Herman Ronde, kapper in Stadskanaal afkomstig uit een Kanaalster kappersfamilie, vertelt zijn levensverhaal, gezeten in een kapsalon. Hij komt uit een geslacht van kappers en moest als jongen in de Tweede Wereldoorlog helpen in de zaak van zijn vader. Hij wilde geen kapper worden, maar het is er toch van gekomen. Ronde vertelt levendig over zijn ervaringen en de ontwikkelingen in het kappersvak.
Taco Broeils Bierema is geboren in 1927 in Usquert als zoon van een hereboer en Tweede Kamerlid. In 1950 nam hij de grote boerderij van zijn vader over. Bierema vertelt over de werkzaamheden in, de organisatie van en de veranderingen in het boerenleven in Noord-Groningen. Mechanisatie volgde volgens Bierema het personeelsaanbod in plaats van dat het de personeelsvraag bepaalde.
Albert (Appie) Klaassens is geboren op 28 juli 1948 aan de Nieuwe Weg in Nuis. Zijn ouders hadden in dit dorp een café / boerderij / paardenhandel / fouragehandel. Klaassens en zijn vrouw zetten het bedrijf, dat door de grootvader van Albert was opgezet, voort. De fouragehandel stootte hij af. Januari 2006 stopte hij met het café. Klaassens is daarnaast ruim 32 jaar actief geweest bij de vrijwillige brandweer. Albert Klaassens vertelt over het leven als kind op het bedrijf, de combinatie van bezigheden en de taakverdeling; de activiteiten in het café (oa openbare verkoping, vergaderingen van verenigingen), de veranderingen in het consumptiepatroon van de klanten, de openingstijden en de samenstelling van het horecapubliek; het samenleven met inwonende (groot)ouders; de veranderingen in de paardenhandel en het bezoek aan de veemarkten; de werkzaamheden bij de brandweer en de ontwikkelingen in dit beroep. Tenslotte laat Albert Klaassens historische foto's zien van zijn bedrijf en familie.
De heer Kuiper is in 1936 in Bellingwolde geboren. Zijn ouders verbouwden rozen en hielden koeien. Kuiper spreekt met liefde over het Bellingwolde van vroeger, dat toen een voornaam dorp was. Kuiper vertelt enkele anecdotes over de Tweede Wereldoorlog. Zijn ouders hadden onderduikers in huis. Na de oorlog was er nog een jongen uit Rotterdam die bij hen vertoefde. In Bellingwolde werd over en weer veel gesmokkeld. Er was wel controle, maar desondanks gingen er veel spullen illegaal de grens over. Kuiper is werkzaam geweest bij een brandstofhandel, waarvoor ze met een vrachtschip turven uit Klazienaveen naar Bellingwolde verscheepten en ze vandaar per vrachtauto rondbrachten naar klanten. Kuiper vond dat erg plezierig werk, maar toen hij terugkeerde van militaire dienst, was het vanwege de introductie van gas opeens voorbij. Tot slot vertelt Kuiper nog over veranderingen in de maatschappij. Tegenwoordig zijn er veel meer regels dan vroeger. Bovendien bestaat het echte nabuurschap, dat je elkaar helpt, ook niet meer zo als vroeger.