1539 Groningse parochiekerken voor de reductie, 1246 - 1594
Uitleg bij archieftoegang
Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.
Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:
• Kenmerken van het archief • Inleiding op het archief • Inventaris of plaatsingslijst • Eventueel bijlagen
De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.
De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.
De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.
Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.
1539
Groningse parochiekerken voor de reductie, 1246 - 1594
, 1455 Augustus 29 (“Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vierhundert vijff ende vijfftich up sunte Johans decollationis, do Henrick Kater, Gosen ten Grave, Clawes van Banlo, ende Evert Hubbeldinge borghermestere waren onser stad.”): Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Egbert Huginge voor hen verklaarde “voer een ewich testament” overgedragen te hebben aan voogden van O.L.Vr. Kerk ter Ae, de jaarlijkse rente van 7 Arnoldus Arnhemse gulden, waarvan de brief spreekt, waardoor deze brief getransfigeerd is, met de bepaling, dat een priester van voorn. kerk hieruit jaarlijks 4 Schilden zal hebben. Transfix bij een oork. d.d. 1439 Febr. 21 (Reg. nr. 81) Oorspr.; met stadszegel. (Inv. nr. 218) In dorso: den vogeden ter Ae; m.a.h.: uth Peter Tymmermans hues in dat Krumme Jat
Datering:
1455 Augustus 29 (“Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vierhundert vijff ende vijfftich up sunte Johans decollationis, do Henrick Kater, Gosen ten Grave, Clawes van Banlo, ende Evert Hubbeldinge borghermestere waren onser stad.”)
NB:
Gecancelleerd. Dit stuk is beschouwd tot de Reductie in het archief der voogden berust te hebben.