1539 Groningse parochiekerken voor de reductie, 1246 - 1594
Uitleg bij archieftoegang
Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.
Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:
• Kenmerken van het archief • Inleiding op het archief • Inventaris of plaatsingslijst • Eventueel bijlagen
De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.
De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.
De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.
Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.
1539
Groningse parochiekerken voor de reductie, 1246 - 1594
, 1463 Augustus 12 (“Ghegheven in den jaer ons Heren dusent LXIII des Vrijdages na Sunte Laurenciusdach Martiris, doe Henric Baroldes, Otto ter Hanzow, Gosen van Dulk, ende Johan Rengers Scaffers borghermestere waren onser stad.”): Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Egbert Alberss. voor hen verklaarde verkocht en overgedragen te hebben aan Johan Sickens de scomaker het steenhuis en de hofstede met toebehoren, aan de zuidzijde “in de Bruggestrate”, waarvan de brief spreekt waardoor deze brief getransfigeerd is, onder voorbehoud van een jaarlijkse rente van 7 Franse schilden ten behoeve van Wemele Sickinge, en van de kelder in ’t voorn. huis aan de O. Vr. kerk ter Ae, met bepalingen omtrent inkoop dezer rente. Gelijktijdige kopie, papier. Inv. n°. 216
Datering:
1463 Augustus 12 (“Ghegheven in den jaer ons Heren dusent LXIII des Vrijdages na Sunte Laurenciusdach Martiris, doe Henric Baroldes, Otto ter Hanzow, Gosen van Dulk, ende Johan Rengers Scaffers borghermestere waren onser stad.”)