Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.
Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:
• Kenmerken van het archief • Inleiding op het archief • Inventaris of plaatsingslijst • Eventueel bijlagen
De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.
De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.
De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.
Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.
1.05. Handhaving van de souvereiniteit en verschillende voorrechten van de stad
1.05.4. Souvereiniteit van de stad
1023...1476Stukken betreffende de revisie van vonnissen, in hoger beroep gewezen door stadhouder en hoofdmannen en warfheren, Originelen en afschriften. [Tussen 1540 en 1550] en 1562
Antwoord van burgemeesters en raad van Groningen en de wereldlijke autoriteiten en ingezetenen van de Ommelanden waarin zij een door de Ommelander geestelijkheid bij de keizer ingediend verzoek, strekkende tot revisie van een door stadhouder en hoofdmannen met warfheren in appèl behandelde zaak alsmede wijziging van rechtsregels, waarin zij het verzoek ongegrond verklaren en de keizer vragen om handhaving van de landrechten en gebruiken, Concept. [Tussen 1540 en 1550]. 1 stuk
Datering:
Concept. [Tussen 1540 en 1550]
Omvang:
1 stuk
NB:
De geestelijkheid wilde niet alleen revisie van de onderwerpelijke zaak - tussen de proost van Cusemer en de kinderen van Lambert Luntschen -, maar ook afschaffing van de limiet ten aanzien van testamentsgaven in de dode hand, en stem in staat. Het antwoord komt erop neer dat alle landbezit in geestelijke hand zou zijn gekomen wanneer aan de donaties en testamentsgaven geen limiet zou zijn gesteld, en dat stem in staat alleen aan diegenen toekomt, die bekleed zijn met de judicatuur. Volgens de verweerders heeft de geestelijkheid maar liefst een derde deel van de Ommelanden in handen! Betreft Register Feith 1545.42 ged. (VVS 82.8 ged.)