Albert (Appie) Klaassens is geboren op 28 juli 1948 aan de Nieuwe Weg in Nuis. Zijn ouders hadden in dit dorp een café / boerderij / paardenhandel / fouragehandel. Klaassens en zijn vrouw zetten het bedrijf, dat door de grootvader van Albert was opgezet, voort. De fouragehandel stootte hij af. Januari 2006 stopte hij met het café. Klaassens is daarnaast ruim 32 jaar actief geweest bij de vrijwillige brandweer. Albert Klaassens vertelt over het leven als kind op het bedrijf, de combinatie van bezigheden en de taakverdeling; de activiteiten in het café (oa openbare verkoping, vergaderingen van verenigingen), de veranderingen in het consumptiepatroon van de klanten, de openingstijden en de samenstelling van het horecapubliek; het samenleven met inwonende (groot)ouders; de veranderingen in de paardenhandel en het bezoek aan de veemarkten; de werkzaamheden bij de brandweer en de ontwikkelingen in dit beroep. Tenslotte laat Albert Klaassens historische foto's zien van zijn bedrijf en familie.
De heer Kuiper is in 1936 in Bellingwolde geboren. Zijn ouders verbouwden rozen en hielden koeien. Kuiper spreekt met liefde over het Bellingwolde van vroeger, dat toen een voornaam dorp was. Kuiper vertelt enkele anecdotes over de Tweede Wereldoorlog. Zijn ouders hadden onderduikers in huis. Na de oorlog was er nog een jongen uit Rotterdam die bij hen vertoefde. In Bellingwolde werd over en weer veel gesmokkeld. Er was wel controle, maar desondanks gingen er veel spullen illegaal de grens over. Kuiper is werkzaam geweest bij een brandstofhandel, waarvoor ze met een vrachtschip turven uit Klazienaveen naar Bellingwolde verscheepten en ze vandaar per vrachtauto rondbrachten naar klanten. Kuiper vond dat erg plezierig werk, maar toen hij terugkeerde van militaire dienst, was het vanwege de introductie van gas opeens voorbij. Tot slot vertelt Kuiper nog over veranderingen in de maatschappij. Tegenwoordig zijn er veel meer regels dan vroeger. Bovendien bestaat het echte nabuurschap, dat je elkaar helpt, ook niet meer zo als vroeger.
Interview met de heer J.P.J. (Koos) Knol, geboren 19 maart 1932 te Warffum. De heer Knol groeide op op de boerderij "Klein Zeewijk" in de Noordpolder. Na de lagere school volgde hij drie jaar HBS in Warffum. Vervolgens ging hij twee jaar naar de Rijks Hogere Landbouwschool in de stad Groningen waarna hij op het bedrijf van zijn vader ging werken. Om gezondheidsredenen moest hij stoppen met het boerenwerk. Hij ging een opleiding volgen op de ASCA (Academie voor Sociale en Culturele Arbeid) in Groningen. Van 1970 tot 1981 werkte hij als consulent bij de Stichting Noord Groningen, een regionaal welzijnsorgaan voor Noord Groningse gemeenten. Ook was hij bestuurder bij het Groene Kruis, voorzitter van de provinciale Vereniging voor Tuberculosebestrijding en penningmeester bij de Dienst Bevolkingsonderzoek. In de gemeente Eemsmond was hij een periode raadslid en fractievoorzitter. Aan het eind van zijn carrière was hij districtsadministrateur bij het Groene Kruis in Warffum. De heer Knol vertelt over zijn jeugd, zijn schooltijd en de werkzaamheden op het ouderlijke boerenbedrijf. Vervolgens komen de oprichting en ontwikkeling van de Stichting Noord Groningen aan de orde en de werkzaamheden die de heer Knol verricht heeft voor deze organisatie (o.a. voorlichting en financieel advies m.b.t. dorpshuizen, organiseren van (culturele) activiteiten in dorpen, voorlichting over de afsluiting van de Lauwerszee en de aanleg van de Eemshaven, opzetten van VVV kantoren), zijn ervaringen als raadslid en de gemeentelijke herindeling in 1990, zijn (bestuurs)werk voor het Groene Kruis, de Tuberculosebestrijding en de Dienst bevolkingsonderzoek en de veranderingen bij het Groene Kruis in de loop der jaren.
Interview met de heer Filip Vedder (geboren op 4 juli 1922 te Scheemda). De heer Vedder is opgegroeid als jongste van drie kinderen in een landarbeidersgezin. Na de lagere school zou hij aanvankelijk timmerman worden maar hij ging na drie jaar van de ambachtsschool af. Hij werkte vervolgens o.a. bij een groentendrogerij, deed boerenwerk, en hielp op verschillende kwekerijen terwijl hij in de avonduren een tuinbouwcursus volgde. Tijdens de Tweede Wereldoorlog ontsnapte hij aan de Arbeidseinsatz en dook onder bij een kwekerij. Tijdens de bevrijding ging hij met de Polen en Canadezen mee naar Delfzijl. Hij meldde zich vervolgens aan als vrijwilliger om Nederlands Indië te bevrijden en belandde als commandant in een koloniale oorlog (politionele acties). Deze ervaring was erg bepalend en veranderde de heer Vedder blijvend. Na terugkomst in Nederland, in 1951, had hij een tijd last van aanpassingsproblemen. Hij volgde een opleiding tot kweker en zette een moderne kwekerij ("Veenhove") voor laagstam fruitbomen op aan de Blijhamsterweg in Winschoten voor dhr Van der Veen van de Winschoter Courant. Nadat "Veenhove" werd opgeheven werkte hij nog 10-15 jaar, tot zijn pensioen, bij een andere kwekerij. De heer Vedder vertelt over de omstandigheden waarin hij is opgegroeid, belevenissen in zijn jeugd, de crisisjaren, de Tweede Wereldoorlog, de politionele acties en de omstandigheden en werkzaamheden op de kwekerij.