Nummer | Titel | Auteurs | Jaar | |
---|---|---|---|---|
3861 | Het staats-recht der Vereenigde Nederlanden vertoond volgens de geschiedenissen der stad Groningen onder de bisschoppen van Utrecht en volgende princen, van 't midden der XI. tot het einde der XVI. eeuw ... : alles uit veele gedrukte en ongedrukte stucken, inzonderheid de stad Groningen, 't landschap Drenthe en Westwoldingerland betreffende / S.H. van Idsinga. - 1758-1765 | S.H. van Idsinga | 1758-1765 | |
4518 | Het staats-recht der Vereenigde Nederlanden vertoond volgens de geschiedenissen der stad Groningen onder de Bisschoppen van Utrecht en volgende Princen van 't midden der XIde tot het einde der XVIde eeuw, waar in de gesteldheid der Regeeringe der byzondere provincien, de Natuir der oppermacht der Lands-Heeren, de Oorsprong veeler wetten nagespeurd ... ... en beweezen wort, dat de stad Groningen, met het Landschap Drenthe, aan de Bisschoppen van Utrecht in der tyd, als Wettigen Princen heeft toebehoord ... ... Vervolgens Over de zin en 't verstand der Unie van Utrecht in de voornaamste Articulen, de Regten der Heeren Staten Generaal en byzondere provincien ... Alles uit veele gedrukte en ongedrukte Stucken, inzonderheid de Stad Groningen, 't Landschap Drenthe en Westwoldingerland betreffende / door S.H. van Idsinga. - 1758-1765 | S.H. van Idsinga | 1758-1765 | |
10427.1773 | Bedenkingen over de leezing, het verstand, en den zin van 't Selwerder landrecht. II. Boek artikel XXIX / S.H. van Idsinga. - 1773 In: Pro excolendo iure patrio. - 1 (1773), p. 159-318 | S.H. van Idsinga | 1773 | |
29.1 | Bedenkingen over de leezing, het verstand en den zin van 't Selwerder Landrecht II, Boek artikel XXIX / door S.H. van Idsinga. - 1773 In: Verhandelingen ter nasporinge van de wetten en gesteldheid onzes vaderlands, waar by gevoegd zyn eenige analecta tot dezelve betrekkelyk / door een Genootschap te Groningen Pro Excolendo Iure Patrio. - (1773), nr: 1, p. 159-318 | S.H. van Idsinga | 1773 | |
435 | Zedig en vrymoedig onderzoek of de volmagten ten lants-dage in Frieslandt volgens de fundamentele wetten van die provincie en de procuratien, welke jaarlyks, aan de volmagten gegeven worden, tot het exerceren van criminele jurisdictie geregtigt en bevoegt ; En de tegens hem genoemde Decreten met de regels van Justitie overeentebrengen zyn ? Met byvoeginge van enige reflexien, over de algemene pligten der overheden en rigters ; en deze en gene, hier toe betrekkelyke, daar voor geplaatste stukken / S.H. van Idsinga. - 1777 | S.H. van Idsinga | 1777 | |
128.11 | Keizerrecht en Romeins recht in Friesland : kanttekeningen bij de jongste literatuur over dit onderwerp in verband met een onuitgegeven geschrift van S.H. van Idsinga / door R. Feenstra. - 1954 In: Verslagen en mededeelingen van de Vereeniging tot Uitgaaf der Bronnen van het Oud-Vaderlandse Recht. - (1954), nr: 11/1, p. 177-252 | R. Feenstra; S.H. van Idsinga | 1954 | |