfrieslant / beschreven door Eggerik Beninga. - 1738 In: Veteris aevi analecta, seu Vetera monumenta hactenus nondum visa : quibus continentur scriptores varii qui praecipue historiam universalem, ... Hollandiae, Ultrajecti, ... Groningae, ... de Culenburch, & de Arckel ... / Antonius Matthaeus. - (1738), nr: 4, p. 1-854 | Eggerik Beninga | 1738 | |
234.2 | Emonis Chronicon, abbatis primi in Werum apud Omlandos, ab ann. [MCCIV] usque ad ann [MCCXXXVII] / Emo. - 1738 In: Veteris aevi analecta, seu Vetera monumenta hactenus nondum visa : quibus continentur scriptores varii qui praecipue historiam universalem, ... Hollandiae, Ultrajecti, ... Groningae, ... de Culenburch, & de Arckel ... / Antonius Matthaeus. - (1738), nr: 2, p. 1-212 | Emo; Menko | 1738 | |
234.1 | Chronicon Groninganum / Joannis de Lemmege. - 1738 In: Veteris aevi analecta, seu Vetera monumenta hactenus nondum visa : quibus continentur scriptores varii qui praecipue historiam universalem, ... Hollandiae, Ultrajecti, ... Groningae, ... de Culenburch, & de Arckel ... / Antonius Matthaeus. - (1738), nr: 1, p. 67-85 | [ Johan] van Lemego | 1738 | |
2429 | Triomf-zang aan den heere mr. Joh. Geertsema, out burgemeester der stat Groningen, en in den jaare MDCCXLVIII mede Hooftman van de Hoge Justitie Kamer van Stat en Lande etc. etc. etc. ter goeder faam herstelt den 24 van Bloeimaant MDCCLIII (Juni 1753) / Jacob Bolt. - 1753 In: Stukken en bescheiden rakende de procedures tegens den heere en Mr. Johan Geertsema, oudt Burgemeester der Stad Groningen, en in den jare 1748, mede Hooftman van de Hoge Justitie Kamer van Stad en Lande, ondernomen, benevens de sententie daar over by den Hove Provintiaal van Stad en Lande kragt het renvoy van Zyne Doorlugtigste Hoogheid glor. gedagtenis in dato den 28sten February 1750 gevelt en gepronuntieert den 24 May 1753. - Groningen : Jacob Bolt. - (1753), p. 53-60 | Jacob Bolt | 1753 | |
2429 | Lof- en triomf-zangen aan den heere en meester Johan Geertsema, out borgermeester der stat Groningen, en schepper der Drie Delfzylen ... thans bewinthebber der Westindische-Maatschappye ter Kamer van Stat en Lande enz. enz. enz., toen zyn' Hoog. Ed: Pleitgeding door 't Gerigts-Hof van Stadt en Lande op den 24 Mai 1753 was uitgesproken / G.Th. de Cock. - 1753 In: Stukken en bescheiden rakende de procedures tegens den heere en Mr. Johan Geertsema, oudt Burgemeester der Stad Groningen, en in den jare 1748, mede Hooftman van de Hoge Justitie Kamer van Stad en Lande, ondernomen, benevens de sententie daar over by den Hove Provintiaal van Stad en Lande kragt het renvoy van Zyne Doorlugtigste Hoogheid glor. gedagtenis in dato den 28sten February 1750 gevelt en gepronuntieert den 24 May 1753. - Groningen : Jacob Bolt. - (1753), p. 45-52 | G.Th. de Cock | 1753 | |
7432.1763 | Verhandeling over het bestier van kinderen / Petrus Camper. - 1763 In: Verhandelingen uitg. door de Hollandsche Maatschappij der wetenschappen te Haarlem. - 7 (1763), nr: 1, p. 349-464 | Petrus Camper | 1763 | |
30 | Aan den weledelen welgeleerden here Matth. van Geuns geneezheer, by het vertalen der Latynsche redevoering over de gezondheid van Groningen van den wel edelen hooggeleerden here W. van Doeveren, hoogleraar enz. / Anna Roelfzema-van der Horst. Den weled. zeer gel. heere Matthias van Geuns, arts bij het uitgeven van dit werk / Ahazueer van den Berg. - 1771 In: De gunstige gesteldheid van Groningen voor de gezondheid, afteleiden uit de natuurlyke historie der stad / W[olther] van Doeveren. - (1771), p. ongepagineerd | Ahazueer van den Berg; Anna Roelfzema-van der Horst | 1771 | |
30 | Celeberrimo viro, Gualth. van Doeveren, collegae honoratissimo quum De sanitatis Groninganorum praesidiis, ex urbis historia naturali derivandis, perorasset = Aan den hooggeleerden heere Wother van Doeveren op de voorgaande redevoeringe, in verduitschte naevolging van het gedicht van den hooggel. heere Jakob de Rhoer / [Latijnse versie] Jacobus de Rhoer ; [uit het Latijn vert.] door L.T.. - 1771 In: De gunstige gesteldheid van Groningen voor de gezondheid, afteleiden uit de natuurlyke historie der stad / W[olther] van Doeveren. - (1771), p. E5-E6 | Jacob de Rhoer | 1771 | |
10427.1773 | Vertoog behelzende eenige bedenkingen, over den oorspronk en oorzaak der Groninger wet, nopens de verdeelinge der ouderlijke nalatenschap tusschen zoons en dogters / T. van Swanevelt. - 1773 In: Pro excolendo iure patrio. - 1 (1773), p. 127-158 | T. van Swanevelt | 1773 | |
10427.1773 | Het hijemaal geheget over eenen doodslag, of manier van rechtspleginge omtrent eenen nedergeslagenen, in Overijssel, en andere oorden van Nederland, oudtijds gebruikelijk / J. de R.P. G.. - 1773 In: Pro excolendo iure patrio. - 1 (1773), p. 367-449 | J. de R.P.G. | 1773 | |
10427.1773 | Vertoog ter inleiding van de verklaring van het Omlander landrecht : behelsende meede den uitleg van het eerste articul des eersten boeks van het zelve / E. Ippius. - 1773 In: Pro excolendo iure patrio. - 1 (1773), p. 319-366 | E. Ippius | 1773 | |
10427.1773 | Bedenkingen over de leezing, het verstand, en den zin van 't Selwerder landrecht. II. Boek artikel XXIX / S.H. van Idsinga. - 1773 In: Pro excolendo iure patrio. - 1 (1773), p. 159-318 | S.H. van Idsinga | 1773 | |
10427.1773 | Sermo publicus : de monumentis variarum mutationum, quas Belgii foederati solum aliquando passum fuit / Antonio Brugmans. - 1773 In: Pro excolendo iure patrio. - 1 (1773), p. 497-535 | Antonio Brugmans | 1773 | |
29.4 | De jure liberorum naturalium in Belgio Foederato / door J. de Rhoer. - 1773 In: Verhandelingen ter nasporinge van de wetten en gesteldheid onzes vaderlands, waar by gevoegd zyn eenige analecta tot dezelve betrekkelyk / door een Genootschap te Groningen Pro Excolendo Iure Patrio. - (1773), nr: 4.1, p. 49-198 | G.W. van Oosten de Bruyn | 1773 | |