1539 Groningse parochiekerken voor de reductie, 1246 - 1594
Uitleg bij archieftoegang
Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.
Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:
• Kenmerken van het archief • Inleiding op het archief • Inventaris of plaatsingslijst • Eventueel bijlagen
De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.
De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.
De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.
Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.
1539
Groningse parochiekerken voor de reductie, 1246 - 1594
, 1462 Januari 5 (“Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vierhundert tweende tsestich up der hilligger Drier Koninge avent doe Henrick Kater, Gosen van den Grave, Dirick Scaffer ende Johan Tedema borghermestere waren onser stad.”): Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Jacop Berendssoen voor hen verklaarde verkocht en overgedragen te hebben aan Clawes Vos de jaarlijkse rente, waarvan de brief spreekt, waardoor deze brief getransfigeerd is. Transfix bij een oork. d.d. 1461 Mei 10. (Reg. n°. 182) Oorspr., stadszegel is afgevallen. Inv. n°. 332. Hierbij 4 transfixen d.d. 1462 Octr 18 (Reg. n°. 192), 1467 April 2 (Reg. n°. 224), 1502 Maart 2 (Reg. n°. 489.) en 1504 Juli 30 (Reg. n°. 525)
Datering:
1462 Januari 5 (“Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vierhundert tweende tsestich up der hilligger Drier Koninge avent doe Henrick Kater, Gosen van den Grave, Dirick Scaffer ende Johan Tedema borghermestere waren onser stad.”)