Jacob Bakker uit Usquert (geboren in 1932 in de Emmapolder) werkte, van1972 tot 1988, bij Rijkswaterstaat vijftien seizoenen lang als duinarbeider op Rottumeroog en Rottumerplaat, nadat de grasdrogerij waar hij jarenlang had gewerkt gesloten werd. In de winter kapte hij rijshout voor de aanleg van dammen in de kwelders op het Wad. Bakker vertelt over het dagelijks leven en zijn werkzaamheden op de zandplaat en het eiland (duinaanleg en -onderhoud). Aan de orde komen oa: het onderdak in de bungalow van voogd Toxopeus; het vervoer per boot; het door een kok bereide voedsel; het bezoek van landmeters en vogelwachters; het radiocontact met de buitenwereld; bijzondere belevenissen (zoals de vondst van een aangespoeld lijk, onweer op het eiland); zijn vervroegde pensionering; de vervanging van beroepskrachten door vrijwilligers en de verdergaande afslag van de duinen.
Interview met Gerrit Cazemier (geboren op 3 juli 1928 te Stavoren) voormalig secretaris van het waterschap Westerwolde (1958-1968), voormalig lid van de Gedeputeerde Staten (1968-1974, met in zijn portefeuille waterschap en waterstaat) en van de Provinciale Staten (1966-1981) van de provincie Groningen. De heer Cazemier vertelt over zijn werkzaamheden bij het waterschap, de organisatie waarin hij terecht kwam en de problemen die speelden zoals wateroverlast. In 1958 werd begonnen met een uitgebreide reorganisatie van het waterschap. Er werd toegewerkt naar één stroomgebied en (boezem)waterschappen werden samengevoegd om te komen tot een evenwichtiger en efficiënter waterbeheer. De heer Cazemier was betrokken bij de uitvoering van het (met de Deltawet samenhangende) waterbeheersingsplan, waarbij de kustveiligheid verhoogd moest worden en de afwatering verbeterd. In het kader van het Dollardplan werd de bestaande zeedijk opgehoogd (i.p.v. de aanvankelijk geplande indijking van een deel van de Dollard). De achterliggende hoofdstromen werden verbeterd, vergroot en verbreed. Cazemier gaat in op de discussies die destijds werden gevoerd met burgers en overheid en de plannen die er waren (scheepvaartverkeer en daarmee handel en industrie stimuleren). Daarnaast gaat hij in op de problemen waar men tegenop liep. Ook de waterzuivering, de milieu aspecten, de huisvesting van het waterschap Westerwolde (Huis te Wedde), de diverse vergaderingen en de besluitvorming komen aan bod. Verder vertelt de heer Cazemier over zijn werk als gedeputeerde, zijn betrokkenheid bij de afsluiting van de Lauwerszee en de inrichting van het Lauwersmeer en de daarmee samenhangende discussies. M.b.v. kaarten licht de heer Cazemier tenslotte e.e.a. toe.
Interview met schipperszoon Daan de Haan geboren op 12 juli 1930 aan boord van een schip in Harlingen. Op zijn negentiende verliet hij het binnenvaartschip van zijn ouders en ging, na een opleiding in Delfzijl, met tankschepen op de grote rivieren (oa de Rijn) varen in dienst van een rederij. Op zijn zevenentwintigste werd hij schipper bij deze rederij en hij deed dit werk tot zijn pensioen. De heer de Haan vertelt over de afkomst van zijn ouders; het schippersleven; het opgroeien (deels bij zijn grootouders) en het werk als jongen aan boord; het schoolbezoek als schipperskind; zijn huwelijk en gezinsleven en de veranderingen in de Rijnvaart. Tenslotte geeft de heer de Haan uitleg en toelichting in het ruim en de roef van een binnenvaartschip bij het Veenkoloniaal Museum in Veendam, waarbij hij herinneringen ophaalt en anekdotes vertelt.
Geesje Bahlmann-Brouwer is geboren in 1947 in Bellingwolde. Haar ouders hadden er een comestibles-drogisterij. Ze verkochten diverse merkartikelen en luxe producten die ook rondgebracht werden. Vanaf haar negende hielp mevrouw haar vader op zaterdag mee boodschappen te bezorgen met de auto. De zaak liep goed. Ze hadden ook personeel in de winkel en in huis. Dat personeel at gewoon met hen mee aan tafel. Vader is in de oorlog gewond geraakt en bleef hier altijd last van houden. Desondanks wilde hij de winkel op een gegeven moment uitbreiden toen de zelfbedienigswinkels opkwamen. Dan had mevrouw ook in de winkel moeten gaan staan. Daar had zij geen trek in. Vervolgens hebben haar ouders de zaak verkocht aan de Spar en zijn ze in Winschoten gaan wonen.