Interview met de heer J.P.J. (Koos) Knol, geboren 19 maart 1932 te Warffum. De heer Knol groeide op op de boerderij "Klein Zeewijk" in de Noordpolder. Na de lagere school volgde hij drie jaar HBS in Warffum. Vervolgens ging hij twee jaar naar de Rijks Hogere Landbouwschool in de stad Groningen waarna hij op het bedrijf van zijn vader ging werken. Om gezondheidsredenen moest hij stoppen met het boerenwerk. Hij ging een opleiding volgen op de ASCA (Academie voor Sociale en Culturele Arbeid) in Groningen. Van 1970 tot 1981 werkte hij als consulent bij de Stichting Noord Groningen, een regionaal welzijnsorgaan voor Noord Groningse gemeenten. Ook was hij bestuurder bij het Groene Kruis, voorzitter van de provinciale Vereniging voor Tuberculosebestrijding en penningmeester bij de Dienst Bevolkingsonderzoek. In de gemeente Eemsmond was hij een periode raadslid en fractievoorzitter. Aan het eind van zijn carrière was hij districtsadministrateur bij het Groene Kruis in Warffum. De heer Knol vertelt over zijn jeugd, zijn schooltijd en de werkzaamheden op het ouderlijke boerenbedrijf. Vervolgens komen de oprichting en ontwikkeling van de Stichting Noord Groningen aan de orde en de werkzaamheden die de heer Knol verricht heeft voor deze organisatie (o.a. voorlichting en financieel advies m.b.t. dorpshuizen, organiseren van (culturele) activiteiten in dorpen, voorlichting over de afsluiting van de Lauwerszee en de aanleg van de Eemshaven, opzetten van VVV kantoren), zijn ervaringen als raadslid en de gemeentelijke herindeling in 1990, zijn (bestuurs)werk voor het Groene Kruis, de Tuberculosebestrijding en de Dienst bevolkingsonderzoek en de veranderingen bij het Groene Kruis in de loop der jaren.
Interview met de heer Filip Vedder (geboren op 4 juli 1922 te Scheemda). De heer Vedder is opgegroeid als jongste van drie kinderen in een landarbeidersgezin. Na de lagere school zou hij aanvankelijk timmerman worden maar hij ging na drie jaar van de ambachtsschool af. Hij werkte vervolgens o.a. bij een groentendrogerij, deed boerenwerk, en hielp op verschillende kwekerijen terwijl hij in de avonduren een tuinbouwcursus volgde. Tijdens de Tweede Wereldoorlog ontsnapte hij aan de Arbeidseinsatz en dook onder bij een kwekerij. Tijdens de bevrijding ging hij met de Polen en Canadezen mee naar Delfzijl. Hij meldde zich vervolgens aan als vrijwilliger om Nederlands Indië te bevrijden en belandde als commandant in een koloniale oorlog (politionele acties). Deze ervaring was erg bepalend en veranderde de heer Vedder blijvend. Na terugkomst in Nederland, in 1951, had hij een tijd last van aanpassingsproblemen. Hij volgde een opleiding tot kweker en zette een moderne kwekerij ("Veenhove") voor laagstam fruitbomen op aan de Blijhamsterweg in Winschoten voor dhr Van der Veen van de Winschoter Courant. Nadat "Veenhove" werd opgeheven werkte hij nog 10-15 jaar, tot zijn pensioen, bij een andere kwekerij. De heer Vedder vertelt over de omstandigheden waarin hij is opgegroeid, belevenissen in zijn jeugd, de crisisjaren, de Tweede Wereldoorlog, de politionele acties en de omstandigheden en werkzaamheden op de kwekerij.
Jacob Bakker uit Usquert (geboren in 1932 in de Emmapolder) werkte, van1972 tot 1988, bij Rijkswaterstaat vijftien seizoenen lang als duinarbeider op Rottumeroog en Rottumerplaat, nadat de grasdrogerij waar hij jarenlang had gewerkt gesloten werd. In de winter kapte hij rijshout voor de aanleg van dammen in de kwelders op het Wad. Bakker vertelt over het dagelijks leven en zijn werkzaamheden op de zandplaat en het eiland (duinaanleg en -onderhoud). Aan de orde komen oa: het onderdak in de bungalow van voogd Toxopeus; het vervoer per boot; het door een kok bereide voedsel; het bezoek van landmeters en vogelwachters; het radiocontact met de buitenwereld; bijzondere belevenissen (zoals de vondst van een aangespoeld lijk, onweer op het eiland); zijn vervroegde pensionering; de vervanging van beroepskrachten door vrijwilligers en de verdergaande afslag van de duinen.
Interview met Gerrit Cazemier (geboren op 3 juli 1928 te Stavoren) voormalig secretaris van het waterschap Westerwolde (1958-1968), voormalig lid van de Gedeputeerde Staten (1968-1974, met in zijn portefeuille waterschap en waterstaat) en van de Provinciale Staten (1966-1981) van de provincie Groningen. De heer Cazemier vertelt over zijn werkzaamheden bij het waterschap, de organisatie waarin hij terecht kwam en de problemen die speelden zoals wateroverlast. In 1958 werd begonnen met een uitgebreide reorganisatie van het waterschap. Er werd toegewerkt naar één stroomgebied en (boezem)waterschappen werden samengevoegd om te komen tot een evenwichtiger en efficiënter waterbeheer. De heer Cazemier was betrokken bij de uitvoering van het (met de Deltawet samenhangende) waterbeheersingsplan, waarbij de kustveiligheid verhoogd moest worden en de afwatering verbeterd. In het kader van het Dollardplan werd de bestaande zeedijk opgehoogd (i.p.v. de aanvankelijk geplande indijking van een deel van de Dollard). De achterliggende hoofdstromen werden verbeterd, vergroot en verbreed. Cazemier gaat in op de discussies die destijds werden gevoerd met burgers en overheid en de plannen die er waren (scheepvaartverkeer en daarmee handel en industrie stimuleren). Daarnaast gaat hij in op de problemen waar men tegenop liep. Ook de waterzuivering, de milieu aspecten, de huisvesting van het waterschap Westerwolde (Huis te Wedde), de diverse vergaderingen en de besluitvorming komen aan bod. Verder vertelt de heer Cazemier over zijn werk als gedeputeerde, zijn betrokkenheid bij de afsluiting van de Lauwerszee en de inrichting van het Lauwersmeer en de daarmee samenhangende discussies. M.b.v. kaarten licht de heer Cazemier tenslotte e.e.a. toe.