1539 Groningse parochiekerken voor de reductie, 1246 - 1594
Uitleg bij archieftoegang
Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.
Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:
• Kenmerken van het archief • Inleiding op het archief • Inventaris of plaatsingslijst • Eventueel bijlagen
De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.
De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.
De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.
Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.
1539
Groningse parochiekerken voor de reductie, 1246 - 1594
, 1447 Juni 15 (“Ghegheven in den jaer ons Heren dusent veerhondert soven ende veertich op sunte Vitus dach do Henrick Baroldes, Otto Klant, Henric Kater ende Everd Wigboldes borghermestere weren onser stad.”): Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Syerd van den Bure voor hen verklaarde verkocht en overgedragen te hebben aan Arend in der Barnen een jaarlijkse rente van 3 gulden, te beuren uit zijn helft van het huis en de hofstede aan de Oostzijde van Botteringestrate. Oorspr.; met stadszegel. Inv. n°. 528. Hierbij 2 transfixen d.d. 1476 Sept. 1 (Reg. nr. 284) en 1530 Maart 15 (Reg. n°. 734). In dorso: (doorgeschreven): Arend in der Barnen; m.a.h.: Pro missa; m.a.h.: Ghisele Korenpoerting; Trinitatis anno etc. 30
Datering:
1447 Juni 15 (“Ghegheven in den jaer ons Heren dusent veerhondert soven ende veertich op sunte Vitus dach do Henrick Baroldes, Otto Klant, Henric Kater ende Everd Wigboldes borghermestere weren onser stad.”)