Gezelschap van Groningsche Geneeskundigen, 1835 - 1882
Uitleg bij archieftoegang
Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.
Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:
• Kenmerken van het archief • Inleiding op het archief • Inventaris of plaatsingslijst • Eventueel bijlagen
De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.
De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.
De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.
Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.
Gezelschap van Groningsche Geneeskundigen, 1835 - 1882
Het gezelschap werd opgericht op 9 april 1835 door een aantal vooraanstaande geneeskundigen, waaronder hoogleraren uit de stad Groningen.
Beëindiging:
In 1882 fuseerde het Gezelschap van Groningsche Geneesheren met de afdeeling Groningen van de Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, waarna de volledige naam werd: "Gezelschap van Groningsche Geneesheren; afdeeling Groningen van de Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst"
Werkgebied:
stad Groningen
Rechtsvorm:
Vereniging
Functies, activiteiten:
Tijdens regelmatige bijeenkosten kwamen uiteenlopende medische onderwerpen aan de orde (nascholing)
Bronnen, literatuur:
Mart van Lieburg, "Regionaal belang en nationaal beleid : over de Groningse afdelingen van de Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (1849-1900)" in: Medische geschiedenis in regionaal perspectief: Groningen 1500-1900 (Rotterdam, 1997) 131-159